268
MAANDAG 2 JULI 1934.
Straataanleg-van Speijkstraat grondvcrkoop.
(Wilbrink e.a.)
cieel beleid van een gemeente, zooals Leiden, op bet oogenblik
zeker een strikte vereischte is.
In de tweede plaats brengt het mede werkverruiming
(straataanleg en huizenbouw). Er wordt hier zoo dikwijls
naar werkverruiming gevraagd; de heer Kooistra is een van
de onderteekenaars van een voorstel tot een grootsche werk
verruiming.
Het derde voordeel van dezen arbeiderswoningbouw, of
hij geschiedt door particulieren, gemeente of vereeniging,
is dat hij in elk geval beteekent verruiming van de woning
markt; daardoor alleen zal men kunnen komen tot huurver-
laging; wanneer de gemeente of het Lijk, die steun verleend
hebben aan den arbeiderswoningbouw door de bouwver-
eenigingen, niet willen medegaan met huurverlaging, zullen
zij bij verruiming van de woningmarkt daartoe noodge
dwongen moeten overgaan, omdat er anders veel van hun
woningen zullen komen leeg te staan.
Het is in verband met de huurverlaging, die zoowel direct
als indirect in het belang van de volkshuisvesting is, van
groote beteekenis, dat de gemeente zooveel mogelijk bouwgrond
beschikbaar stelt voor den bouw van arbeiderswoningen door
particulieren. Het is een groot arbeidersbelang en daarom zal
spreker zeer gaarne zijn stem aan het voorstel van Burgemees
ter en Wethouders geven.
De heer Bergers zal als voorstander van het particulier
initiatief gaarne zijn stem aan het voorstel van Burgemeester
en Wethouders geven.
Spreker wil niet direct ontkennen, dat de woningbouw-
vereenigingen veel goeds hebben gedaan, maar gelooft, dat
zij nu bevreesd zijn, dat aangezien de particulieren goed-
kooper kunnen bouwen, haar huren hooger zullen zijn dan
die van de woningen, door particulieren gebouwd. Wanneer
de woningbouwvereenigingen inderdaad altijd strijden voor
den bouw van goedkoopere woningen, moeten zij den bouw
door particulieren met plezier aanzien en zeggen: hoe meer de
particulieren bouwen, des te goedkooper worden de woningen.
Wanneer de voorgestelde verkoop niet plaats heeft en
Bijk en gemeente niet bereid is een bedrag voor de woning-
bouwvereeniging beschikbaar te stellen, zal er niets gebouwd
worden en om het laatste is het den tegenstanders van het
voorstel juist te doen, gelijk spreker uit hun betoog meent
te mogen afleiden.
De huizen, die volgens het voorstel van Burgemeester en
Wethouders gebouwd zullen worden, kunnen particulier
bezit worden van menschen, die 600.of 700.hebben
en daarmede een huis koopen, dat op den duur hun eigendom
wordt. De mogelijkheid om op deze wijze een eigen woning
te verkrijgen, leert de menschen sparen.
Het heeft spreker steeds verwonderd, dat de woningbouw
vereenigingen niet bereid zijn een winkelhuis of een gedeelte
van de huizen te verkoopen of te mogen verkoopen. Indien
zij het wel kunnen doen, zouden Eijk en gemeente geen
stroppen krijgen. Men interrumpeert nu, dat de vereenigingen
het niet mogen doen, maar in elk geval is het te betreuren,
want op den duur zullen de woningbouwvereenigingen een
strop worden. De huizen zijn aanstonds niet meer waard
wat zij gekost hebben. De particuliere bouwers, voor wie de
bouw van villa's en middenstandswoningen geëindigd is,
zullen zich op den bouw van arbeiderswoningen werpen. De
concurrentie, die daarbij zal worden gevoerd, zal de prijs
der woningen drukken, waardoor de arbeiders gemakkelijker
aan een woning kunnen komen.
Spreker heeft in den beginne wel hooren vertellen, dat
men tot de vrienden moest behooren, wilde men een woning
van de woningbouwvereenigingen kunnen huren, aangezien
men anders door het groote aantal gegadigden, dat men
vóór zich had, nooit aan de beurt kwam. Het blijkt ook,
dat verschillende huurders in deze woningen niet thuisbe-
hooren. Zij moesten eigenlijk zelf bedenken, dat zij bij een
dergelijk inkomen niet moesten wonen in huizen, gebouwd
met steun van de Overheid. Dit is reeds meer in den Baad
behandeld: er zou toen meer selectie toegepast worden, dat
is later ook gebeurd. Het heeft spreker in elk geval altijd
schrijnend aangedaan, dat iemand met een klein inkomen
veel meer huur moest verwonen dan iemand met een groot,
vast inkomen, die tenslotte wel een dergelijke woning kreeg,
terwijl anderen er naar konden fluiten. Dat is een verkeerde
toestand en een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de
woningbouwvereenigingen. Spreker zal dus vóór het voorstel
van het College stemmen.
De heer Schüller zegt, dat de heer Bergers, door te zeggen
dat hij niet begrijpt, dat de bouwvereenigingen niet genegen
waren om woningen te verkoopen om daar winkelpanden te
vestigen, duidelijk heeft gedemonstreerd zijn onkunde inzake
Straataanleg-van Speijkstraat grondverkoep.
(Schüller e.a.)
de totstandkoming van deze woningbouwvereenigingen en
inzake de voor den woningbouw gestelde bepalingen.
