276 MAANDAG 2
Demping Levendaal enz.
(Manders.)
nomen zou worden; anderzijds neemt men er echter ook ge
noegen mede, om de hoogere kosten, dat de huizen aan de
Plantage niet afgebroken worden. De versmalling bij de
Groenebrug' zal minder hinderlijk zijn dan de uitgang bij de
Plantage. Dit behoeft daarom op de demping dus geen in
vloed te hebben.
Spreker dacht dat het vanzelf zou spreken, dat de Oegst-
geesterlaan geheel op dezelfde breedte doorgetrokken zou
worden. Het door te trekken deel is 200 M. lang, terwijl
het reeds bestaande deel 300 M. lang is. Wat zou nu rede
lijker zijn dan dat men den verbindingsweg tusschen den
breeden Eijnsburgerweg en den breeden Maredijk, die op
24 M. geprojecteerd is, welke verbindingsweg voor 3/5 deel
reeds 25 M. breed is, ook voor het overige 2/s doortrok op de
zelfde breedte? Volgens het College gebeurt dit niet, omdat
de Oegstgeesterlaan haar bestemming als ceintuurbaan buiten
de spoorbaan om, die over het Academisch Ziekenhuis been
zou loopen, verloren heeft. Maar op het oogenblik beeft die
weg zijn bestemmnig toch nog niet verloren; door de bestaan
de verkeersbeboeften zal die weg van zelf doorgetrokken
worden over den tegenwoordigen Wassenaarscheweg, die
later ook verder doorgetrokken wordt en om bet Ziekenhuis
heen zal loopen, zoodat die ceintuurbaan zal loopen, niet
zooals oorspronkelijk gedacht is, maar meer noordwaarts.
Daarom is die bestemming dus niet veranderd. Er is een
breede Wassenaarscheweg ontworpen, die op den Eijnsburger
weg uitkomt bij de Oegstgeesterlaan.
Het is van geen belang, dat een stukje Eijnsburgerweg
er tusschen ligtmen kan zonder bezwaar van dezen weg met
een bocht in de Oegstgeesterlaan rijden. Indien men bij den
Maredijk een doorgang onder den spoorweg maakt, kan men
bij gesloten overweg gemakkelijk de Oegstgeesterlaan be
reiken. Niet alleen met het oog op het verkeer, maar ook
op grond van aesthetische overwegingen is het gewenscht
de Oegstgeesterlaan voor het verdere gedeelte een breedte
van 25 M. te geven. Het eerste gedeelte is een zeer ruime
laan, die, al kan zij nog wel iets verbeterd worden, thans
reeds aardig aandoet. Wordt het verdere gedeelte 15 M. breed
(de breedte van de Mariënpoelstraat), dan zal dit uit een
stedebouwkundig oogpunt niet voldoen, maar ook uit een
aesthetisch oogpunt zeer vreemd aandoen.
Met het oog op de belangen van de eigenaren der aangren
zende gronden is het billijk, dat deze laan op dezelfde breedte
wordt doorgetrokken. Bij de eigenaren van de gronden,
grenzende aan het eerste gedeelte, heeft men vroeger den
indruk gewekt, dat dit inderdaad zou geschieden; zij hebben
den voor die breede laan vereischten grond afgestaan en
de breedere bestrating betaald.
Men heeft gezegd, dat elke meter breedte meer aan de
gemeente zooveel zal kosten, maar spreker twijfelt aan de
juistheid van die bewering. De diepte van de terreinen, ge
legen aan de Oegstgeesterlaan, is buiten de voortuinen aan
de noordwestzijde van de laan van 56 tot 81M., maar bedraagt
aan de zuidoostzijde van 18 tot 38 M. Men heeft dus 18 M.
voldoende gevonden voor het ontwerpen van een bebouwing
en derhalve is de diepte van het terrein tusschen de Mariën
poelstraat en de Oegstgeesterlaan voldoende, wanneer deze
laan 25 M. is. Tusschen de Mariënpoelstraat en de Oegst
geesterlaan ligt 16.500 M2. bouwgrond en tusschen de Oegst
geesterlaan en den spoorweg 6.000 M2. bouwgrond, die de
gemeente kan verkoopen.
