MAANDAG 9 JULI 1934. 311 Demping Levendaal enz (Manders.) geheel en al juist, want de Ceintuurbaan loopt wel niet meer over het terrein van het Academisch Ziekenhuis, maar loopt om het Academisch Ziekenhuis heen. Bovendien heeft men niet op het uitbreidingsplan een weg gedacht, die parallel zal loopen met de spoorbaan. Het is dan ook gewenscht de Oegstgeesterlaan, waarlangs het verkeer naar de singels en verder de stad uit geleid kan worden, op 25 M. breedte door te trekken. De weg, die parallel met de spoorbaan zal worden aangelegd en het Morschkwartier met den Rijnsburgerweg zal verbinden, zal aan den overweg doodloopen. Men zou den weg echter over de Oegstgeesterlaan kunnen doortrekken tot den Maredijk, waar men door middel van een tunnel een goede oplossing van de moeilijkheden van het verkeer zou kunnen verkrijgen. Wanneer spreker zijn berekeningen maakt op grond van de cijfers, die de Wethouder verstrekt heeft (het doet er practisch niets toe, dat de lengte van het smallere gedeelte van de Oegstgeesterlaan 240 M. in plaats van 250 M. is), komt hij tot de conclusie, dat tusschen de Mariënpoelstraat en de Oegstgeesterlaan 18.720 M2. en tusschen de Oegstgeesterlaan en de spoorbaan 6.720 M2. bouwgrond disponibel is. De Wethouder heeft gedacht, dat de waarde van den bouwgrond aan de smallere Oegstgeesterlaan ƒ10.per M2. zal zijn; spreker veronderstelt, dat de waarde, wordt de laan op 25 M. breedte doorgetrokken, 12.per M2. zal bedragen. Volgens den Wethouder zou de bouwgrond in totaal 254.400. opbrengen. Het brengt nu op het halve bouwblok tusschen Mariënpoelstraat en Oegstgeesterlaan, het deel Mariënpoel straat blijft ƒ10.ƒ93.600.het andere deel, dus aan beide zijden van de Oegstgeesterlaan, 9.360 M2. 6.720 M2., wordt 12.brengt op 192.560.in totaal dus 286.560.Spreker zeide den vorigen keer, dat het slechts 5.000.scheelde, maar blijkens de verbeterde cijfers van den Wethouder zal het, wanneer die grond 12. waard is, voor de .gemeente een voordeelig saldo opleveren van 32.600. Volgens den Wethouder bedragen de kosten van aanleg ƒ5.per M2., voor 2.500 M2. dus 12.500..Bij den brief van den Directeur der Gemeentewerken van 8 Februari 1932 is echter een begrooting gevoegd voor een weg van 15 M., die zou kosten 90.000.en voor een van 18 M., die zou kosten 91.500.Voor een meerdere breedte van 3 M. is het ver schil dus 1.500.en voor een meerdere breedte van 10 M. dus 5.000.en niet 12.500. Die meerdere ophooging moet echter niet, zooals de Wet houder doet, in rekening gebracht worden voor de verbreeding van de Oegstgeesterlaan; die meerdere ophoogmg is toch ook in den prijs van den bouwgrond verdisconteerd en wordt betaald door dengene, die straks den grond koopt. Het gebeurt in dit geval niet, maar het ware misschien toch wel te overwegen of niet de algeheele ophooging van het bouwterrein vanwege de gemeente zou kunnen gebeuren, om een geheel bouwrijpen grond aan de grondexploitanten te kunnen le-veren; men zou daardoor de werkloosheid nog meer bestrijden en nog zeer veel arbeiders aan werk helpen. Het gaat hier echter alleen over meerdere ophooging, en een klein beetje meer verharding, nl. over 3 M.nu is het 9 M., anders is het 2 X 6 M.het andere is ophooging en tuinaanleg. Het onderhoud, dat de Wethouder nu noemt, is zeer weinig; zooals de Oegstgeesterlaan op het oogenblik in orde gehouden wordt, kost het toch wel zeer weinig. Voor ophooging is in rekening gebracht 1.per M3.dit is aan den hoogen kant; elke M. breedte meer kost toch slechts ƒ1. meer en niet 5.zooals de Wethouder meent. Het door spreker genoemde bedrag van 5.000.is dus zeerzeker dichter bij de werkelijkheid dan de 12.500.die de Wet houder berekent en klopt ook met de cijfers van den Directeur der Gemeentewerken. Volgens den Wethouder heeft men een parallelweg in de Mariënpoelstraat en de Braassemerstraat. De Mariënpoelstraat is echter 15 M. breed, zoodat men, komende van den Rijns burgerweg, er moeilijk de bocht kan maken. De afstand tusschen de huizen in de Braassemerstraat is 10 M., zoodat men tot onteigening zou moeten overgaan om die straat een breedte van 15 M. te geven. De kosten van het tunnelplan zouden 200.000.zijn. Onder dit bedrag zijn evenwel ook begrepen de kosten van werken, die toch uitgevoerd zouden moeten worden, b.v. verbreeding en aanleg van straten. Op het oogenblik kunnen ouderwetsche auto's niet door den tunnel rijden, deze zijn te hoog, maar met geringe kosten 500.zou men den bodem van den tuimel b.v. 30 c.M. kunnen verlagen; moderne luxe wagens kunnen thans reeds den tunnel passeeren. Daarmede verkrijgt men natuurlijk geen vol ledige oplossing van de moeilijkheid. Met een bedrag van 20.000.a 30.000.zal men zeer veel kunnen bereiken, Demping Levendaal enz. (Manders e.a.) wat de verbreeding van den tunnel zelf