46
Ceelen, kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie P, Kis 1819
en 1754, op de overgelegde situatieteekening YII in gele kleur
aangeduid, gelegen aan de Tesselschadestraat.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 66. Leiden, 6 April 1934.
Bij raadsbesluit van 29 September 1924 (Ingek. Stukken
No. 254) werd aan B. J. Timmerman tegen 800.per jaar
verhuurd het winkelhuis aan de Breestraat No. 92.
Overeenkomstig de bepalingen van het huurcontract is
per 1 Mei a.s. deze huur opgezegd, omdat het ons met het
oog op den toekomstigen Stadhuisbouw gewenscht voor
komt, dat in het vervolg de huur tusschentijds met een
korten opzeggingstermijn kan worden beëindigd, hetgeen bij
de bestaande overeenkomst niet mogelijk is.
De heer Timmerman is bereid bevonden een nieuwe huur
overeenkomst te sluiten onder de bestaande voorwaarden,
echter met dien verstande, dat beide partijen bevoegd zijn
de huur te beëindigen met een opzeggingstermijn van zes
maanden. In overeenstemming met het tegenwoordig ge
volgd systeem is de huurprijs verhoogd met de straatbelasting
ad ƒ35.—.
Wij geven Uw Vergadering mitsdien in overweging het
winkelhuis aan de Breestraat No. 92 tegen een huurprijs
van 835.per jaar (straatbelasting inbegrepen) tot weder
opzegging, ingaande 1 Mei 1934, tot uiterlijk 30 April 1939
te verhuren aan B. J. Timmerman, alhier, onder bepaling,
dat beide partijen bevoegd zijn de huur te doen eindigen
met een opzeggingstermijn van zes maanden, en verder
onder de voorwaarden van de overgelegde concept-overeen
komst.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 67. Leiden, 6 April 1934.
Bij raadsbesluit van 26 Januari 1934 werden van H. D.
Sala aangekocht de perceelen Breestraat Nis 114a, 114& en
114c. Perceel Breestraat 11.4c wordt door den heer Sala ge
bruikt als spiegel- en lijstenfabriek en als etalageruimte. De
beide andere perceelen vormen één pand, waarvan in de
benedenverdieping, Breestraat 114b, de kunsthandel van den
heer Sala is gevestigd, terwijl de bovenverdieping, Breestraat
114a, als woning is verhuurd voor 800.per jaar.
De heer Sala zou gaarne op korten termijn de perceelen
Breestraat 114b en 114c huren, n.l. voor drie maanden, met
verlenging van maand tot maand, tenzij de huur door een
der partijen wordt opgezegd. Hij is bereid een huursom van
1.800.per jaar, straatbelasting inbegrepen, te betalen, en
gaat accoord met de gebruikelijke, in de huurovereenkomst
te stellen voorwaarden.
Evenals de Commissie van Fabricage kunnen wij ons met
een verhuring op dezen voet vereenigen; met het oog op het
doel van den plaats gehad hebbenden aankoop is het ook
in het belang van de gemeente, dat de verhuring steeds op
korten termijn kan worden beëindigd.
Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende
stukken, geven wij Uwe Vergadering derhalve in overweging
de perceelen Breestraat Nis 114b en 114c tegen een huurprijs
van 1.800.per jaar, straatbelasting inbegrepen, te ver
huren aan H. D. Sala, alhier, voor den tijd van drie maanden,
ingaande 9 Maart j.l. (datum van het passeeren van de
koopakte), welke termijn telkens geacht wordt met één
maand te zijn verlengd, indien de huur niet door een der
partijen met inachtneming van een termijn van één maand
is opgezegd, zullende de verhuring in elk geval eindigen op
8 Maart 1937, zonder dat daartoe opzegging noodig zal zijn
en verder onder de overgelegde voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
IST0. 68. Leiden, 6 April 1934.
Krachtens vergunning van 16 Augustus 1872 heeft M.
Koudijs, te Noordwijkerhout, een strook berm aan den
Haarlemmertrekvaartweg, ter grootte van 2052 M2., kad.
bekend gemeente Noordwijkerhout, Sectie B No. 791, in
gebruik tegen een jaarlijksche vergoeding van 35.98.
Van J. en M. Koudijs is thans een verzoek ingekomen om
van de gemeente te mogen koopen een 5 M. lange strook
van dien berm, dienende als uitweg van hun boerderijen naar
den Haarlemmertrekvaartweg.
Omtrent den gebruikelijken koopprijs ad 1.per M2. is
met de adressanten overeenstemming bereikt.
