80 b. „werkman": dengene, die krachtens aanstelling door liet daartoe bevoegd gezag der gemeente in recht- streekschen dienst van de gemeente of van door de gemeente beheerde diensten en bedrijven is, wiens wedde bij de week is bepaald en die niet tot de ambtenaren, bedoeld onder a, 2°, behoort. 2. Op „ambtenaren"/,,werklieden", als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, omtrent wier rechtstoestand bij of krachtens de wet regelen zijn vastgesteld, is deze verordening slechts van toepassing, voor zoover bij of krachtens de wet die rechtstoestand niet is geregeld. 3. Op „ambtenaren"/,,werklieden", als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, die een betrekking bekleeden, welke is geplaatst op een door den Raad vast te stellen staat van nevenbetrekkingen, zijn alleen die bepalingen van deze verordening van toepassing, welke op dien staat zijn vermeld. Art. 2. Voor de toepassing van deze verordening worden niet als „ambtenaar"/„werkman" beschouwd: a. het personeel der gemeente-politie; b. het onderwijzend personeel bij inrichtingen van onder wijs; c. personen, met wie een arbeidsovereenkomst naar burger lijk recht is gesloten. Art. 3. 1. Ter uitvoering van de bepalingen van deze verordening stelt het hoofd van eiken tak van dienst, na overleg met de voor zijn tak van dienst ingestelde dienstcommissie en onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, Bijzondere Voorschriften vast. 2. In de Bijzondere Voorschriften wordt vermeld, wie voor de toepassing van deze verordening als hoofd van den tak van dienst moet worden beschouwd. Art. 4. 1. Voor de ambtenaren/werklieden worden, zoo noodig, instructies vastgesteld. 2. De vaststelling van deze instructies geschiedt: a. voor de door den Raad benoemde ambtenaren door den Raad; b. voor alle overige ambtenaren door Burgemeester en Wethouders; c. voor de werklieden door het hoofd van den tak van dienst. Art. 5. 1. Het hoofd van den tak van dienst stelt ten minste éénmaal per week, zooveel mogelijk op een vastgesteld uur, de aan zijn tak van dienst verbonden ambtenaren/werklieden in de gelegenheid hem over zaken, den dienst betreffende of hunne persoonlijke belangen rakende, te spreken. 2. Ha schriftelijke aanvrage, bevattende mededeeling Van de onderwerpen, de bijzondere arbeids- en dienstvoorwaarden bij den betrokken tak van dienst betreffende, waarover een onderhoud wordt verlangd, ontvangt het hoofd van den tak van dienst ook de afgevaardigden van de vakvereenigingen van overheidspersoneel, waarbij ambtenaren/werklieden in dienst der gemeente als leden zijn aangesloten. Indien bij zondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, is hij echter met machtiging van Burgemeester en Wethouders bevoegd zoodanig onderhoud onder opgave van redenen te weigeren. Art. 6. 1. Deze verordening verstaat onder: a. „afwisselende dienst": dagdienst, afgewisseld met nachtdienst, met Zondagsdienst of met nacht- en Zondagsdienst b. „gewone wedde": de wedde in geld, waarop de ambtenaar/werkman krachtens de in artikel 35 be doelde verordening, c.q. krachtens artikel 37, per maand/per week recht heeft, verminderd met het bedrag van de door hem verschuldigde pensioens bijdragen en met het bedrag van eventueel op de wedde toegepast wordende tijdelijke kortingen; c. „uurloon": de, met het bedrag' van eventueele tijde lijke kortingen verminderde, wedde, waarop de werk man krachtens de in artikel 35 bedoelde verordening, c.q. krachtens artikel 37, per week recht heeft, ge|J deeld door 48 of 55, al naar gelang zijn arbeidsduur in artikel 31 op 48 of 55 uren per week is gesteld; bij het aldus verkregen quotiënt wordt een bedrag kleiner dan een halve cent verwaarloosd en een bedrag grooter dan een halve cent als een cent gerekend d. „feestdagen": den niet op Zondag vallenden nieuw jaarsdag, den Goeden Vrijdag, den 2en Paaschdag, den Hemelvaartsdag, den 2en Pinksterdag, den dag, waarop Leidens ontzet wordt gevierd, de niet op Zondag- vallende Kerstdagen, alsmede iederen anderen dag, die in elk bijzonder geval als zoodanig door Burge meester en Wethouders wordt aangewezen; e. „nacht": den tijd tusschen 10 uur namiddags en 6 uur voormiddags. 