MAANDAG 2 JULI 1934. 265 Verordening op het beheer van de bedrijven; enz. (Voorzitter c a.) Koole, Verweij, Eikerbout, Tobé, Kuipers, mevrouw Bragg aar de Does, mevrouw de Gler-de Bruijn, de heeren Vos en van Stralen. Artikel II wordt hierna zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna de verordening in haar ge heel zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld. De Voorzitter stelt thans aan de orde punt b van het voor stel van Burgemeester en Wethouders. De heer van Eek verklaart namens de sociaal-democratische fractie, dat deze, nu de Baad eenmaal heeft beslist in strijd met haar meening, vóór de verordening zal stemmen, omdat zij het met den zakelijken inhoud der voorgestelde wijzigingen in het beheer der Lichtfabrieken eens is. De heer Eikerbout zal zijn stem aan deze verordening niet onthouden, waar dit voorstel eenmaal aangenomen is. De heer van Weizen kan, hoewel dit voorstel is aangenomen, zijn stem niet aan de verordening geven. Het voorstel t'ot vaststelling van de sub b genoemde ver ordeningen wordt alsnu in zijn geheel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer van Weizen wenscht geacht te worden te hebben tegengestemd. De Voorzitter stelt thans aan de orde de punten c en d van het voorstel van Burgemeester en Wethouders en ver zoekt den heeren Bergers, Beekenkamp, van Eecke en Kuipers het stembureau te vormen. Wordt benoemd tot adjunct-directeur der Stedelijke Fa brieken van Gas en Electriciteit, de heer Ir. F. Stokhuyzen met 33 stemmen, zulks met ingang van een door Burgemeester en Wethouders te bepalen datum; 2 stemmen waren van onwaarde. Vervolgens wordt benoemd tot administrateur, hoofd der afdeeling Administratie der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, de heer W. Wiggers, eveneens met 33 stemmen, zulks met ingang van een door Burgemeester en Wethouders te bepalen datum; 2 stemmen waren van onwaarde. De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de genomen moeite. III. Voorstel: a. tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van straat- aanleg op het aan de gemeente toebelioorend terrein ten Oosten van de van Speijkstraat b. tot verkoop aan II. P. Jansen van de perceelen bouwter rein ten Oosten van de Kortenaerstraat, kad. bekend Ge meente Leiden, Sectie N Nis 334 ged. en 335 ged. c. tot verkoop aan II. C. de Jong van het perceel bouwter rein, ten Oosten van den sub b bedoelden grond, kad. be kend Gemeente Leiden, Sectie N Nis. 334 ged. en 335 ged. d. om het adres van het bestuur van de Woningbouwver- eeniging „Eensgezindheid" inzake het te liarer beschik king stellen van den sub b bedoelden grond als afgedaan te beschouwen. (Zie Ing. St. No. 135.) De heer Kooistra zegt, dat van de 358 arbeiderswoningen, tot den bouw waarvan op 21 Maart 1932 in beginsel is be sloten, op het oogenblik slechts 80 woningen in aanbouw zijn. De oorzaak van de gedeeltelijke uitvoering van dit beginsel besluit ligt volgens spreker in de uitlating van Begeerings- wege, dat goedkoope arbeiderswoningen het best gebouwd kunnen worden door particulieren. Spreker meent, dat de Leidsche bouwers getracht hebben de Begeering van haar plannen omtrent den bouw van deze woningen af te brengen door aan te toonen, dat de particuliere bouw beter is en de woningbouwvereenigingen niet meer in de behoeften kunnen voorzien. Bij de bespreking van het onderwerpelijke voorstel zal spreker trachten aan te toonen, dat de woningbouwver eenigingen beter hebben gezorgd voor den bouw van arbeiders woningen dan de particuliere bouwers het deden en dat het Straataanleg-van Speijkstraat grondverkoop. (Kooistra.) onderwerpelijke voorstel een uitvloeisel is van gevoerde besprekingen, waaruit men de conclusie zou moeten trekken, dat de vereenigingen niet behoorlijk voor den bouw van arbeiderswoningen hebben gezorgd en particulieren goed- kooper kunnen bouwen dan woningbouwvereenigingen. Men heeft hierbij twee vragen te stellen: is het waar, dat de particulieren zoo goed hebben kunnen voorzien in de behoefte aan arbeiderswoningen en is het waar, dat parti culieren goedkooper bouwen dan de vereenigingen? In de jaren 1914 tot 1920 ontstond een achterstand in den bouw van