De heeren Wilbrink en Bergers spraken beiden over
bewoners van dergelijke woningen met vaste, hooge inkomens.
Het is best mogelijk, dat er in die woningen enkele bewoners
zijn met een groot, vast inkomen, maar zelfs dat groote
vaste inkomen kan nog een klein inkomen zijn; men moet
weten de verhoudingen in dat gezin en de verplichtingen,
die het gezinshoofd heeft na te komen.
Spreker heeft den heer Wilbrink gevraagd, eens te ont
leden de stelling, dat de particuliere bouwnijverheid goed
kooper kan bouwen. De heer Wilbrink zeide ruiterlijk, dat
hij dat hier in den Baad niet kon. Maar dat kan hij ook uit
de practijk niet bewijzen. Het enkele feit, dat de particuliere
bouwers zeggen een woning voor 3.200.te kunnen bouwen
en dat een vereeniging het voor ƒ3.500.doet, zegt nog niets.
De practijk heeft spreker dit voldoende geleerddaarvoor zit
hij wel genoeg in deze afdeeling.
Spreker is reeds van zijn veertiende jaar af in het bouw
bedrijf werkzaam, waarin hij als jongmaatje zijn opleiding
van een burgerpatroon heeft ontvangen. Sinds spreker in
overheidsdienst is gekomen, heeft hij niet meer al het werk
gedaan, dat hij vroeger deed. Hij is echter wel in zijn vak
werkzaam gebleven. Bovendien heeft spreker in de Com
missie van Fabricage een prachtige leerschool doorloopen.
Voor het werk van deze Commissie heeft spreker zich zeer
geïnteresseerd en daarom heeft hij zich er geheel en al aan
gegeven. Spreker weet dan ook best, wat er te koop is en
hoe men het moet verstaan, als gezegd wordt, dat de bouwers
goedkooper bouwen dan de woningbouwvereenigingen. Het
enkele getal van 300.verschil zegt in dezen niets. Spreker
wil niet zeggen, dat de bouwers slecht bouwen. Wel staat
vast, dat een particuliere bouwer slechts het minimum levert
van wat de bouwvoorschriften bepalen, hetgeen de bouw
vereenigingen niet doen, indien zij althans niet door de
Begeering gedwongen worden.
Bij het onderhoud van de woningen is gebleken en zal
straks weer blijken, dat het verschil in prijs bij de woningen,
door particulieren gebouwd, geen voor-, maar wel een nadeel
is. De bouw door particulieren is dan ook duurder dan de
bouw door woningbouwvereenigingen, hetgeen eveneens blijkt
uit het feit, dat indien een particuliere bouwer de woningen
niet verkoopt, maar verhuren moet, de huur hooger is dan
van de woningen van de woningbouwvereenigingen. Niet
iedere arbeider, en vooral in dezen tijd, bezit 500.of
600.Wanneer een arbeider een tweede hypotheek neemt
en misschien zelfs de overdrachtskosten moet leenen, komt
hij onder zulke zware lasten te zitten, dat hij de eerste jaren
ten minste 8.of 8.50 per week verwoont.
De bewijzen, die spreker den heer Wilbrink vroeg, zijn
dus wel te geven, maar de heer Wilbrink wilde het niet doen,
omdat het niet in zijn kraam te pas kwam.
De heer Splinter zegt, dat in de raadszitting van 21 Maart
1932 in beginsel besloten is tot den bouw van 358 woningen
door de verschillende bouwvereenigingen en de gemeente,
mits voorschot van het Bijk zou worden verkregen; de heer
Kooistra maakt er nu aanmerking op, dat er in totaal nog
maar 80 woningen van in aanbouw zijn en zegt dat dit niet
alleen is te wijten aan de Begeering, maar ook aan de ge
meente, die niet toeschietelijk genoeg zou zijn en niet bij de
Begeer ing pogingen heeft aangewend, om deze zaak spoediger
in kannen en kruiken te krijgen. Het College heeft zich echter
herhaalde malen veel moeite gegeven om te trachten de
plannen van de woningbouwvereenigingen, die bij het
Departement lagen, goedgekeurd te krijgen door de Begeering.
Dat verschillende plannen nog niet zijn goedgekeurd ligt
echter niet aan de gemeente, maar aan de Begeering, die
zich naar sprekers indruk op het oogenblik op het standpunt
stelt, dat voorloopig geen nieuwe voorschotten verleend
zullen worden. Spreker heeft een onderhoud gehad met den
hoofdinspecteur der Volksgezondheid die hem toegezegd
heeft, te zullen bevorderen de goedkeuring nog van de
plannen van ,,De Tuinstadwijk", „Óns Doel" en „Werkmans
woningen". De plannen van „Óns Belang" en „De Goede
Woning" zullen echter waarschijnlijk niet meer aan de orde
komen. Dit is voor het College een van de argumenten voor
grondverkoop aan particulieren. De particuliere bouwers
kunnen op het oogenblik weer bouwen. De heer Schüller
heeft wel trachten aan te toonen dat de particuliere bouw
duurder is dan de vereenigingsbouw, en dat de particuliere
bouwers, als zij het al iets goedkooper kunnen doen, daarvoor
minimum-materialen nemen, maar dat is slechts een gevoels-
quaestie: men weet eenmaal dat een particulier goedkooper
werkt dan een overheidslichaam, zooals alle overheidswerken
ook duurder zijn dan de particuliere.