Trekt men de Oegstgeesterlaan op een breedte van 15 m
door, dan zal de daaraan grenzende grond ontegenzeglijk
minder waard zijn dan wanneer men de breedte op 25 M. be
paalt. De ligging van den bouwgrond bepaalt diens waarde;
daarom is de waarde ook verschillend. Inderdaad zal de
grond aan de Oegstgeesterlaan, die bij een breedte van 15 M.
10.opbrengt, bij een breedte van 25 M. zeker 12.op
brengen. Nu zal niet alle grond tusschen Oegstgeesterlaan en
Mariënpoelstraat 12.waard worden, maar de helft daar
van wel, n.l. die aan de zijde van de Oegstgeesterlaan, dus
8.250 M2., terwijl 6.0002M. tusschen Oegstgeesterlaan en spoor
weg, aan de andere zijde, ook 12.waard wordt, zoodat
in totaal 9.000 M2. 12.zullen opbrengen, terwijl in het
andere gaval 11.250 M2. 10.zal opbrengen. Bij 15 M. zou
de gemeente aan bouwgrond ontvangen 112.500.niet
gerekend de bouwgrond aan de Mariënpoelstraat, bij 25 M.
breedte 108.000.dus 4.000 minder. Volgens een bere
kening van den Directeur der Gemeentewerken zou de verbree
ding ƒ5.per M2. kosten, dus bij een meerdere breedte van
10 M. 50.per strekkende M. Dat nu is onjuist. In de eerste
plaats kost die klinkerbestrating niet 5.perM2., maar boven
dien wordt die straat niet geheel bestraat; de indeeling zal
integendeel geheel anders wordenin het midden komt een gras
perk, hetgeen nog niet ƒ1.per M2 kost. De kosten van de ver
breeding van de Oegstgeesterlaan zijn dus wel zwaar bekeken.
JULI 1934.
Demping Levendaal enz.
(Manders e.a.)
Op het uitbreidingsplan heeft de Oegstgeesterlaan gestaan
op 25 M. breedte, totdat zij op een gegeven oogenblik tot 15 M.
vernauwd is. Is over deze wijziging nu ook overleg gepleegd
met het bureau Granpré Molière, Verhagen en Kok en met
de provinciale Commissie voor de uitbreidingsplannen?
Wat nu betreft de werkverschaffing door dit voorstel,
ligt het geheel in sprekers lijn om, door uitvoering van zooveel
mogelijk werken, de werkloosheid zooveel mogelijk te doen
verdwijnen. Hoe meer er gedaan wordt, hoe beter, al moet
er ook een zeker offer voor gebracht worden. Voorgesteld
wordt: dit werk in werkverschaffing uit te voeren; dit heeft
eenerzijds sprekers bijzondere goedkeuring, omdat z.i., hoe
het dan ook zij, werkverschaffing toch nog altijd beter is dan
dat de werkloozen steun krijgen zonder eenige tegenprestatie,
1°. omdat de menschen liever den kost verdienen dan hem
cadeau krijgen en 2°. omdat de werkloosheid een zeer depri-
meerenden invloed uitoefent, zoodat zij voor de maatschappij
een ernstige kwaal is.
Het is jammer, dat het loon bij een 48-urige werkweek
en een uurloon van 0.40 slechts 19,20 per week kan be
dragen. Men zal echter moeilijk aan de werking van de gel
dende bepalingen kunnen ontkomen. Indien het mogelijk was,
zou het intusschen zeer gewenscht zijn een hooger uurloon
te betalen. In elk geval is het uitvoeren van de werken op
deze wijze, ook al is het loon te weinig, beter dan het ver-
leenen van steun.
