218 MAANDAG Benoeming opzichter Reinigings- en Ontsmettingsdienst; e.a. (Voorzitter e.a.) heer Versterre, die in vasten dienst is bij de gemeente Haarlem en hier niet in tijdelijken dienst genomen kon worden. Er is echter geen enkele reden om wat betreft den heer Pitlo, die niet in gemeentedienst is, af te wijken van de gewoonte om hen, die voor het eerst in gemeentedienst komen, tijdelijk, eerst voor een jaar, aan te stellen. In het Ingekomen Stuk is hieromtrent niets gezegd. Bij spreker is nu de vraag gerezen, of het de bedoeling van den Raad is, den heer Pitlo overeen komstig het hier geldend gebruik eerst in tijdelijken dienst te benoemen. De heer Schüller zegt, dat volgens het ambtenarenreglement ook de heer Versterre voorloopig niets anders dan een tijde lijke aanstelling had kunnen ontvangen. De Voorzitter merkt op, dat een dergelijke bepaling niet in het bestaande ambtenarenreglement voorkomt. Spreker geeft den Raad in overweging te besluiten, de be noeming een tijdelijk karakter te doen dragen. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten. II. Benoeming van een onderwijzeres aan de school voor buitengewoon lager onderwijs. (Zie Ing. St. No. 109.) Wordt benoemd met algemeene (34) stemmen Mejuffrouw F. H. Th. van Wijk, zulks met ingang van een nader door Bur gemeester en Wethouders te bepalen datum. III. Voorstel: a. tot benoeming van 4 schoolartsen voor het tijdvak 1 April 19341 April 1930; b. om goed te keuren, dat aan het raadsbesluit van 26 Juni 1933, betreffende het opdragen van het medisch toezicht op de leerlingen van de buitengewone school voor lager onderwijs aan een psychiater-specialist, voorloopig geen uitvoering wordt gegeven. (Zie Ing. St. No. 110.) De Voorzitter stelt allereerst aan de orde het voorstel sub a van het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Worden voor den tijd van twee jaren, zulks gerekend te zijn ingegaan op 1 April 1934, weder benoemd, ieder met algemeene (34) stemmen: Mejuffrouw Dr. C. Hovens-Gréve en de Heeren H. P. Veldhuijzen, W. J. E. M. Simons en A. J. B. Poortman. De Voorzitter stelt vervolgens aan de orde het voorstel sub h van het voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer Vos is bereid ter wille van de bezuiniging tot het verleenen van de gevraagde goedkeuring mede te werken, in de verwachting evenwel, dat het raadsbesluit van 26 Juni 1933, hetwelk door het College en den Raad als een goed be sluit is beschouwd, niet in het vergeetboek zal geraken, maar ter uitvoering zal worden voorgedragen, zoodra de stand der geldmiddelen dit zal toelaten. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. IV. Praeadvies op het verzoek van den heer Chr. Kok om eervol ontslag uit zijn betrekking van leeraar in het Engelsch aan de Gemeentelijke Kweekschool voor onderwijzers en onder wijzeressen en aan de aan die kweekschool verbonden afzon derlijke cursussen. (Zie Ing. St. No. 111.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. V. Praeadvies op het verzoek van den lieer A. Meerburg om eervol ontslag uit zijne betrekking van onderwijzer aan de Leerschool. (Zie Ing. St. No. 112.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. 4 JUNI 1934. Eervol ontslag onderwijzeres; e.a. (van Stralen e.a.) VI. Praeadvies op het verzoek van Mej. E. I. C. Plasscliaert om eervol ontslag uit hare betrekking van onderwijzeres aan de o.l. school aan de Paul Krugerstraat A. (Zie Ing. St. No. 113.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. VII. Voorstel tot het verleenen van eervol ontslag aan een 5-tal onderwijzers en één onderwijzeres bij het openbaar lager onderwijs, wegens opheffing van hunne betrekking. (Zie Ing. St. No. 114.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders be sloten. VIII. Begrooting, dienst 1934, van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten deze begrooting goed te keuren. IX. Voorstel tot goedkeuring van de rekening over 1932 van het le plan van de Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van Werkmanswoningen en tot beschikbaarstelling van gelden aan genoemde Vereeniging in verband met het nadeelig saldo van die rekening. (Zie Ing. St. No. 116.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten X. Voorstel tot verhooging van verschillende posten der begrooting, dienst 1933, waarvan de raming te laag is gebleken, alsmede tot toevoeging van cenige nieuwe posten aan die begrooting. (Zie Ing. St. No. 124.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XI. Voorstel tot beschikbaarstelling van strookjes gemeente grond aan de Stedelijke Fabrieken van Gas en Elcctrieiteit ten behoeve van den bouw van transformatorhuisjes. (Zie Ing. St. No. 117.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XII. Voorstel tot overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van gedeelten grond en water, kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie L No. 1459 ged., gelegen aan en nabij de Aloëlaan, van de N.V. Bouw- en Exploitatie Maatschappij „Ons Eigendom". (Zie Ing. St. No. 118.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XIII. Voorstel tot het verleenen van goedkeuring aan de N.V. Leidschc Duinwater Maatschappij tot het uitvoeren van werken ten behoeve van ecne uitbreiding van den watervang. (Zie Ing. St. No. 119.) De heer van Stralen heeft niet het minste bezwaar tegen dit voorstel, maar weet niets naders over de wijze van uitvoering van deze werken. Spreker heeft vernomen, dat er plannen zijn om ze uit te voeren in werkverschaffing; daartegen zou hij bezwaar hebben. Nu is wel juist, dat het hier een particu liere instelling' is, die niet zonder meer werken in werkver schaffing kan uitvoerendaarvoor zou toestemming van het gemeentebestuur noodig zijn. Spreker verzoekt dus, dat de Raad vóórdat deze plannen worden uitgevoerd, een voorstel van het College krijgt omtrent de wijze van uitvoering van dit jrlan. De heer Goslinga zegt, dat het hier uitsluitend gaat om de toestemming van den Raad om dit uitbreidingswerk uit te voeren; daarnaast staat de vraag hoe het uitgevoerd zal worden. Inderdaad is bij het gemeentebestuur in overweging,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 4