MAANDAG Demping Levendaal enz. (Splinter.) over het gedempte Levendaal. De Groenebrug zou dan ver breed worden tot 9 M. Nu zegt de heer Schüller: de walmuren verkeeren in zoodanigen toestand, dat ze spoedig vernieuwd zullen moeten worden, dus is het beter ook dat deel van het Levendaal ineens te dempen. De walmuren zijn niet best, maar dadelijke vernieuwing is op het oogenblik niet noodig. Uit dat oogpunt zou het, althans op dit oogenblik, niet noodig zijn, het gedeelte van het Levendaal tusschen de Bar- barabrug en het Steenschuur te dempen. Dit is ook niet noodig met het oog op het verkeer, want al het verkeer zal wel door de Korevaarstraat gaan. Het eventueel verleggen van de tramsporen is met de N. Z. H. T. M. besproken en daar nog in onderzoek. In een onderhoud, dat spreker met de directie heeft gehad, is het denkbeeld geopperd over het Levendaal een dubbelspoor te leggen, maar ook dacht men aan de mogelijkheid van links en rechts gaand verkeer over de Hoogewoerd en langs het Levendaal en de Korevaarstraat. Spreker kan nog niet zeggen, welke oplossing gekozen zal worden. Het College is er van overtuigd, dat de geheele zaak ernstig onder de oogen moet worden gezien en is daarom bereid het voorstel van den heer Schüller tot verbreeding van den door gang naar de Plantage en demping van het Levendaal tusschen Barbarabrug en Steenschuur in praeadvies te nemen. De heer Manders was wel de ernstigste bestrijder van het voorstel ten aanzien van de doortrekking van de Oegstgeester- laan en de Mariënpoelstraat. De Oegstgeesterlaan zal volgens het voorstel van Burge meester enWethouders over een lengte van 250 M. een breedte van 15 M. hebben. Ter weerszijden wordt een trottoir van 3 M. breedte aangelegd. De rijweg zal worden verdeeld in drie verkeersstrooken, die elk 3 M. breed zijn. Burgemeester en Wethouders achten dit voldoende. Het gedeelte, dat 25 M. breed is, heeft ook ter weerszijden een trottoir van 3 M. breedte. Het heeft een rijweg met twee verkeersstrooken, elk breed 6, M. en een gazon van 7 M. breedte. Op het smallere gedeelte zal men de middelste verkeers- strook voor het inhalen kunnen gebruiken, zoodat ook dit gedeelte in beide richtingen kan bereden worden. Ben weg van 15 M. breedte is niets nieuws: de Lage Bijndijk, een deel van den verkeersweg Oost-West, die dus nog een geheel andere functie heeft dan de Oegstgeesterlaan, is ook 15 M. breed. Gevraagd is, of dit voorstel geen verband houdt met het tunnelplan. Dat tunnelplan is nog geheel en al in een begin stadium; men weet nog niet precies, hoe het met het station zal gaan, en daarmede houdt het tunnelplan wel degelijk verband. Dit plan zal de gemeente 2 ton kosten, waarbij dan ook gerekend moet worden op verbreeding van den Mare- dijk, aanleg van straten over het Schuttersveld en ook over het IJsclubterrein, hetwelk geen eigendom van de gemeente is. Dit tunnelplan is dus in bewerking, maar er zullen naar sprekers meening nog vele jaren overheen gaan vóórdat dit tot stand komt. Maar ook al zou dat plan uitgevoerd worden, dan nog is het bezwaar van den heer Manders ongegrond en is een breedte van 15 m. voor de Oegstgeesterlaan ruim voldoende. Bovendien krijgt men als parallelwegen de Mariën poelstraat en mettertijd ook de Braassemerstraat. De heer Manders vindt een doortrekking op 15 M. breedte onaesthe- tisch, maar de aesthetische waarde van een straat van 25 M. is precies even groot als die van deze straat van 15 M.immers, er komen voortuinen, aan den eenen kant van 7 M., aan den anderen van 3 M., samen dus ook 10 M.op dat deel krijgt dus de Oegstgeesterlaan ongeveer hetzelfde aanzicht als thans bij het begin, bij een breedte van gevel tot gevel van 25 M. Dus ook uit dat oogpunt is een breedte van 15 M. voldoende. De meerdere kosten acht de heer Manders niet zoo hoog deze zouden volgens hem ongeveer 5.000.bedragen. Spreker heeft die berekening niet zoo gauw kunnen volgen, maar zijn berekening is toch even anders. Bij een breedte van 15 M. krijgt men 10 M. meer bouwgrond over een lengte van 250 M., dus 2.500 M2. bouwgrond meer; gemiddeld a 10.per M2. is dit voor ƒ25.000.verlies aan bouwgrondwaarde. Boven dien beteekent dit 2.500 M2. meer straatoppervlak. Spreker is het niet met den heer Manders eens, dat plantsoen niets kost; even goed is ophooging noodig; het midden-gazon moet ook worden aangelegd. Daarbij komt dan nog het voortdurend onderhoud van de gazons, ook een belangrijke factor. 