De heer M. Koudijs wenscht het overige gedeelte van den
aan hem in gebruik gegeven grond voortaan slechts voor
10.per jaar in gebruik te hebben, aangezien de geldende
vergoeding voor den tegenwoordigen tijd te hoog is.
Aangezien ook naar onze meening in casu met een ver
goeding van 10.genoegen kan worden genomen, geven
wij Uwe Vergadering, in overeenstemming met het advies
van de Commissie van Fabricage en met verwijzing naar de
in de Leeskamer ter visie liggende stukken in overweging:
a. aan J. en M. Koudijs, te Noordwijkerhout, te verkoopen
een gedeelte berm, tot 2.50 M. uit de as van de wegverharding,
groot 60 M2., deel uitmakende van het perceel, kadastraal
bekend gemeente Noordwijkerhout, sectie B, No. 791, ge
legen langs den Haarlemmertrekvaartweg en met roode kleur
aangegeven op de overgelegde situatieteekening, tegen den
prijs van ƒ1.per M2.
b. aan M. Koudijs, te Noordwijkerhout, tot wederopzegging-
te verhuren het overige gedeelte berm van het genoemde
kadastrale perceel, op de kaart groen gearceerd, tegen een
huurprijs van 10.per jaar, uiterlijk voor den tijd van
5 jaar, ingaande op een door ons College te bepalen datum.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 69. Leiden, 6 April 1934.
Bij Uw besluit van 25 Maart 1929 (Ingek. Stukken No. 42)
werd de exploitatie van de buffetten in de Gehoorzaal bij
verlenging voor den tijd van vijf jaren, ingaande 1 Mei 1929,
tegen een pachtsom van 3500.per jaar verhuurd aan
W. F. van Ingen Schenau Jr. Bovendien betaalt de pachter,
ingevolge raadsbesluit van 2 September 1929, jaarlijks een
bedrag van 200.als rentevergoeding over de in Ingekomen
Stukken No. 149 van dat jaar omschreven meerdere ver-
bouwingskosten van de koffiekamer, zoodat de pachtsom
feitelijk ƒ3700.bedraagt. Verder komt van de kosten
van duinwaterverbruik een som van 50.per jaar voor
zijne rekening.
De pachter heeft verzocht de op ultimo April a.s. af-
loopende pacht wederom te verlengen, echter tegen een lagere
pachtsom met het oog op de tegenwoordige tijdsomstandig
heden.
Bij de terzake gevoerde onderhandelingen verklaarde de
heer van Ingen Schenau zich bereid de pacht voorloopig
weder voor den tijd van één jaar aan te gaan tegen een
pachtsom van ƒ2700.
Tegenover deze vermindering der pachtsom met 1000.
staat intusschen, dat de pachter het stoken van de centrale
verwarming op zich neemt voor een jaarlijksche vergoeding-
van 300.en dat hij kosteloos zorg draagt voor de be
diening van de z.g. middagverlichting. Een en ander ge
schiedt thans van gemeentewege en vordert een uitgaaf van
ongeveer ƒ950.overdracht van deze werkzaamheden op
den vermelden voet levert voor de gemeente derhalve een
besparing van 650.op en doet het nadeelig verschil
in pachtprijs mitsdien dalen tot 350.In verrekening
met de bedoelde vergoeding van 300.kan de pachtsom
uiteraard op 2400.worden gesteld.
Vervolgens neemt de pachter er genoegen mede, dat de
vergoeding voor het duinwater wordt gewijzigd in dien zin,
dat de gemeente voortaan een vast bedrag voor haar rekening-
neemt en dat de daarboven verschuldigde kosten ten laste
van den pachter komen; deze regeling achten wij zeer be
vorderlijk voor een zuinig gebruik van duinwater. Op de
basis van het verbruik gedurende de laatste jaren is het
door de gemeente te betalen vaste bedrag op 150.gesteld.
Overigens kunnen de voorwaarden onveranderd blijven
gelden.
Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel,
dat in de gegeven omstandigheden met een verpachting op
den aangegeven voet voor den tijd van één jaar kan worden
accoord gegaan; de beperking van den termijn voorloopig
tot één jaar is in dezen onzekeren tijd voor pachter en ver-
pachtster beiden gewenscht.
Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende
stukken geven wij Uwe Vergadering derhalve in overweging-
de exploitatie van de buffetten in de Gehoorzaal voor den
tijd van één jaar, ingaande 1 Mei 1934, tegen een jaarlijksche