264
MAANDAG 2 JULI 1934.
(Voorzitter c.a.)
verzoek om het ambtenarenreglement vast te stellen overeen
komstig het advies van het Georganiseerd Overleg.
Zullen worden behandeld tegelijk met het ontwerp-
ambtenarenreglement
10°. Amendementen van den heer van Weizen, den heer
Bosman, den heer Eikerbout, de lieeren Beekenkamp, van Es,
Wilmer en Wilbrink, de heeren Beekenkamp, van Es, Lombert
en van der Beijden, de heeren Beekenkamp, van Es, Wilmer
en van der Beijden, de heeren Wilmer, Beekenkamp en
Wilbrink, de heeren Wilbrink, Eikerbout en Bergers, de
heeren Goslinga, van Es, Eikerbout, Beekenkamp, Wilbrink
en Bergers en de heeren Wilmer, Bergers, Wilbrink, Beeken
kamp, Lombert en van Tol.
Deze amendementen worden voldoende ondersteund en
kunnen derhalve een onderwerp van beraadslaging uitmaken.
Zullen worden behandeld tegelijk met het ontwerp-
ambtenarenreglement
11°. Verzoek van Mr. L. Weijl om te besluiten tot het
aanbrengen van een klokkenspel in den toren van het nieuw
te bouwen Stadhuis.
De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders
voor, dit verzoek voor kennisgeving aan te nemen.
De heer Sehüller vraagt, of het niet gewensclit is, het
adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders
om prae-advies.
De heer Elk'erbout heeft zich verbaasd over het inkomen
van dit adres, aangezien hij meent, dat het in het voornemen
ligt, het klokkenspel in den toren aan te brengen. Is het
inderdaad de bedoeling, dit te doen?
De Voorzitter zegt, dat naar de meening van het College
dit adres het best voor kennisgeving kan worden aangenomen,
aangezien het inderdaad de bedoeling is, het klokkenspel in
den toren aan te brengen. De toren is zóó ontworpen, dat
er noodwendig een klokkenspel in geplaatst moet worden.
De heer Sehüller heeft er geen oogenblik aan getwijfeld,
of het klokkenspel zou worden aangebracht, maar tot nog
toe heeft het College den Baad niet definitief medegedeeld,
dat het inderdaad in liet voornemen ligt en daarom achtte
spreker het uitbrengen van een praeadvies gewenscht.
De Voorzitter kan het praeadvies thans uitbrengen: het is
de bedoeling, het klokkenspel aan te brengen. Iedere Leide-
naar zal zich verheugen, wanneer hij de klokken hoort
beieren.
Wordt overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter
zonder hoofdelijke stemming besloten.
12°. Adressen van de Leidsche Vereeniging van Indu-
strieelen, de N.V. Stoomzeep-, Eau de Cologne- en Parfu-
merieënfabriek v/h Sanders en Co, de N.V. Textielfabrieken
Gebr. van Wijk en Co., de N.V. Stoomfabriek van Verduur
zaamde Levensmiddelen „de Ster" v/h N. Wouterlood P.Jzn.
en de N.V. Stoombroodfabriek en Melkinrichting „de Ver
eeniging" v/h Koole Nicola en Co., houdende verzoek om
eigendommen, welke voor industrieele doeleinden gebezigd
worden van „Baatbelasting Levendaal" vrij te stellen.
13°. Adres van den Verhuurdersbond voor Leiden en
Omstreken en den Leidsclien Bouwkring houdende verzoek
om het voorstel tot vaststelling van een verordening fot
heffing van een „Baatbelasting Levendaal" niet aan te
nemen.
Zullen worden behandeld bij punt 5 van de agenda.
14°. Verzoek van den heer Kuipers om hem toe te staan
aan Burgemeester en Wethouders vragen te stellen in zake
de verhooging van het pensioenverhaal op de wedden van
de ambtenaren.
De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders
voor de gevraagde toestemming te verleenen en de inter
pellatie te doen houden na afloop van de gedrukte agenda.
