GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. OreEEOMGS STUKKEN. N°. 85. Leiden, 4 Mei 1934. Van den heer H. 0. van Leeuwen, huurder van het winkel huis Nieuwe Rijn No. 20 en van het bovenhuis van de Graanheurs, is een verzoek om huur ver mindering ingekomen. Dit perceel werd aan hem laatstelijk hij raadsbesluit van 22 Januari 1923 (Ingek. Stukken No. 9) verhuurd voor 1.400.per jaar. Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel, dat er in dit geval aanleiding is, voorloopig voor één jaar den huurprijs te verlagen tot 1.250.Overeenkomstig het tegenwoordig gevolgd systeem is de straatbelasting ad rond 50.in den huurprijs begrepen. Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken, geven wij mitsdien Uwe Vergadering in overweging, Uw besluit van 22 Januari 1923 inzake de verhuring van het winkelhuis Nieuwe Rijn No. 20 en het bovenhuis van de Graanbeurs aan H. C. van Leeuwen, in dier voege te wijzigen, dat met ingang van 1 Mei 1934, voorloopig voor één jaar. de huurprijs wordt verlaagd tot 1.250.per jaar, waaronder begrepen de straatbelasting, en dat art. 3 van de huurovereenkomst inzake den nooduitgang van de Graan beurs wordt aangevuld met de bepaling, dat deze uitgang door de gemeente ook als toegang mag worden gebruikt. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 86. Leiden, 4 Mei 1934. Ieder jaar verzoekt het Genootschap „Mathesis Scien- tiarum Genitrix" om haar kosteloos eenige lokalen van de Stadsgehoorzaal af te staan, ten behoeve van de te houden algemeene ledenvergadering en de tentoonstelling van werkstukken van leerlingen. Op deze verzoeken werd tot nog toe door Uwe Vergadering steeds gunstig beschikt en verwacht mag worden, dat deze houding ook zal worden aangenomen ten opzichte van verdere verzoeken van het Genootschap van dezelfde strekking. Ter vermijding van onnoodigen omslag achten wij het daarom gewenscht, dat Uwe Vergadering ons College machtigt om voor het vervolg aan het Genootschap eenige lokalen van de Stadsgehoorzaal voor het bovenomschreven doel kosteloos af te staan. Van deze machtiging zou dan voor het eerst gebruik kunnen worden gemaakt met betrekking tot de in dit jaar te houden algemeene ledenvergadering en tentoonstelling van werkstukken, ten aanzien waarvan reeds een verzoek door het Genootschap bij ons College werd ingediend. In verband met het vorenstaande geven wij Uwe Ver gadering mitsdien in overweging ons College te machtigen om aan het Genootschap „Mathesis Scientiarum Genitrix" kosteloos eenige lokalen van de Stadsgehoorzaal af te staan voor de ieder jaar te houden algemeene ledenvergadering en de eveneens ieder jaar te houden tentoonstelling van werkstukken van leerlingen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 87. Leiden, 4 Mei 1934. De ten aanzien van de 4 gemeentelijke kinderspeeltuinen voor den tijd van 3 jaren gesloten exploitatie-overeenkomsten loopen op de hieronder genoemde data af: 1°. kinderspeeltuin ten zuiden van den Haagweg, ingebruik gegeven aan „Westerkwartier", 1 Juni 1934 (Ingek. Stukken No. 124 van 1930); 2°. kinderspeeltuin bij de Seringenstraat, ingebruik ge geven aan „Zuiderkwartier", 27 Juni 1934 (Ingek. Stukken No. 89 van 1930); 3°. kinderspeeltuin ten zuiden van de Van der Duynstraat, ingebruik gegeven aan „Noorderkwartier", 1 Juni 1935 (Ingek. Stukken No. 263 van 1931); 4°. kinderspeeltuin ten noorden van den Lagen Rijndijk, ingebruik gegeven aan „Oosterkwartier", 12 November 1935 (Ingek. Stukken No. 41 van 1932). In de ingebruikgeving van de sub 1 en 2 genoemde kinder - 57 speeltuinen moet thans derhalve opnieuw worden voorzien. Met het oog op den datum van expiratie van de overeenkomst betreffende de beide andere speeltuinen, verdient het aan beveling de nu afloopende overeenkomsten slechts tot 1 Juni van het volgende jaar te bestendigen. Alsdan eindigen in 1935 de verschillende exploitatie contracten op een zoodanig tijdstip, dat gelegenheid bestaat voor alle speeltuinen