GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 115 m«EE«HEN STUKKEN. X°. 138. Leiden, 8 Juni 1934. De uitgaven van pensionneering, verzekering tegen onge vallen, invaliditeit en ziekte van de gemeente-ambtenaren en werklieden, welke voor 1933 in totaal waren geraamd op 683.000.hebben bedragen 690.713.21 of 7.713.21 meer. De ontvangsten, in totaal geraamd op 351.786.hebben bedragen 383.683.82 of ƒ31.897.82 meer. In de totaal-ontvangst ad 383.683.82 is evenwel begrepen eene hoogere ontvangst van 31.124.96 in verband met de verhooging van het pensioenverhaal voor alle gemeente ambtenaren en -werklieden tot het bij de wet toegelaten maximum. Vermits in afwachting van 's Eaads beslissing op het voorstel ter zake, de opbrengst hiervan voorloopig op Hoofd stuk XV werd uitgetrokken, dient volgn. 201 „Verhaal van bijdragen voor eigen- en weduwen- en weezenpensioen ingevolge art. 36 der Pensioenwet 1922' met 31.124.96 te worden verlaagd. Ter dekking van de hoogere uitgaaf ad 7.713.21 kan derhalve slechts worden beschikt over eene hoogere ontvangst van 772.86 (ƒ31.897.82 ƒ31.124.96), zoodat alsnog in de dekking van 6.940.35 moet worden voorzien. Ingevolge de begrootingsvoorschriften moeten de boven staande kosten, alsmede de daartegenover staande ont vangsten, nadat zij op de daarvoor bestemde verzamelposten zijn geraamd, over de verschillende hoofdstukken en para grafen der begrooting worden verdeeld. In verband hiermede treft U hieronder een overzicht aan van de voor pensionneering en verzekering op de verschillende verzamelposten geraamde en uitgegeven of ontvangen be dragen met vermelding of de uitgaven en ontvangsten meer of minder hebben bedragen dan geraamd was. Bovendien vindt U aan het slot van den hierbij gaanden begrootings- staat, model D, de bij de verschillende verzamelposten behoorende verdeelingsstaten, waarin de op de diverse hoofd stukken en paragrafen der gemeentebegrooting ter zake gedane uitgaven en ontvangsten zijn aangegeven. 216.62 Uitgaven. Volgn. 238. Verzekering tegen on gevallen en invaliditeit De uitgaven terzake, geraamd op 9.350.bedragen 9.566.62. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 238). Volgn. 239. Premiën ingevolge de Ziektewet542.53 De premiën, geraamd op 9.460.bedragen 10.002.53. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 239.) Volgn. 240. Wachtgelden. 2373.28 De uitgaven geraamd op ƒ2.380.bedragen ƒ4.753.28. De op wachtgeldstelling van eenige onderwijzeressen bij het openbaar bewaarschoolonderwijs, van een ambtenaar van Maatschappelijk Hulpbetoon en van eenige ambte naren van het opgeheven bij kantoor aan de Langestraat van de Gemeentelijke Hulpbank hebben de overschrijding veroorzaakt. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 240.) Volgn. 241. Uitkeeringen als be doeld in artikel 6 der verordening regelende het verleenen van wachtgeld aan gemeente-ambtenaren De uitgaven, geraamd op 2.439.bedragen 2.228.88. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 241.) Volgn. 242. Pensioenen De uitgaven, geraamd op 223.025.bedragen 222.646.77 (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 242.) Volgn. 243. Bijdragen voor eigen en weduwen en weezenpensioen inge volge art. 36 der Pensioenwet 1922 7.816.53 De uitgaven, geraamd op 210.12 378.23 422.346.bedragen 430.162.53 De terzake op verschillende volg nummers uitgetrokken sommen blijken te laag te zijn geraamd. Op de begrooting voor 1934 zijn op de betrekkelijke volgnummers dan ook hoogere bedragen uitge trokken. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 243.) Volgn. 245. Bijdragen voor in koop van diensttijd voor pensioen ingevolge de artt. 41, 42a en 135 der Pensioenwet 1922 De uitgaven, geraamd op ƒ11.800.—, bedragen ƒ9.926.87. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 245.) Volgn. 246. Overige uitgaven ter zake van de pensionneering van ambtenaren De uitgaven, geraamd op 2.200.bedragen 1.425.73. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 246.) 10.948.96 Ontvangsten. Volgn. 11. Verhaal van bijdragen voor eigen- en weduwen- en weezen pensioen, ingevolge art. 36 der Pen sioenwet 1922 De ontvangsten, geraamd op 98.515.bedragen 129.639.96. Zooals hierboven reeds werd medegedeeld is de hoogere ont vangst op dit volgnummer een gevolg van de gelijkmaking, met ingang van 1 April 1933, van het pensioenverhaal voor alle gemeente ambtenaren en -werklieden tot het bij de wet toegelaten maximum. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 11.) Volgn. 13. Verhaal van bijdragen voor inkoop van pensioen ingevolge de artt. 42 en 137 der Pensioenwet 1922 De ontvangsten, geraamd op ƒ2.070.bedragen ƒ1.920.26. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 13.) Volgn. 14. Vergoeding van de bedrijven in de kosten van verzeke ring, pensionneering enz. van de ambtenaren en beambten. Zie Hoofdstuk II der uitgaven, volgnrs 239, 240, 242, 243, 245 en 246.) De ontvangsten, geraamd op 244.042.bedragen 245.979.83 (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 14.) Volgn. 15. Vergoeding van de gemeentelijke instellingen, in de kosten van verzekering, pension neering enz. van de ambtenaren en beambten (Zie Hoofdstuk II der uitgaven, volgnrs 239, 240 en 243.) De ontvangsten, geraamd op 4.359.bedragen 4.706.20. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 15.) Volgn. 16. Overige ontvangsten terzake van de pensionneering van ambtenaren De ontvangsten, geraamd op 2.800.bedragen 1.437.57. (Zie den verdeelingsstaat be hoorende bij volgn. 16.) Volgn. 201. Verhaal van bij dragen voor eigen- en weduwen- en weezenpensioen ingevolge art. 36 der Pensioenwet 1922 (Zie het medegedeelde hier boven.) 31.124.96 1.937.83 347.20 33.409.99 1.873.13 774.27 3.235.75 149.74 1.362.43 31.124.96 32.637.13 Meer. Minder. Meer. Meer. Minder. Minder.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 1