262 MAANDAG 18 JIJ NI 1934. Interpellatie-van Stralen; verlaging steunnormen. (Eikerbont e.a.) mogelijke heeft gedaan om de invoering van de verlaging te voorkomen en toen dit niet mogelijk bleek, getracht heeft een regeling te verkrijgen, die zoo rechtvaardig en billijk mogelijk was. De personen, die dit deden, hopen van het doel niet al te ver verwijderd te zijn gebleven en erkennen dankbaar, dat de Eegeering zich beijverd heeft, Iran daarin ter wille te zijn. In deze omstandigheden zou de aanneming van de motie van den heer van Stralen het intrappen van een open deur zijn. Het voorstel van den heer van Stralen wordt verworpen met 16 tegen 13 stemmen. Tegen stemmen: de lieeren Meijnen, van Es, van Tol, Tobé, Eikerbout, van Rosmalen, Lombert, Beekenkamp, Tepe, Eomijn, Goslinga, Wilmer, Bergers, de Eeede, van der Eeijden en Coster. Vóór stemmen: mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren van Stralen, Vos, Schüller, mevrouw Braggaarde Does, de heeren van Weizen, Kooistra, Koole, Groeneveld, Yerweij, van Eek, Vallentgoed en Kuipers. (De heeren Wilbrink, Manders, van Eecke, Bosman en Huurman hadden inmiddels de vergadering verlaten.) De Voorzitter verklaart hiermede de interpellatie voor gesloten en vraagt, of een der leden thans nog iets in het belang van de gemeente in het midden heeft te brengen. Interpellatie-van Stralen; verlaging steunnormen. (Schüller e.a.) De heer Schüller zegt, dat de Wethouder bij de behandeling van de begrooting heeft toegezegd, dat binnen drie of vier maanden de kwestie van het 4/5 loon in den Eaad aan de orde zou komen. Die termijn is nu verstreken. Spreker vraagt, wanneer dit onderwerp aan de orde zal komen. De heer Tepe kan het niet met zekerheid zeggen. Aan de hoofden van de takken van dienst is een circulaire gezonden en tot nog toe hebben nog steeds niet alle hoofden het ant woord gezonden. De heer Schüller vraagt, of de Wethouder nu maar rustig afwacht? De heer Tepe doet zijn uiterste best om de antwoorden binnen te krijgen, maar kan de zaak niet forceeren. De heer Eikerbout vraagt, of het niet mogelijk is in verband met de aanhoudende droogte het gras van de taluds op dezelfde manier te laten besproeien, als waarop men de straten besproeit. De Voorzitter zegt, dat het College daaromtrent overleg zal plegen met den Directeur van den Dienst der Gemeente werken. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GEOEN& ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 28