r>9
stelt, werd voor het dienstjaar 1933 aanvankelijk uitge
trokken een bedrag van 31.900.welk bedrag, mede in
verband met de tijdsomstandigheden, bij raadsbesluit d.d.
28 April 1933 werd verhoogd met ƒ13.100.tot 45.000.
terwijl daarna nog noodig bleek te zijn een bedrag van
1.599.38, zoodat het gemeentelijk subsidie aan genoemde
vereeniging over 1933 bedraagt 46.599.38.
Aan voeding werden in totaal verstrekt 315358 porties.
Ook in 1933 werd tot aanneming van leerbngen niet over
gegaan, dan nadat de aanvragen daartoe door den Armenraad
waren onderzocht. In sommige gevallen had een heronder
zoek plaats.
De kinderen, die voedsel ontvingen, bezochten de volgende
scholen
O.l. school aan:
het Schuttersveld
de Duivenbodestraat
de Haverstraat
de Paul Krugerstraat
den Zuidsingel
de Vrouwenkerksteeg
de Medusastraat
Centrale school voor het 7e en 8e leerjaar
School voor buitengewoon l.o. aan:
de Caeciliastraat
Bijz. I. school aan:
de Pasteurstraat
de Middelstegracht
het Plantsoen
de Pelikaanstraat
de Oude Vest
de Krauwelsteeg
Uitgereikt werden 584 jongenshemden, 584 jongensbroeken,
637 jongensblouses, 637 bovenbroeken, 545 meisjeshemden,
545 ineisjesbroeken, 603 meisjesjurken, 603 meisjesschorten,
2369 paren kousen en 481.3 paren klompen.
De controle op een behoorlijk gebruik van de kleeding-
stukken geschiedde ook thans weder tijdens de maaltijden.
De kosten van het voedsel bedroegen per portie met
inbegrip van de kosten van bediening 10.87 cent. Ge
middeld was de grootte van de porties 0.611 liter.
Behalve het subsidie van de gemeente ontving de ver
eeniging aan contributiën 254.25, aan bijdragen en giften
13.10, aan opbrengst van collecten, busjes, enz. 90.14.
Uitgegeven werd ƒ46.956.87, waarvan voor: voeding
ƒ31.183.61, kleeding ƒ11.546.10, uitgaven van allerlei aard
als loonen, ad verten tiën en drukwerken, meubilair, mate
rialen, enz. 4.227.16.
Tenslotte wordt nog medegedeeld, dat de voorwaarden,
bedoeld in artikel 10 van het aangehaalde Koninklijk besluit,
behoorlijk werden nageleefd."
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 93.
Leiden, 4 Mei 1934.
Bij het hieronder afgedrukt adres verzoekt P. Z. Dubbelaar
hem een subsidie uit de gemeentekas te verleenen ten be
hoeve van den autobusdienst ZoeterwoudeLeiden.
Met de Commissie van Financiën zijn wij van oordeel,
dat de belangen van de gemeente Leiden niet in zoodanige
mate bij dezen dienst zijn betrokken, dat het verleenen van
financieelen steun in dezen tijd van noodzakelijke beperking
van de gemeentelijke uitgaven, gewettigd zou zijn.
Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende
stukken geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging
op het verzoek afwijzend te beschikken.
Aan den Gemeenteraad.
Burg.
en Weth. A*an Leiden.
Aan den Gemeente Baad van Leiden.
M. H.
De ondergeteekende, P. Z. Dubbelaar, wonende te Leiden
Van Banchemstraat 6, heeft de eer U te berichten, dat hy
als ondernemer van den Autobus-dienst ZoeterwoudeLeiden
dagelijks 5 malen een verbinding onderhoudt tusschen beide
gemeente.
Daar deze Autobus-dienst als een belang voor de inwoners
van Zoeterwoude wordt beschoud, wordt hem jaarlijks, tegen
bepaalde voorwaarde, door den Baad dier gemeente een
subsidie in zijn exploitatiekosten verleendover 1933 een
bedrag van 250.
