GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
45
INfiEKOHEir STUKKEN.
N°. 61. Leiden, 12 Maart 1934.
Aan den Eaad der Gemeente Leiden.
Mijne Heeren,
Het Bestuur der Vereeniging „de Ambachtsschool" te
Leiden heeft de eer U mede te deelen, dat in de 1.1. gehouden
Algemeene Ledenvergadering, ter voorziening in de vacature
door het vertrek van den Heer A. M. Touw, de volgende
voordracht is opgemaakt:
1. Ir. P. CHE. EAU WE NHOFF Hoofdingenieur aan de
Koninklijke Nederl. Grofsmederij.
2. W. A. J. MONHEMIUS Wasstraat 20
en in de vacature wegens periodiek aftreden van den Heer
Ph. Bosdorff, die niet herkiesbaar is:
1. A. E. V. D. VOET Morschweg 21/21«.
2. BEETUS DE JONG Machinefabriek Ilooge Morsch
weg 100.
Volgens artikel 5 der statuten geschiedt de benoeming
•door den Gemeenteraad. Het bestuur verzoekt U daarom
beleefd uit bovenstaande voordrachten een keuze te willen
doen.
Hoogachtend
Namens het Bestuur voornoemd
A. M. Touw Voorzitter.
W. de Clercq Secretaris.
N°. 62. Leiden, 6 April 1934.
Volgens artikel 21 van de Leerplichtwet worden de leden
van de Commissiën tot Wering van Schoolverzuim benoemd
voor den tijd van drie jaren, met dien verstande, dat een
tusschentijds benoemde aftreedt op het tijdstip van aftreding
van dengene, wiens plaats hij inneemt.
Aangezien thans zoodanige driejarige periode is verstreken,
bieden wij Uwe Vergadering hierbij aan de navolgende aan
bevelingen en wel voor benoeming van zeven leden van:
I. de Noorder-Commissie tot Wering van Schoolverzuim:
A. 1°. W. CAEO, aftredend lid,
2°. L. WESTEBMAN.
B. 1°. N. v. D. HEUVEL, aftredend lid,
2°. P. A. WISSE.
C. 1°. A. J. DEN HOLLANDEB, aftredend lid,
2°. H. VINK.
D. 1°. J. H. A. MANDEES, aftredend lid,
2°. E. DUYM.
E. 1°. C. MULDEE, aftredend lid,
2°. W. J. LAMAN.
F. 1°. G. J. V. D. PLOEG, aftredend lid,
2°. W. MELIEF.
G. 1°. W. E. WOLVEES, aftredend lid,
2°. D. PEINS.
II. de Zuider-Commissie tot Wering van Schoolverzuim:
A. 1°. D. BOSMA, aftredend lid,
2°. J. O. V. SCHAICK.
B. 1°. P. G. HOCKS, aftredend lid,
2°. JAC. ZITMAN.
C. 1°. A. B. MULDEE, aftredend lid,
2°. D. V. D. MOST VAN SPIJK.
D. 1°. J. SCHOUTEN Az., aftredend lid,
2°. G. V. PUTTEN.
E. 1°. N. B. M. VEEEBUEG, aftredend lid,
2°. TH. A. GODDIJN.
F. 1°. II. v. WOUDENBEEG, aftredend lid,
2°. G. N. V..MEUES.
G. 1°. A. H. WIJNNOBEL, aftredend lid,
2°. J. H. DE VEIES.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 63. Leiden, 6 April 1934.
Tengevolge van het aan de onderwijzeres Mej. J. B.
van Heuven verleend eervol ontslag is op 1 April j.l. een
vacature ontstaan aan de opleidingsschool voor u. 1. o. aan
de Langebrug A.
Met verwijzing naar het advies van den Inspecteur van
het lager onderwijs in deze inspectie stellen wij U voor,
met ingang van een nader door ons College te bepalen
datum, te benoemen tot onderwijzeres aan de opleidings
school voor u.l.o. aan de Langebrug A, Mej. M. C. Eterman
wachtgeldster, laatstelijk onderwijzeres aan de opleidings
school voor u. 1. o. aan den Maresingel A.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 64. Leiden, 6 April 1934.
Onder verwijzing naar het in de Leeskamer ter visie liggend
rapport van de Commissie van Financiën geven wij Uwe
Vergadering in overweging de rekening, dienst 1933, van de
Plaatselijke Schoolcommissie, goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 65. Leiden, 6 April 1934.
In verband met be- en verbouwing ter plaatse, dienen de
hieronder genoemde gedeelten grond aan de gemeente te
worden overgedragen.
Wij geven Uw Vergadering mitsdien in overweging te
besluiten kosteloos in eigendom en onderhoud bij de gemeente
over te nemen:
a. van B. W. H. Bouchier, te Leiden, het strookje grond,
groot 0.70 M2., deel uitmakende van het perceel, kadastraal
bekend gemeente Leiden, sectie H, No. 3543, op de over
gelegde situatieteekening I in gele kleur aangegeven, gelegen
aan de Van der Werfstraat, hoek Korte Paradijssteeg;
b. van G. C. Bik, te Leiden, het strookje grond, groot
80 M2., deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend
gemeente Leiden, sectie M, No. 46, op de overgelegde situatie
teekening II in gele kleur aangegeven, gelegen aan den Witte
Singel
c. van P. J. van der Zanden, te Leiden, het strookje
grond, groot 1.50 M2., deel uitmakende van het perceel,
kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie G, No. 413, op
de overgelegde situatieteekening III in gele kleur aan
gegeven, gelegen aan de Breestraat, hoek Diefsteeg;
d. van L. P. van der Drift, te Leiden, het strookje grond,
groot i 0.80 M2., deel uitmakende van het perceel, kadastraal
bekend gemeente Leiden, sectie II, No. 3345, op de over
gelegde situatieteekening IV in gele kleur aangegeven,
gelegen aan de Donkersteeg, hoek Oude Eijn;
e. van A. H. Volleberg, te Zoeterwoude, het strookje
grond, groot ±0.70 M2., deel uitmakende van het perceel,
kadastraal bekend gemeente Leiden, sectie C, No. 552, op
de overgelegde situatieteekening V in gele kleur aangeduid,
gelegen aan de Groenesteeg, hoek Waardgracht;
van C. Spaanderman, te Leiden, het strookje grond,
groot 0.56 M2., deel uitmakende van het perceel, kadastraal
bekend gemeente Leiden, sectie F, No. 258, op de over
gelegde situatieteekening VI in gele kleur aangeduid, gelegen
aan de Doelensteeg, hoek Doelengracht;
g. van J. 't Hart en D. Aanen, te Leiden, de strookjes
grond, samen groot 45 M2., deel uitmakende van de per-