2500 M2. straatoppervlak, gerekend a 5.per M2. kost dus 12.500.In totaal zullen de meerdere kosten derhalve 37.500.bedragen. Daarbij komt nog, dat het bouwblok zelf te ondiep zou worden. De gemiddelde diepte volgens het voorstel is 78 M.daarvan moeten eerst afgaan 7 M. 9 JULI 1934. 305 Demping Levendaal enz. (Splinter e.a voortuin aan de Oegstgeesterlaan en 5 M. voortuin aan de Mariënpoelstraat, samen 12 M. Voor elk huis is een bouwdiepte van 13 M. noodig en bij de genoemde afmetingen is de tuin van elk huis 20 M. diep, waarmede wel volstaan kan worden. Aan het begin van de Mariënpoelstraat zijn de tuinen echter veel dieper dan 20 M. Legt men het achterste gedeelte van de Oegst geesterlaan op een breedte van 25 M. aan, dan wordt de diepte van de tuinen 15 M., hetgeen te weinig is voor huizen als daar gebouwd zullen worden. Het architectenbureau Granpré Molière, Verhagen en Kok had bij het ontwerpen van het uitbreidingsplan deze laan geprojecteerd op een breedte van 25 M., maar bij de uit werking en detailleering van het geheele plan is dit punt opnieuw onder de oogen gezien. De Directeur der Gemeentewerken heeft de breedte van de laan te recht voorgesteld op 15 M. Spreker heeft in de Commissie van Fabricage een oogenblik gesproken over een breedte van 20 M. De Directeur der Gemeentewerken heeft ontraden op dit denkbeeld in te gaan, omdat men dan een gazon van 4 M. zou aanleggen, waarop niets zou kunnen groeien. Spreker komt tot de conclusie, dat de Oegstgeesterlaan met een breedte van 15 M. ook bij aanleg van een tunnel ruim voldoende is voor het verkeer, waarbij men in aan merking dient te nemen, dat het verkeer, komende van den Rijnsburgerweg wel grooten deels langs de Oegstgeesterlaan zal gaan, maar het verkeer, gaande naar den Rijnsburgerweg, even goed gebruik kan maken van de Mariënpoelstraat en de Braassemerstraat. De aesthetische zijde van deze oplossing is door het ont werpen van ruime voortuinen voldoende verzorgd. Het nadeel van 37.500.voor de gemeente zal niet door een hoogere opbrengst van het minder diepe terrein geheel of gedeeltelijk worden opgeheven. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders vormt een onverbrekelijk geheel. Het is gewenscht, dat de Raad het voorstel van het College aanneemt, zooals het is ingediend, omdat men er dan van verzekerd is, dat het Levendaal gedempt en de Oegstgeesterlaan doorgetrokken zal worden, waardoor de gemeente in het bezit zal komen van goede bouwterreinen, die zij zal kunnen verkoopen en waarvan de waarde door den aanleg van het verdere gedeelte van de Oegstgeesterlaan zal stijgen. De Raad bedenke, dat zooals in het praeadvies is opgemerkt het betere dikwijls de vijand is van het goede. De Voorzitter stelt voor, het voorstel van den heer Schüller, luidende: Onder get eekende stelt voor te besluiten sub 1 en 2 van het ingekomen stuk No. 139 d.d. 14 Juni 1934 aldus te lezen le over te gaan tot het dempen van het Levendaal tusschen Steenschuur en de 4e Binnenvestgracht; 2e dat voor het maken van een verbindingsweg tusschen het Levendaal en de Utrechtschebrug de rooilijnen van bet Levendaal dienen te worden aangehouden, en daarvoor de perceelen Plantage No. 9 en Plantsoen No. 1 aan te koopen of te onteigenen.", in handen te stellen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten. De heer Romijn heeft, toen 1| jaar geleden de aanleg van de Houtlaan in werkverschaffing zoover gevorderd was, dat men zich een oordeel omtrent die werkwijze kon vormen en toen dit gunstig moest worden genoemd, uit allerlei oog punt, de behoefte gevoeld om te trachten meer werkver schaffingsobjecten door den Raad aangenomen te krijgen. Terzelfdertijd kwam het College tot de overtuiging, dat dem ping van het Levendaal als normaal werk, uitgesloten moest worden geacht en dat niet te verwachten was, dat uitvoering bij gewone aanbesteding mogelijk was. Toen is in het College het denkbeeld geopperd, de demping van het Levendaal in werkverschaffing te doen plaats vinden. Het College is daartoe niet enthousiast overgegaan; in het College zelf was daartegen ook zeer stellig oppositie, maar het heeft toch besloten stappen in die richting te doen, omdat het ook overtuigd was, dat demping van het Levendaal, hoe dan ook, voor Leiden en speciaal voor het Levendaal, gewenscht was. Spreker kreeg voor een groot deel ter uitvoering het besluit, om te trachten te komen tot demping van het Levendaal in werkverschaffing spreker voorzag wel, dat dit niet» zoo eenvoudig was en dat zijn pad daarbij niet bepaald over rozen zou gaan; spreker en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 17