2. Voor de toepassing van deze verordening worden de Zondag, de niet op Zondag vallende Nieuwjaarsdag, de 2e Paaschdag, de Hemelvaartsdag, de 2e Pinksterdag en de niet op Zondag vallende Kerstdagen gerekend van middernacht tot middernacht. De duur van eiken anderen feestdag wordt door Burgemeester en Wethouders vastgesteld. Art. 7. De door deze verordening aan het hoofd van den tak van dienst toegekende bevoegdheden ten aanzien van de bij zijn dienst werkzame ambtenaren/werklieden, worden te zijnen aanzien door Burgemeester en Wethouders uitgeoefend, voor zoover uit deze of eenige andere verordening niet uitdrukkelijk het tegendeel blijkt of voor zoover die bevoegdheden te zijnen aanzien niet krachtens wet of verordening aan anderen zijn opgedragen. Art. 8. 1. Indien op grond van deze verordening aan den ambte naar/werkman een schriftelijke kennisgeving moet worden gedaan, geschiedt deze tegen afgifte van een door hem te onderteekenen gedagteekend ontvangstbewijs. 2. Indien de ambtenaar/werkman weigert de in het eerste lid bedoelde kennisgeving in ontvangst te nemen of het be wijs van ontvangst te onderteekenen of af te geven, maakt degene, die met de uitreiking van de kennisgeving was belast, een gedagteekende verklaring, op, welke verklaring alsdan tot bewijs strekt, dat de kennisgeving op den dag, als in de verklaring vermeld, gedaan is. HOOFDSTUK II. Aanstelling en bevordering. Art. 9. De ambtenaren/werklieden worden aangesteld door Burge meester en Wethouders, voorzoover de aanstelling niet bij de wet of verordening aan anderen is opgedragen of voor behouden. Art. 10. 1. De ambtenaren/werklieden worden aangesteld in tijde- lijken of vasten dienst. 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 11 geschiedt de aanstelling in tijdelijken dienst alleen, indien redelijkerwijs vaststaat, dat aan den arbeid van den aan te stellen amb tenaar/werkman blijvend behoefte zal bestaan en dat mits dien na gebleken bekwaamheid en geschiktheid de tijdelijke dienst door aanstelling in vasten dienst zal worden gevolgd. 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 12 geschiedt aanstelling in vasten dienst, niet door aanstelling in tijdelijken dienst voorafgegaan, alleen, indien redelijkerwijs vaststaat, dat aan den arbeid van den aan te stellen ambtenaar/werkman blijvend behoefte zal bestaan. 4. De duur van den tijdelijken dienst bedraagt niet meer dan twee jaren. In bijzondere gevallen echter kan door of met toestemming van Burgemeester en Wethouders of, indien de ambtenaar/werkman door den Raad wordt benoemd, door dit College, de tijdelijke dienst met ten hoogste een jaar worden verlengd. Art. 11. 1. Om als ambtenaar/werkman in tijdelijken dienst te kunnen worden aangesteld, moet men: a. voldoen aan de eischen van bekwaamheid, die gesteld worden, en (of) de diploma's bezitten, welke het tot aanstelling bevoegd gezag noodig acht; b. den leeftijd van 21/23 jaar bereikt en dien van 40 jaar niet hebben overschreden; c. geneeskundig onderzocht en lichamelijk geschikt bevonden zijn voor de op te dragen werkzaamheden. 2. Het geneeskundig onderzoek wordt ingesteld door een door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen, in of buiten Leiden gevestigden geneeskundige. 3. De uitslag van de in het vorige lid bedoelde keuring

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 8