betreft. In elk geval is dit der overweging waard. Het loon, dat nu in de werkverschaffing zal worden betaald, is zeer zeker te laag. In zeer veel gevallen is het geld echter een bijzaak en hoewel het voor de arbeiders moeilijk zal zijn, tegen dit loon te werken, is het toch beter, dat het werk in werkverschaffing wordt uitgevoerd dan dat het in het geheel niet wordt gedaan. Men moet eerst aan het werk gaan en dan zal de zaak ten slotte wel in orde komen. Ook de sociaal democraten zijn er nooit in geslaagd, iets voor de arbeiders te bereiken in tijden, waarin er geen werk was; indien een loonsverhooging bereikt werd, geschiedde het altijd in tijden, waarin er veel werk aan den winkel was. Het is misschien jammer, maar het is zoo, dat de S.D.A.P. ook thans het onderspit zal moeten delven. De maatschappij is op het oogenblik ziek. Er zijn evenveel verschillende methoden van genezing, als er verschillende geneesheeren zijn, maar allen beginnen bij een ziekte toch met de 'diagnose te stellenhier is dit gebrek aan werk. Die geneesheeren passen allen een andere methode van genezing toe; de een wil genezen door actief ingrijpen, de ander door rust, een derde, zooals de homoeopaten, door het ziekteproces te verhaasten en aldus beterschap te bereiken. De eerste methode is voor de maatschappij reeds zeer veel toegepast, men greep in en ging te ver; men paste een tegenovergesteld geneesmiddel toe, door de reactie zakte men weer onder het eerste peil. Over rust en uitzieken werd herhaaldelijk gesproken. Hier bij de werkverschaffing is men, zooals spreker meent, tot de derde, mogelijk nog niet de slechtste, methode overgegaan. Spreker sluit zich gaarne aan bij het voorstel van het College, doch handhaaft zijn voorstel om de Oegstgeesterlaan op 25 M. breedte door te trekken, omdat hij dit uit een econo misch- en uit een verkeers-oogpunt van het allergrootste belang voor de gemeente acht. Men zal er later veel spijt van hebben, wanneer men het niet doet en men zal dan op allerlei manieren moeten trachten te herstellen, wat thans daardoor verknoeid zou worden, maar dan zal dit zeer moeilijk meer gaan. De heer van Stralen zegt, dat uit het antwoord van het College duidelijk gebleken is, dat men de houding der sociaal democratische Raadsfractie niet juist voorstelt. Volgens den heer Splinter waren de sociaal-democraten niet de eenige en de sterkste voorstanders van deze dempingsplannen en is het niet juist, dat daarop al 11 jaar is aangedrongen. Inderdaad zijn voorstellen tot demping van het Levendaal meermalen door den Raad verworpen, maar dit doet niets af aan de critiek, die spreker en de zijnen hebben op de houding- van Burgemeester en Wethouders te dien aanzien, want Burgemeester en Wethouders hebben tal van jaren de dem ping van het Levendaal, die niet vandaag Voor het eerst, maar reeds jaren lang noodzakelijk is, tegengehouden door de bezwaren, die zij steeds tegen de daartoe strekkende voor stellen hebben ingebracht. Wanneer tot tweemaal toe (een keer met 16 tegen 15 en een keer met 17 tegen 15 stemmen) is besloten, niet tot de demping over te gaan, ligt de schuld daarvan bij Burgemeester en Wethouders, die niet hebben nagelaten telkens bij dan Raad met kracht op de verwerping van het voorstel aan te dringen. Spreker moet Burgemeester en Wethouders dan ook op dit punt in gebreke stellen, want voor hem staat het vast, dat reeds eenigen tijd geleden een groote meerderheid van den Raad zich voor de demping zou hebben uitgesproken, wanneer het College er niet zoo'n scherpe houding tegenover aangenomen had. Destijds heeft men dit toegegeven. Spreker gelooft gaarne, dat Wethouder Romijn reeds ge- ruimen tijd geleden heeft getracht, meer werkverschaffings objecten uitgevoerd te krijgen, want bij alle besprekingen in die richting is steeds weer gebleken, dat deze Wethouder van de uitvoering van werken, ook normale werken, in werk verschaffing volstrekt niet afkeerig is en er misschien wel een voorstander van genoemd kan worden. Inderdaad is de Raad zeer lang tegenstander geweest van de uitvoering van werken in werkverschaffing en anderhalf jaar geleden werd een voorstel van Burgemeester en Wet houders om een normaal werk in werkverschaffing uit te voeren door den Raad met een groote meerderheid van stem men verworpen. Die tijd schijnt nu voorbij te zijn. De Raad heeft daaromtrent blijkbaar andere denkbeelden gekregen en bestrijdt nu niet meer op dezelfde wijze als vroeger de voor stellen van Burgemeester en Wethouders in die richting. Bij de besprekingen met den Regeeringsambtenaar, waarvan de Wethouder zoo even het een en ander heeft medegedeeld, hebben de vertegenwoordigers van de S.D.A.P. en van den Leidschen Bestuurdersbond zich verzet tegen de wijze, waarop

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 23