112
No. 71) werd in beginsel besloten 358 arbeiderswoningen
te doen bouwen, mits voor den bouw voorschot uit 's Rijks
kas wordt verkregen. Een tweetal plannen is thans in uit
voering, terwijl andere plannen nog in behandeling zijn en
dus nog in uitvoering moeten komen; sedert Uwe Vergadering
genoemd besluit nam heeft echter de particuliere bouwnijver
heid het aantal woningen weer belangrijk doen toenemen,
terwijl op dit oogenblik nog plannen voor een groot aantal
woningen in uitvoering en in voorbereiding zijn; deze
woningen zijn geenszins alle middenstandswoningen; daar
onder bevinden zich verscheidene eenvoudige, goedkoope
huizen.
Bedoeld beginsel-besluit werd genomen op grond van een
toen ingesteld onderzoek naar de vermoedelijke behoefte aan
arbeiderswoningen; daaraan thans incidenteel en ondanks
de sedert plaats gehad hebbende en de nog verder te ver
wachten toeneming van het aantal woningen uitbreiding te
geven, ontmoet o. i. bedenking.
2. De prijs, dien de vereeniging voor den grond biedt, is
blijkens het bovenstaande, lager dan de prijs die van den
heer Jansen kan worden verkregen. Leidt een prijs van
8.50 per M2. bij bebouwing met 41 woningen (volgens het
plan van „Eensgezindheid") tot een bedrag van i 858.
aan grondkosten per woning, de vereeniging gaat in een door
haar overgelegde begrooting uit van een bedrag van 800.
per woning. De heer Jansen stelt den koopprijs van de door
hem te bouwen woningen (grond inbegrepen) in het
algemeen op rond 3.200.terwijl de bouwvereeniging,
hoewel zij een lagere som voor grondkosten aanneemt, de
stichtingskosten toch nog op 3.500.raamt. De werkelijke
kosten van de in aanbouw zijnde 20 woningen der ver
eeniging zullen (den grond a 7.80 per M2. inbegrepen)
3.325.bedragen. Uit een oogpunt van goedkoope
bouw wint derhalve in dit geval het particuliere bouwplan
het van het vereenigingsplan, staat daarbij althans niet achter,
en vooral ook om deze reden kan aan het vereenigingsplan
geen medewerking worden verleend. Dit is in overeenstemming
met de ook door de Regeering gevolgde gedragslijn, dat voor
schotten voor den bouw van woningen, ter voorziening in
de behoefte aan eenvoudige arbeiderswoningen, kunnen
worden gegeven, voorzoover aannemelijk is, dat het particu
lier bouwbedrijf niet in die behoefte voorzietdeze gedragslijn
is uitdrukkelijk bij art. 24, 4e lid van het Woningbesluit
voorgeschreven.
Trouwens de ervaring, bij het overleg met de Regeering
over de aanhangige woningwetplannen opgedaan, heeft
geleerd, dat in een geval als dit geen redelijke kans op het
verkrijgen van voorschot bestaat, terwijl in aansluiting
hieraan wordt herinnerd aan de wijziging der woningwet ten
opzichte van deze materie'.
3. Het niet aanleggen van den kinderspeeltuin door den
desbetreffenden grond bijna geheel tot plantsoen in te
richten is in strijd met het uitbreidingsplan. De bestemming
van den grond tot kinderspeeltuin behoort, al is het oogenblik
van aanleg nog niet aangebroken, te worden gehandhaafd.
4. Ons College heeft aan de vereeniging geen uitzicht op
verkrijging van het onderhavige terrein geopendintegendeel,
ons College heeft aan het vereenigingsbestuur bij missive
van 29 Maart 1932 medegedeeld, dat, waar aan de vereeniging
slechts 20 woningen waren toebedeeld, zij maar een klein
gedeelte van het beschikbare bouwterrein ter plaatse behoefde.
5. Het bestuur doet een beroep op de omstandigheid, dat
zij bij de laatste twee gelegenheden slechts 27 en 20 woningen
toegewezen kreeg. Het is duidelijk, dat dit geen steekhoudend
argument is; het gaat er immers niet om, hoeveel woningen
een bepaalde vereeniging bouwde, maar hoeveel woningen
ter voorziening in de woningbehoefte noodig waren.
6. Verder voert het bestuur aan, dat de vereeniging, om
tot de uitvoering van het 6e plan (20 woningen) te kunnen
geraken, zich een belangrijk financieel offer heeft getroost,
waarvan het onderwerpelijke bouwterrein eveneens profi
teert; dit slaat op een uitgaaf van ƒ3.500.die de ver
eeniging deed voor de demping van een gedeelte Broersloot,
waardoor de Trompstraat kon worden doorgetrokken en ter
plaatse niet een brug behoefde te worden gelegd. Het bestuur
legt in zijn adres op dit gevolg van de demping wel wat al
te veel den nadruk; de demping bracht ook voor de vereeni
ging zelve verschillende voordeelen mede, o.a. dat het plan
van de 20 woningen nu volledig kon worden uitgevoerd, daar
anders twee woningen moesten vervallendat voor de tuinen
meer grond beschikbaar kwam; dat de vereeniging geen
beschoeiing behoefde te maken en te onderhouden. Het
maken van een brug zou trouwens geen bezwaar hebben
opgeleverd voor den verkoop van den grond. Bij de transactie
met de vereeniging inzake de demping werd van de zijde der
gemeente dan ook geen verband gelegd met de uitgifte van
den grond in kwestie.