De heer Kuipers stelt voor, gelet op de agenda, de inter
pellatie op een vroeger tijdstip te doen houden.
Geldleeningcn; e.a.
(Kuipers e.a.)
Misschien zal een avondvergadering gehouden worden en
zal het laat worden; daarom is het beter deze interpellatie
eerder aan de orde te stellen.
De Voorzitter zegt, dat de behandeling van de punten, die
op de agenda vermeld staan, urgent is; ten deele zijn deze
voorstellen van groot belang, ten deele zijn ze reeds meermalen
uitgesteld. Spreker ziet inderdaad niet in, dat de jongste
interpellatie van den heer Kuipers eerder aan de orde moet
worden gesteld dan na afhandeling van de gedrukte agenda
spreker handhaaft het voorstel van Burgemeester en Wet
houders.
De heer Sehüller betwist niet, dat al deze punten urgent
zijn, maar het is op het oogenblik 2 Juli en volgens geruchten
gaat de door den heer Kuipers bedoelde korting op 1 Juli
in, zonder dat de Baad daarin gekend is. Spreker acht dit
een zeer urgent punt. De Voorzitter zal in elk geval moeten
toezeggen, de interpellatie aan de orde te zullen stellen na
een bepaald punt van de agenda, b.v. na punt 6, maar niet
na afloop van de gedrukte agenda, wat in goed Hollandsch
beteekent, dat ze vandaag niet meer aan de orde komt.
De Voorzitter weet niet of dat juist is, maar zal dan aan
den Baad voorstellen die interpellatie op zoodanig tijdstip
te doen houden, dat ze vandaag nog aan de orde komt.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van den Voorzitter besloten.
Aan de orde is alsnu:
I. Voorstel tot het aangaan van een tweetal geldleeningcn
en tot vaststelling van de desbetreffende begrootingsregeling.
(Zie Ing. St. No. 145.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
Ia. Onderzoek van den geloofsbrief van liet nieuw benoemde
raadslid, de heer A. J. Sclioneveld.
De Voorzitter benoemt de heeren Meijnen, Wilmer en
Verweij tot leden van de Commissie van onderzoek van
dezen geloofsbrief en schorst vervolgens de vergadering.
Na hervatting van de vergadering deelt de heer Meijnen
namens de Commissie mede, dat de Commissie den geloofs
brief in orde heeft bevonden, weshalve zij tot toelating van
den heer Schoneveld adviseert.
Daartoe wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem
ming besloten.
II. a. Herstemming over artikel I van de verordening,
houdende wijziging van de verordening betreffende
de wedden van ambtenaren in dienst van de ge
meente Leiden en voortzetting van de behandeling
van die verordening
b. Eindstemming over het voorstel tot vaststelling van
een verordening op het beheer van de bedrijven der
gemeente Leiden en van een verordening op het
beheer van het Grondbedrijf der gemeente Leiden
en tot wijziging van de verordening betreffende de
wedden van ambtenaren in dienst van de gemeente
Leiden, in zijn geheel;
e. Benoeming van den hoofdingenieur bij de Stedelijke
Fabrieken van Gas en Electriciteit, Ir. F. Stokhuyzen,
tot adjunct-directeur dier Fabrieken;
d. Benoeming van den hoofdboekhouder der afdeeling
administratie van de genoemde Fabrieken, W. Wig-
gers, tot administrateur, hoofd der genoemde afdeeling.
(Zie Ing. St. Nis. 104 en 136.)
De Voorzitter stelt allereerst aan de orde punt a van het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Artikel I wordt thans aangenomen met 18 tegen 17 stemmen.
Vóór stemmen: de heeren Bomijn, Wilmer, Beekenkamp,
Huurman, van der Beijden, Wilbrink, de Beede, van Es,
Meijnen, Coster, van Tol, van Bosmalen, Manders, Bergers,
Lombert, Tepe, Splinter en Goslinga.
Tegen stemmen: de heeren Kooistra, Groeneveld, Bosman,
van Weizen, van Ecu, Schriller, Vallentgoed, van Eecke,