straat 5, van straat 3 uit loopende in zuidelijke richting
Van der Waalsstraat, naar den Amsterdamschen hoogleeraar
in de natuurkunde en winnaar van den Nobelprijs J. D. van
der Waals,
straat 6, van straat 3 uit loopende ongeveer in zuidelijke
richting Van H Hoffstraat, naar den Amsterdamschen
hoogleeraar in de scheikunde en winnaar van den Nobelprijs
J. H. van 't Hoff,
straat 7, gelegen tusschen straat 5 en straat 2, ten Zuid
oosten van straat 3 Kapteynstraat, naar den Groningschen
hoogleeraar in de sterrekunde J. O. Kapteyn,
straat 8, gelegen tusschen straat 1 en straat 2, ten Zuiden
van straat 7 Hugo de Vriesstraatnaar den Amsterdamschen
hoogleeraar in de plantkunde van dien naam,
straat 9, gelegen tusschen straat 1 en straat 6, ten Zuiden
van straat 8 Buys Ballotstraat, naar den Utrechtschen
meteoroloog 0. H. D. Buys Ballot,
straat 10, van straat 8 uit loopende in zuidoostelijke richting,
ten Noordoosten van straat 6 Bakhuis Rozeboomstraat,
naar den Amsterdamschen hoogleeraar in de scheikunde
H. W. Bakhuis Bozeboom,
straat 11, van straat 8 uit loopende in zuidoostelijke
richting, ten Noordoosten van straat 10 Van Bemmëlen-
straat, naar den Leidschen hoogleeraar in de scheikunde
J. M. van Bemmelen;
IV. twee straten in de wijk ten Oosten van den Zijlsingel
(zie teekening D), te weten:
straat 1, gelegen in het verlengde van de Trompstraat
Trompstraat,
straat 2, van straat 1 uit loopende in zuidelijke richting,
ten Oosten van de Kortenaerstraat Heemskerkstraat, naar
den bekenden vlootvoogd en poolvaarder Jacob van Heems
kerk;
Y. de straten, aan te leggen ter plaatse van de bestaande
Boomburgerlaan (zie teekening E), te weten:
het op de teekening E geel gekleurde gedeelte, tusschen
den Hoogen Bijndijk en de Fruinstraat Verdamstraat,
naar den Leidschen hoogleeraar in het Nederlandsch J.
Verdam,
het op genoemde teekening rood gekleurde gedeelte, gelegen
in het verlengde van de Fruinstraat Fruinlaan, zulks met
verandering van den naam van de bestaande Fruinstraat in
Fruinlaan
VI. het gedeelte van de Aloëlaan, loopende van den
Bijnsburgersingel in noordelijke richting, met haar toe
komstige verbreeding en verlenging, als op teekening F met
roode kleur is aangegeven Marislaan, naar de drie bekende
schilders uit de Haagsche school, de gebroeders Jacob,
Matthijs en Willem Maris;
VII. de zijstraat van den Hoogen Morschweg, gelegen
ten Zuidwesten van de Bothastraat, ter hoogte van het
tennispark aldaar (zie teekening G) Herman Costerstraat,
naar den Nederlander van dien naam, bekende figuur uit
den Transvaalschen vrijheidsoorlog;
VIII. de brug tusschen de Houtlaan en den Maredijk (zie
teekening H) Kikkerbrug, naar den in de onmiddellijke
nabijheid gelegen Kikkerpolder.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 194. Leiden, 24 Augustus 1934.
Uwe Vergadering stelde om praeadvies in onze handen een
adres van de Nederlandsche Centrale Beddingsbrigade, te
Botterdam, houdende verzoek een verordening in het leven
te roepen ter voorkoming van verdrinking bij beoefening van
de watersport, alsmede een adres van de Koninklijke Ver
bonden Nederlandsche Watersportvereenigingen, van den
A.N.W.B. Toeristenbond voor Nederland, afd. Watertoerisme
en van den Nederlandschen Kanobond, waarbij wordt ver
zocht aan het verzoek van de genoemde Beddingsbrigade
geen gevolg te geven. Beide adressen zijn hierachter afgedrukt.
Na kennisneming van den inhoud der adressen en van het
desbetreffend rapport van den Commissaris van Politie zal
Uwe Vergadering met ons College van oordeel zijn, dat er
niet voldoende termen aanwezig zijn, om eene verordening,
als door de Beddingsbrigade bedoeld, vast te stellen.
Aangenomen mag toch worden, dat zij die zich aangetrok
ken gevoelen tot de watersport, ook de zwemkunst behoorlijk
meester zullen zijn.
Voor het overgroote deel van de beoefenaars van de water
sport zal dit ongetwijfeld het geval zijn.