Intusschen is de demping van dit gedeelte Broersloot zeer
zeker mede in het belang van de exploitatie van dezen grond
wij achten het daarom niet onbillijk, de vereeniging in de
door haar gemaakte kosten tegemoet te komen door haar
een bedrag van 1.000.te restitueeren.
Voor verdere bijzonderheden verwijzende naar de in de
Leeskamer ter visie liggende stukken, waaronder de rapporten
van de Oommissie van Fabricage, geven wij Uwe Vergadering
alsnu in overweging te besluiten:
a. door vaststelling van de overgelegde staten tot wijziging
van de algemeene begrooting en van de begrooting van het
grondbedrijf, beide dienst 1934, een bedrag van 22.450.
te onzer beschikking te stellen voor straataanleg op het aan
de gemeente toebehoorend terrein ten oosten van de van
Speykstraat, onder welk bedrag van 22.450.1.000.
is begrepen als bijdrage aan de woningbouwvereeniging
„Eensgezindheid" in de kosten van de plaats gehad hebbende
demping van een gedeelte Broersloot;
b. aan H. P. Jansen, alhier, tegen den prijs van 8.50 per
M2. te verkoopen de perceelen bouwterrein, ten Oosten van
de Kortenaerstraat, groot 4140 M2., kadastraal bekend
gemeente Leiden, Sectie N nis 334 ged. en 335 ged., op de
overgelegde kaart in roode kleur aangeduid, zulks onder de
mede overgelegde voorwaarden, waaronder de bepaling, dat
de op de kaart in lichtroode kleur aangegeven grond, bestemd
als toegang tot den geprojecteerden speeltuin, wordt over-
bouwd en dat als vergoeding voor het recht van overbouwing
wordt betaald 8.50 per M2. te overbouwen grond;
c. aan II. C. de Jong, alhier, tegen den prijs van ƒ8.50
per M2. te verkoopen het perceel bouwterrein, ten oosten
van den sub b genoemden grond, groot 1820 M2., kadastraal
bekend gemeente Leiden, Sectie N nis 334 ged. en 335 ged.,
op de overgelegde kaart in donkerbruine kleur aangeduid,
zulks onder de mede overgelegde voorwaarden;
d. het hieronder afgedrukte adres van het bestuur der
woningbouwvereeniging „Eensgezindheid" hiermede als afge
daan te beschouwen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden
Leiden 16 Februari 1934.
Aan den Raad van de Gemeente Leiden.
Edelachtbare Dames en Heeren.
Geven met verschuldigde eerbied te kennen: onderge-
teekenden K. Wassenaar en A. J. Schoneveld, resp. Voorzitter
en Secretaris van de Woningbouwvereeniging „Eensgezind
heid" te Leiden, ten deze domicilie kiezende Zijlsingel 53
te Leiden;
dat zij vernomen hadden, dat de bouwgrond, (grenzende
aan het in uitvoering zijnde 6e Bouwplan van genoemde
Vereeniging), kadastraal bekend Sectie N. no 334 en 335,
beschikbaar zou zijn voor den bouw van arbeids-woningen
dat zij per 9 Januari j.l. een schetsplan voor bebouwing
van genoemden grond hebben ingezonden bij het College
van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Leiden
en per 27 Januari daaraanvolgend nogmaals een schrijven
hebben doen toekomen aan het Gemeentebestuur, waarin
de Vereeniging zich bereid verklaarde, de bedoelde grond
inclusief de grond bestemd voor speelterrein, te willen
koopen, om onder garantie van de Gemeente, een blok van
40 woningen te stichten, met een huurprijs van 5.
per week
dat de Vereeniging de grond bestemd voor speelterrein,
behoudens nadere goedkeuring, voor een groot gedeelte zou
willen bestemmen voor plantsoenaanleg, omdat aan het
woning-complex aan de Zijlsingel iets dergelijks ontbreekt
en zij slechts een klein gedeelte voor speelterrein zouden
willen bestemmen;
dat aanleg en onderhoud van het aan te leggen plantsoen
geheel voor rekening van de Vereeniging zou plaats hebben;
dat bij het Secretariaat een schrijven is ingekomen van
het College van Burgemeester en Wethouders, waarin werd
medegedeeld, dat het bezwaar ontmoet, thans plannen in
overweging te nemen voor woningbouw met voorschot of
garantie der Gemeente, boven de verschillende aanhangige
en in uitvoering zijnde plannen en dat het College tot haar
leedwezen, derhalve geen termen kan vinden den verkoop
van bedoelden grond, aan onze Vereeniging te bevorderen;
dat ons bestuur met teleurstelling van deze beslissing heeft
kennis genomen;
dat zij meenen, waar reeds in een gehouden conferentie
met den Wethouder van Fabricage, een voorloopige toe
zegging is gedaan;
dat de Vereeniging, om tot de uitvoering van het 6e bouw
plan te komen, zelve een belangrijk financieel offer heeft
gebracht, waardoor voorkomen werd, dat in het verlengde
van de Trompstraat een brug zou worden gelegd en de
Broedersloot voor dat gedeelte ongedempt zou blijven;
dat zij dit offer niet gebracht heeft terwille van een ander