arbeiderswoningen en konden de particulieren niet in de behoefte aan woningruimte voorzien. Verschillende personen hebben toen geheel vrijwillig en belangeloos getracht met de medewerking van het Bijk en de gemeente wel in die behoefte te doen voorzien. In die dagen wierpen de particuliere bouwers zich op den bouw van villa's, in hoofd zaak voor personen, die door de gemaakte oorlogswinst in staat waren zich van een betere woning te voorzien. Terwijl de particuliere bouwers in dien tijd niets deden voor den bouw van arbeiderswoningen, trachtten zij wel de Begeering te bewegen tot het verleenen van steun voor den bouw van middenstandswoningen, hetgeen groote financieele offers heeft gekost, waarvan de arbeiders nooit hebben kunnen profiteeren. De woningbouwvereenigingen echter hebben steeds den goedkoopst mogelijken arbeiderswoningbouw be vorderd en hebben steeds op de bres gestaan voor de belangen van den arbeiderswoningbouw. De particuliere bouwers hebben zich vroeger absoluut niets aangetrokken van de behoefte aan arbeiderswoningen, maar nu het afgeloopen is met den villabouw en met den bouw van middenstands woningen hebben zij zich geworpen op den bouw van arbeiders woningen. Ook ontkent spreker, dat de particuliere bouwnijverheid goedkooper arbeiderswoningen kan bouwen dan de bouw- vereenigingenin verschillende gemeenten is gebleken, dat de particuliere bouwnijverheid nog steeds duurder was dan de vereenigingsbouw. Dit kan ook niet anders. Volgens het Ingekomen Stuk zullen deze woningen verkocht worden voor ƒ3.200, terwijl de door „Eensgezindheid" te bouwen woningen zullen kosten 3.500. De particuliere bouwers zijn echter aangewezen op verkoop; zij bouwen geen woningen om ze te verhuren; dat brengt o.a. administratie- en innings- kosten mee. De koopers zullen echter voor het verkrijgen van een hypotheek administratiekosten en een hooge rente moeten betalen en bovendien overdrachtskosten en be- schrijvingskosten voor eerste en tweede hypotheek. Deze bedragen komen bij den kostprijs van het huis. Zuinig- berekend komt spreker dan tot een kostprijs van 3.481. De onderhoudskosten, zuinig berekend, zullen bedragen: water 26.onderhoud 25.straatbelasting 10. grondbelasting en assurantie 40. Daarbij dient men niet te vergeten, dat een tweede hypotheek nooit wordt verleend zonder de bepaling, dat aflossingen moeten plaats hebben. De rente van het bedrag is 174. zoodat de kosten bedragen 326.per jaar of 6,50 per week. De menschen, die behoefte hebben aan deze woningen, hebben er niets aan, dat een aannemer op het moment goedkooper kan bouwen, want de huur zal 6,50 moeten zijn, terwijl de wonhxgbouwvereeniging „Eens gezindheid" een plan heeft ingediend, waarbij de huur is bepaald op 5.per week. Bovendien heeft men bij het plan te maken met een begrooting en bij de woningbouwvereniging „Tuinstadwijk" is reeds gebleken, dat de huur in plaats van 5.nu slechts 4.behoeft te bedragen. De gemiddelde huurprijs van de vereeniging „Ons Doel" bedraagt 5,69. Uit de exploitatierekeningen, die spreker op zijn verzoek van de besturen van woningbouwvereenigingen heeft ont vangen, blijkt, dat 4.90 de gemiddelde weekhuur is. Met deze cijfers voor oogen kan men niet volhouden, dat de vereenigingsbouw duurder is dan de particuliere bouw. De voorzitter van de Maatschappij voor Nijverheid en Handel zei in de jaarlijksche algemeene vergadering dier maatschappij op 29 Juni j.l. te Breda, dat huurverlaging moet worden bereikt doordat bij loon- en salarisverlaging de huur ders verhuizen naar goedkoopere woningen. Met de toe passing van dit middel volgt men echter niet den goeden weg. De woningen moeten gebouwd worden in denzelfden stijl, waarin de woningen thans door de vereenigingen ge bouwd worden. In de laatstgehouden vergadering van den Nationalen Woningraad werd gezegd, dat in andere plaatsen woningen werden gebouwd. Waarom heeft de Begeering haar toestem ming tot het bouwen van arbeiderswoningen door woning bouwvereenigingen voor Leiden niet verleend? Ligt dat alleen aan de Begeering, of is de oorzaak daarvan ook te zoeken bij de gemeente Leiden? Heeft het gemeentebestuur ten volle

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 3