Daar hij meent, dat ook het belang van de gemeente
Leiden gediend word door het onderhouden van genoemden
Autobus-dienst en het hem zwaar valt de totaale kosten,
welke de exploitatie vordert, te dragen, verzoekt hij Uw
Geacht College wel te willen bevorderen, dat hem ook door
de Gemeente Leiden een subsidie in de exploitatiekosten
wordt verleend, gelijk aan die der Gemeente Zoeterwoude.
't Welk doende U Hoogacht
P. Z. Dubbelaar.
K°. 94.
Leiden, 4 Mei 1934.
Eenigen tijd geleden moest de Volmolenbrug, gelegen
over de Langegracht, tegenover de Volmolengracht, wegens
den slechten toestand, waarin zij verkeerde, worden afge
broken. Aangezien ook de ten Westen van de brug gemaakte
hulpbrug voor voetgangersverkeer binnen afzienbaren tijd
versleten zal zijn, achten wij het, mèt de Commissie van
Fabricage en Commissarissen van de Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit, welk bedrijf in dezen het meeste
belang heeft, wenschelijk, dat tot den bouw van een nieuwe
Volmolenbrug wordt overgegaan, in aanmerking nemende,
dat demping van de Langegracht vooralsnog uitgesloten is.
De bedoeling is, dat de nieuwe brug ongeveer midden
tegenover de Volmolengracht zal komen te liggen en dat zij
geschikt zal zijn voor rijver keer. In verband hiermede zal zij,
overeenkomstig den wensch der Commissie van Fabricage,
een breedte tusschen de leuningen verkrijgen van 4.50 meter,
n.l. een rijbaan van 3 meter met aan weerszijden een ver
hoogd trottoirtje van 0.75 meter. Grootere afmetingen, die
de kosten belangrijk hooger zouden maken, zullen o.i., gelet
op het te verwachten geringe verkeer over de brug, niet
noodig zijn. De doorvaarthoogte onder de brug zal 1.50 meter
bedragen, zijnde iets meer dan die van de verder oostelijk
over de Langegracht gelegen Oostdwarsbrug.
De kosten van de nieuwe Volmolenbrug zullen aldus
bedragen Jr 5.800.van welk bedrag 5/7, derhalve
4.125.ten laste zal kunnen komen van de Stedelijke
Fabrieken van Gas en Electriciteit. Het resteerende 2/7
gedeelte ad i 1.675.zal kunnen worden gevonden door
overschrijving van den post „Onvoorziene Uitgaven", op
welken post nog 39.506.beschikbaar is.
Met verwijzing overigens naar de in de Leeskamer neer
gelegde stukken geven wij Uw Vergadering mitsdien in over
weging door vaststelling van de overgelegde staten tot
wijziging van de gemeente-begrooting en van de bedrijfs-
begrootingen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electri
citeit, dienst 1934, een bedrag van 5.800.ter beschikking
te stellen voor den bouw van een nieuwe Volmolenbrug.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 95.
Leiden, 4 Mei 1934.
Het gebouw, waarin de Jongensschool voor U.L.O. aan de
Pieterskerkstraat is gevestigd, maakt het door zijn kleine
lokalen niet wel mogelijk blijvend een zoodanige, in het
financieel belang van de gemeente zoozeer noodige, klasse-
bezetting te hebben, dat aanstelling van boventallige leer
krachten kan worden vermeden. Wel is waar is, door de
groote vermeerdering van het totaal-getal leerlingen van die
school op 1 September 1933 (van 228 tot 267), de toestand
aldus geworden, dat het Bijk over een deel van 1934 de
jaarwedden van alle leerkrachten zal vergoeden, doch wij
achten het hoogst twijfelachtig, of op een dergelijke bezet
ting van de klassen in de toekomst kan worden gerekend.
Mocht de Bijkssubsidieschaal in voor de gemeente ongun-
stigen zin worden gewijzigd, dan zouden de kleine lokalen
een beletsel opleveren, om de school bij de veranderde sub
sidie te doen aanpassen.
Doch afgescheiden zelfs hiervan, mag naar ons gevoelen
de tegenwoordige toestand, waarbij verschillende lokalen
overvol zijn, niet langer worden bestendigd.
Op deze gronden zijn wij van meening, dat tot verbouwing
Aanduiding van de scholen:
Aantal kinderen
dat aan de
voeding deelnam.