De weinige uitzonderingen wettigen naar onze meening het
vaststellen van de gevraagde verordening, waarvan bovendien
de handhaving, zoo niet onuitvoerbaar, dan toch op groote
bezwaren zou stuiten, niet.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging op het
verzoek van de Nederlandsche Centrale Beddingsbrigade niet
in te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Baad der Gemeente Leiden.
Geven met verschuldigden eerbied te kennenonder-
geteekenden Dr. J. H. Kemme, Arts, Centraal voorzitter en
J. van Biet Centraal secretaris van de Nederlandsche Centrale
Beddingsbrigade gevestigd te Botterdam, Mathenesserdiik
No. 56c.
dat adressanten het van belang achten de aandacht van
Uw Hooggeacht College te vestigen op de groote vlucht welke
de Boei- en Zeilsport, maar voornamelijk de Cano-Sport de
laatste jaren hebben genomen,
dat aan deze sport het geenszins denkbeeldige gevaar van
verdrinken vastzit, door het omslaan van de meestal zeer
ranke vaartuigen,
dat in de laatste vijf jaren (19281932) drie duizend één
honderd één en vijftig menschen door een onvrij willigen val
in het water het leven verloren, waaronder vele tengevolge
van het omslaan van bootjes en cano's,
dat over dezelfde periode drie duizend twee honderd en één
en twintig menschen liet leven verloren door verkeersongeval
len met treinen, trams, auto's en andere voertuigen, terwijl
twee en zeventig menschen door brand het leven lieten,
dat zij het toejuichen, dat de overheid in Nederland waakt
voor een veilig verkeer en alle mogelijke goede maatregelen
treft om bij brand direct hulp te kunnen verleenen,
dat zij echter tot hun spijt moeten constateeren, dat die
zelfde overheid niet dienzelfden ijver aan den dag legt bij
het bestrijden van den verdrinkingsdood, welke evenveel
slachtoffers eischt,
dat zij het daarom op zeer hoogen prijs zouden stellen,
indien Uwe Vergadering zou kunnen, besluiten die maatregelen
te treffen, die in het belang van onze menschlievenden arbeid
noodzakelijk zijn,
dat deze maatregelen zouden kunnen zijn, het bezitten
van een vergunning van de Overheid tot het gebruiken van
een Boeiboot, Zeilboot of Cano hetzij voor genoegen of voor
beroep en dat deze vergunning slechts dan worde verstrekt
wanneer de gegadigden in het bezit zijn van een Vaardigheids-
of Zwem-diploma van de N.C.B.B. of een daarmede gelijk
te stellen certificaat,
dat daartoe o.m. een Verordening in het leven ware te
roepen, waarbij aan verhuurders van Boei- en Zeilbooten en
cano's, zoomede aan roei- zeil en canovereenigingen de ver
plichting wordt opgelegd, dat zij geen vaartuigen mogen ver
huren aan minderjarigen noch minderjarigen als leden mogen
aannemen, die niet in het bezit zijn van een zwemdiploma,
welk diploma voorzien moet zijn van een pasfoto van de
diplomahouder(ster) en een stempel van de politie-autori-
teiten, zulks indien verstande, dat men voor het behalen
van een zwem diploma minstens moet voldoen aan de eischen
welke door de N.C.B.B. worden gesteld; welke zijn: 100 M.
schoolslag borstzwemmen; 50 M. Bugzwemmen met de
handen in de heupen, 1 minuut watertrappen met de handen
op de schouders en springen van de 1 M. plank (Voetsprong),
dat het ondergeteekende voorts van groot belang voorkomt,
dat de Overheid elk jaar een behoorlijke controle instelt naar
de deugdelijkheid en betrouwbaarheid van het te verhuren
materiaal
Bedenen, waarom zij Uwe Vergadering eerbiedig verzoeken
een verordening, waarin de bovenomschreven punten worden
geregeld, in het leven te roepen.
Hetwelk doende, enz. enz.
De Voorzitter, J. H. Kemme.
De Secretaris, J. van Biet.
Botterdam, 24/4 1934.
Amsterdam, 30 Mei 1934.
Aan den Baad der Gemeente Leiden.
Het Bestuur van de Koninklijke Verbonden Nederlandsche
Watersport Vereenigingen, van den A.N.W.B. Toeristenbond
voor Nederland, Afd. Watertoerisme en van den Nederland
schen Kano Bond hebben de eer, zich tot U te wenden naar
aanleiding van een adres met een „Ontwerp-verordening",
welke kort geleden aan Uw College werd toegezonden door
de Nederlandsche Centrale Beddingsbrigade inzake het
eischen van een zwemdiploma voor personen, die de water
sport in zeil- en roeibooten en kano's beoefenen, teneinde
het navolgende onder Uwe aandacht te brengen:
In de eerste plaats geeft het aantal opgegeven ongevallen