MAANDAG 19 FEBRUARI 1931. Gebruikmaking van deskundige bij verhuring gemeentel. Iande- (Manders e.a.) rijen en verbetering stadskweekerij. voor de beplantingen koopen, misschien ook wel tegen prijzen, waarvoor de gemeente de planten zelf niet kan kweeken. Toch is dit onderdeel van het reorganisatie-plan opgezet met het doel om een bezuiniging te krijgen; doet men dit nu niet, dan staat men over een bepaalden tijd toch voor de noodzakelijkheid om planten aan te koopen en dan niet tegen de tegenwoordige prijzen; wanneer men thans aan deze kweekerij begint, heeft men op het oogenblik de planten niet, maar krijgt men ze over 2, 3 jaar. Spreker meent dan ook, dat men niet kan wachten of ook volgende jaren dit levende materiaal te koop is voor denzelfden abnormaal lagen prijs als thans. Men moet dan ook tot het uitgeven van dit bedrag besluiten om in de toekomst bezuiniging te kunnen verkrijgen. De heer Schiiller begrijpt de opmerkingen van den heer de Reede niet; als deze het lijvig rapport, zoowel van den Directeur der Gemeentewerken, als van den opzichter, als van den adviseur van het gemeentebestuur goed had nage gaan, zou hij anders gesproken hebben. De heer de Reede beroept er zich op, dat op het oogenblik dit materiaal zeer goedkoop is, maar spreker is nog steeds van meening, dat desondanks de gemeente dit soort materiaal toch altijd nog goedkooper zelf kan kweeken dan het elk jaar te koopen. Terecht zegt de heer Manders ook dat, al zou men inderdaad dit jaar goedkooper uit zijn, men niet weet wat men het volgend jaar heeft en dan verkeert men in de onmogelijkheid deze zaak behoorlijk in orde te maken. Indien de heer de Reede eens zijn licht had opgestoken hoe in verschillende plaatsen de kweekerijen zijn ingericht, dan zijn heusch niet alleen in groote plaatsen behoorüjk verwarmde bakken voor het kweeken van planten aanwezig, maar heeft men zelfs in zeer kleine plaatsen behoorlijk ingerichte kweekerijen. Spreker zal niet eens Haarlem ter vergelijking noemen en ook niet de namen noemen van alle plaatsen, die zelf hun materiaal kweeken. De gemeente Leiden kan in het belang van het aanzien van haar plantsoenen niet anders doen dan haar kweekerij zoo goed mogelijk inrichten, zoodat deze beter en vlugger de noodige planten kan leveren dan bij aan besteding kan geschieden, waarbij men nog maar moet af wachten, wat men krijgt. De heer Splinter zegt, dat dit voorstel eigenlijk een onder deel van de geheele reorganisatie van den plantsoendienst is. Met het reorganisatie-plan is men geruimen tijd bezig geweest, doordat de samenstelling zeer moeilijk was. Het College heeft zijn licht opgestoken niet alleen bij den Directeur der Gemeentewerken en den Chef van de afdeeling Plantsoenen van dien dienst, maar heeft ook verschillende andere des kundigen geraadpleegd. Alle deskundigen zijn van meening, dat de outillage van de kweekerij verbeterd moet worden. Het gevraagde bedrag van 10.000.is niet alleen bestemd voor het maken van kassen, maar ook voor het zetten van een kantoorgebouwtje met werkplaats en bergruimte. Het gevraagde is op het oogenblik noodig. Wanneer de gemeente het noodige materiaal koopt, is zij duurder uit dan wanneer zij het zelf kweekt, doordat zij toch altijd eenige tuinlieden voor de boomkweekerij noodig heeft. Geen enkeie kweeker is in staat de boomen te leveren, zooals die door de gemeente worden geplant. De gemeente heeft jaarlijks 70.000 voorjaars- en zomerplanten noodig voor de plantsoenen. Indien deze planten werden aangekocht en men den prijs met het oog op het aanbrengen van de noodige variaties der planten stelt op gemiddeld 0.08 per stuk, zou de jaarlijksche uitgave voor aankoop 5600.bedragen. Ook wanneer men door den aankoop van deze