De heer van Stralen zegt, dat zijn fractie deze voorstellen
van het College met zeer gemengde gevoelens heeft ontvangen.
Spreker mag zonder gevaar van beschuldigd te worden
Van overdrijving en ook zonder vrees voor tegenspraak zeggen,
dat zijn fractie van het begin af aan op de bres heeft gestaan
voor de totstandkoming van de dempingsplannen. De vrij
zinnig-democratische fractie heeft er indertijd ook voor ge
ijverd en in den laatsten tijd heeft de heer Manders evenzeer
gepleit voor het aanvatten van dit werk.
In den eersten tijd, nu ongeveer elf jaren geleden, voerde
men bezwaren aan op grond van mogelijke schending van het
stadsschoon. Geen enkele van deze beschermers en verdedigers
van het stadsschoon woonde echter aan het Levendaal; men
woonde aan mooie singels of in schoone landelijke dreven.
De stank van het Levendaal kreeg op deze bezwaren de
overhand en toen van steeds meer zijden op de demping
van deze stinkende gracht werd aangedrongen, vernam men
andere bezwaren. Er kwamen technische bezwaren, die vooral
door het College jarenlang naar voren werden gebracht. Het
College heeft ook op grond van die vermeende bezwaren,
jarenlang de demping van het Levendaal tegengehouden, tot
eindelijk in Juni 1930 een voorstel van sociaal-democratische
zijde om los van rioleeringsplan en uitbreidingsplan tot dem
ping van het Levendaal over te gaan door het College werd
overgenomen. Toen, 4 jaar geleden, was financieel normale
uitvoering in alle opzichten mogelijk; wanneer toen voort
varend was opgetreden en onverwijld aan de toezegging ge
volg was gegeven, zou deze zaak nu waarschijnlijk reeds
eenigen tijd haar beslag hebben gekregen. Door de lange voor
bereiding kreeg men intusschen echter de crisis en de groote
werkloosheid; het werd toen moeilijk; eenerzijds werd de
demping uit een oogpunt van werkverruiming urgenter,
maar anderzijds kwamen er financieele bezwaren en wertl
uitvoering van dit werk voor de gemeente financieel minder
gemakkelijk. Toch acht spreker ook op het oogenblik normale
uitvoering van deze demping financieel nog mogelijk; finan
ciering op de normale wijze is nl. mogelijk door er voor te
leenen, maar spreker heeft langzamerhand geconstateerd, dat
men dat middel niet meer Avenscht te beproeven en dat men
dus de mogelijkheid van normale uitvoering hiervan niet
meer onder het oog wenscht te zien. Spreker schrijft dit hier
aan toe, dat het voor de gemeente mogelijk is geworden, het
op voordeeliger wijze uit te voeren; immers, de rijksbijdrage
van 60.000.de voorgestelde baatbelasting plus wat de
gemeente door uitvoering van dit werk aan steun uitspaart,
vertegenwoordigen ongeveer de helft van het benoodigde
bedrag. Spreker kan zich dus wel voorstellen, al kan hij het
allerminst toejuichen of verdedigen, dat het College zich op
dit standpunt heeft vastgezogen; het is daarvan als het ware
xdet meer af te krijgen. Het is ook een teleurstelling, dat het
College zich niet bijzonder druk maakt over de toch belangrijke
vraag hoe de arbeidsvoorwaarden en speciaal de loonen van
de te werk te stellen arbeiders zullen zijnelk woord van leed
wezen, dat het niet is toegestaan om bij deze werken een hooger
uurloon te betalen dan ƒ0,40 mist spreker in de stukken;
spreker en de zijnen hebben juist bezwaar tegen de loonen;
over de wenschelijkheid van werkverruiming op groote schaal
en van het gelegenheid geven tot arbeid aan werkloozen is
ieder het eens, ook de werkloozen. Verwijten over werkschuw-