238 MAANDAG 18 JUNI 1931. Reorganisatie Maatsch. Hulpbetoon; e.a. (Romijn e.a.) bevat een verklaring van voortreffelijkheid van het werk van mej. de Vries, maar legalisatie is van den bestaanden toestand, die volkomen op de feiten zelf gegrond is en volstrekt niet moet worden opgevat als een appreciatie van datgene, wat zij tijdens de reorganisatie heeft gedaan, waarmede het punt verder niets te maken heeft. Het geldt hier geen onderscheiding voor mej. de Vries of een uiting van dankbaarheid voor haar werk, maar wel iets, dat voortvloeit uit den natuurlijken gang van zaken. De heer van Eek zegt, dat het den heer de Reede volkomen vrijstaat tot de conclusie te komen, dat uit het amendement van mevrouw Braggaarde Does wantrouwen in het College spreekt, maar acht dit toch geen gewenschte methode van interpreteeren van een anders voorstel, want bij de beant woording van de vraag, wie de benoeming zal doen, de Raad of het College, zou men volgens de opvattingen van den heer de Reede wantrouwen uitspreken öf in het College, of in den Raad. Men heeft zich de vraag te stellen: welk College is tot het doen van de benoeming het meest geschikt. De Gemeentewet (art. 179) laat den Raad vrij daarover naar gelang van de omstandigheden te beslissen. Men kan daaromtrent van mee ning verschillen, maar wanneer men zegt: degenen, die de benoeming wenschen op te dragen aan den Raad, hebben wantrouwen in liet College en zij, die haar wenschen op te dragen aan het College hebben wantrouwen in den Raad, brengt men de discussie op zijwegen en is er geen sprake van een geschikte wijze van argumenteeren. Het gaat hierbij om de benoeming van iemand, die voor korteren of langeren tijd den directeur zal moeten vervangen en daarbij, met volkomen dezelfde rechten als de directeur heeft, zal kunnen optreden. Vooral in dezen tijd is dit een belangrijk, moeilijk en verantwoordelijk ambt, waarbij het plaatsvervangend hoofd met volkomen eigen verantwoorde lijkheid moet kuimen optreden. Dit is voor spreker een zaak van beteekenis. Het is volkomen begrijpelijk, dat de sociaal democraten den Raad voor die benoeming het eerst aange wezen lichaam achtenal geeft de aanbeveling van het College den doorslag, in zeer vele gevallen wordt toch de benoeming van een hoofd van dienst aan den Raad overgelaten. Men kan daarover van meening verschillen, maar het is niet juist hier het argument van wantrouwen in het geding te brengen en een andere uitlegging te geven aan de woorden van me vrouw Braggaar. De Voorzitter zegt, dat mevrouw Braggaar veel eenvoudiger had kunnen voorstellen om uit het voorstel van het College te doen vervallen de woorden ,,door ons College te benoemen" wanneer dit er niet in staat, spreekt het vanzelf, dat de Raad die benoeming verricht, krachtens de Gemeentewet. Spreker verzoekt mevrouw Braggaar toe te stemmen, dat bij aanneming- van haar amendement deze woorden geacht worden te ver vallen uit het voorstel van het College. Mevrouw Braggaarde Does heeft daartegen geen bezwaar. Het amendement van mevrouw Braggaarde Does wordt verworpen met 20 tegen 11 stemmen. Tegen stemmende heeren Meijnen, van Es, van Tol, Tobé, Vos, Wilbrink, Eikerbout, Manders, van Eecke, van Rosmalen, Lombert, Beekenkamp, Tepe, Romijn, Goslinga, Wilmer, Bergers, de Reede, Bosman en Coster. Vóór stemmen: mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren van Stralen, Schüller, mevrouw Braggaarde Does, de heeren van Weizen, Kooistra, Koole, Groeneveld, van Eek, Vallent- goed en Kuipers. Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeen komstig het voorstel sub b van het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. (De heeren Koole en Groeneveld waren inmiddels ter ver gadering gekomen.) II. Voorstel tot verhuring van de bovenwoning Breestraat 114a, aan Mej. C. A. L. van Scliaik. (Zie Ing. St. No. 128.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Verhuring perceel Aalmarkt 12; e.a. (Voorzitter.) III. Voorstel tot wijziging van de met J. P. van Berge Henegouwen aangegane overeenkomst van huur en verhuur betreffende het perceel Aalmarkt No. 12. (Zie Ing. St. No. 129.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. IV. Voorstel tot verhuring van de groote speelplaats van de voormalige bewaarschool aan de van der Werfstraat aan J. A. van der Reijden Jr. (Zie Ing. St. No. 130.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. V. Voorstel lot het aangaan van een overeenkomst met het Departement Leiden van de Maatschappij tot Nut van 't Alge meen in zake ingebruikgeving van eenige localiteiten van liet gebouw Steenschuur 21 aan de gemeente ten behoeve van het houden van raadsvergaderingen en andere vergaderingen. (Zie Ing. St. No. 131.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VI. Voorstel tot wijziging van de begrooting, dienst 1933, in verband met de kosten van pensioenen, wachtgelden en ongevallen- en ziekteverzekering van ambtenaren en werk lieden. (Zie Ing. St. No. 138.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VII. Voorstel tot kostelooze overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van strooken voor straat bestemden grond nabij de Tomatenstraat en de Meloenstraat, kad. bekend Gemeente Leiden, Sectie O Nis. 13(56 (ged.), 936 (ged.), en 1298 (ged.), toebehoorende aan II. P. Jansen. (Zie Ing. St. No. 132.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VIII. Voorstel tot aankoop van het perceel grond, kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie M No. 4137, van de N. V. Maatschappij tot Exploitatie van Tramwegen te Haarlem en tot vaststelling van de desbetreffende begrootingsregeling. (Zie Ing. St. No. 133.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorste] van Burgemeester en Wethouders besloten. IX. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de ver sterking van de overkluizing van het Kort Rapenburg met bijkomende werken. (Zie Ing. St. No. 134.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. IXa. Voorstel aan de eigenaren van het slootgedeelte, ge legen ten Noorden van de Ten Katestraat en tussehen de de Genestetslraat en de Da Costastraat, te gelasten dat slootge deelte te dempen. (Zie Ing. St. No. 141.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. IXb. Voorstel in zake aanbieding van schadeloosstellingen aan eigenaren van perceelen, begrepen in het onteigeningsplan ten behoeve van den bouw van een nieuw Raadhuis en de ver breeding van de Korenbrugsteeg en in zake aankoop van die perceelen voor de aangeboden bedragen, casu quo dagvaarding van de eigenaren, die het bod niet aanvaarden. (Zie Ing. St. No. 140.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 4