de wijze van exploitatie en den inhoud der exploitatieregelingen nader onder oogen- te zien. Het is echter gewenscht inmiddels reeds de beide te ver lengen overeenkomsten eenigszins te verduidelijken en aan te vullen. Het is o.a. voorgekomen, dat een vereeniging bezwaar maakte de bescheiden der rekening over te leggen, op grond, dat art. 5,3e lid alleen zegt, dat de rekening aan de goedkeuring van ons College is onderworpen en niet tevens overlegging van de bescheiden vordert; hoewel deze opvatting onjuist was, daar de bescheiden deel uitmaken van de rekening, ware, om allen twijfel in deze op te heffen, in art. 5 de over legging van de bescheiden der rekening alsnog uitdrukkelijk te vermelden. Een ander punt betreft de regeling van het onderhoud; art. 6 geeft aan ons College de bevoegdheid om onderhoud te gelasten, indien het vereenigingsbestuur in gebreke blijft. Het artikel voorziet echter niet in het geval, dat aan de lastgeving niet wordt voldaan, afgezien dan van de in art. 8 geregelde mogelijkheid van tusschentijdsche beëindiging van de ingebruikgeving. Het komt ons daarom gewenscht voor, aan art. 6 toe te voegen, dat bij het niet voldoen aan de lastgeving, het onderhoud door de gemeente op kosten der vereeniging kan geschieden, naar analogie derhalve van de regeling voor woningwetwoningen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging de overeenkomsten met de speeltuinvereenigingen „Wester kwartier" en „Zuiderkwartier" inzake de ingebruikgeving van de kinderspeeltuinen ten zuiden van den Haagweg en bij de Seringenstraat, afloopende resp. 1 Juni en 27 Juni 1934, te verlengen tot 1 Juni 1935, zulks onder eenigszins ver duidelijkte en gewijzigde voorwaarden, door ons College vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 88. Leiden, 4 Mei 1934. Met het hieronder afgedrukt voorstel van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit tot het aangaan van een nieuwe gasleveringsovereenkomst met de gemeente Leiderdorp kan ons College zich vereenigen. Onder verwijzing naar den inhoud van de missive van Com missarissen geven wij Uwe Vergadering mitsdien in over weging over te gaan tot vaststelling van de overgelegde concept-overeenkomst betreffende de levering van gas in de gemeente Leiderdorp door de Stedelijke Gasfabriek te Leiden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 30 April 1934 De in 1910 met de gemeente Leiderdorp gesloten gas leveringsovereenkomst werd aangegaan voor een termijn van 30 jaren, eindigende 1 September 1940, terwijl bij de wijziging van de overeenkomst van 24 November 1924 die termijn tot 31 December 1949 werd verlengd. Het contract bevat echter bovendien een bepaling (art. 1), krachtens welke Leiderdorp bevoegd is na 15, 16 enz. jaren, te rekenen van 1910, de overeenkomst te doen eindigen, waarbij dan, indien de overeenkomst vóór 31 December 1940 eindigt, het gas- buizennet door Leiderdorp in eigendom moet worden over genomen tegen betaling van de contante waarde daarvan, voorzoover op dat tijdstip het buizennet nog niet is afbetaald. Deze bepaling is dus oorzaak, dat Leiden niet meer ver zekerd is van de voortzetting van de gaslevering in Leider dorp op de bestaande voorwaarden en toen Burgemeester en Wethouders dier gemeente onlangs verzochten den gas- prijs te herzien, bleek het gevaar van tusschentijdsche be ëindiging van de overeenkomst niet denkbeeldig. Bij de hierop gevolgde onderhandelingen heeft Leiderdorp zich bereid verklaard er toe mede te werken, dat het onzekere element wat den duur van het contract betreft, er uit werd gelicht, en voorts zich opnieuw voor een tijdvak van ruim dertig jaren (tot 31 December 1965) te verbinden, wanneer de gasprijs, die aldaar van 1916 af 2 cent per M3. hooger is geweest dan de Leidsche prijs, voortaan op slechts 1 cent hooger dan laatstgenoemde gasprijs werd gesteld. Met de Directie hebben wij tegen inwilliging van dit ver-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 1