planten met 2 tuinbeden minder zou kunnen volstaan in den regel zijn er 3 of 4 zou de gemeente bij aankoop van de planten toch nog 2400.per jaar duurder uit zijn. De glasoppervlakte van de broeibakken wordt niet grooter. De broeibakken moeten echter vernieuwd worden, omdat zij verteerd zijn; deze vernieuwing kost ƒ1400.Toen de gemeente de kweekerij van Hemerik achter den Heerensingel kocht, is de kas, die daarop aanwezig was, overgeplaatst naar de kweekerijdeze kas wordt des winters met behulp van een kachel verwarmd. Alle deskundigen hebben er op gewezen, dat het gevraagde noodig is om de reorganisatie volkomen tot stand te brengen, d. w. z. dat de bezuiniging, die nu reeds is doorgevoerd bij een betere outillage van de geheele stadskweekerij nog meer tot haar recht zal komen, waardoor het voordeel nog grooter zal worden. Spreker acht de wijze van financiering, waarbij de gewone dienst elk jaar met 1000.zal worden belast, weinig bezwarend en hoopt, dat de Wethouder van Financiën het 139 Gebruikmaking van deskundige bij verhuring gemeentel, lande- splinter e.a.) rijen en verbetering stadskweekerij. bedrag zal weten te vinden om de stadskweekerij naar behooren te doen functionneeren. De heer de Reede. zegt, dat uit de redeneering van den Wet houder, die gezegd heeft, dat dit voorstel jaarlijks 1.000. zou kosten en de uitgave voor den aankoop van de planten 5.600.bedraagt, zou moeten volgen, dat de begrooting voor de plantsoenen het volgende jaar 4.600.lager zou kunnen zijn. Het geeft niets, als men aan den eenen kant bezuinigt en die bezuiniging aan den anderen kant te niet doet. In elk geval moet men begrijpen, dat, zooals de Voorzitter in zijn Nieuwjaarsrede heeft gezegd, in dezen tijd offers dienen gebracht te worden. Wat beteekent het vaak, dat men dit of dat noodig heeft1? Dat men het even goed kan missen en in den bestaanden toestand kan blijven, waarin men geen risico van kapitaal verlies heeft. De heer Schiiller zegt: misschien is het dit jaar goedkooper, maar het zal het volgende jaar duurder zijn. Die kans is buitengewoon gering, want daar is de toestand niet naar. Niemand verbeeldt zich meer, dat men op het peil van 1930 zal terugkomen. Bij de uitgaven schijnt men echter wel te denken, dat die goede toestand terugkomt. Die illusie moet men laten varen. Er zijn inderdaad gemeenten, waar de kweekerij beter is ingericht dan in Leiden, b.v. in Haarlem. Het is echter mede een van de oorzaken, dat in Haarlem alles afgebroken wordt, wat in Leiden gelukkig nog in stand gehouden kan worden. In Haarlem is het personeel herhaaldelijk met een salaris vermindering bezocht, staakt men het bewaarschoolonderwijs, heeft men geen vakonderwijzers meer enz. enz. Wanneer men in Leiden dergelijke uitgaven doet, zal men straks niet meer in staat zijn belangrijker uitgaven te doen. Spreker wil niet komen tot de aantasting van den werk lozensteun, de verzorging van de onder wij sbelangen enz. Daarvoor moeten eerst de materieele belangen wijken. Eerst als dat is geschied, zou men straks verantwoord zijn, wanneer men toch bij gebrek aan geld andere belangen zou moeten aantasten. Ondanks alle betoogen over de noodzakelijkheid van de uitgave, die spreker onmogelijk voor zijn rekening kan nemen, zal spreker tegen het voorstel stemmen. De heer Schiiller heeft geen vergelijking met de kweekerij van Haarlem willen maken, maar wenscht er na het betoog van den heer de Reede toch iets over te zeggen. Ze is voor een groot gedeelte geschikt gemaakt voor het onderwijs. Dat heeft men hier niet noodig; men heeft hier den Hortus Botanicus. Het gemeentebestuur van Haarlem heeft zijn kweekerij geheel ingericht voor het onderwijs; wanneer dat deel er niet bij was, zou Haarlem zijn kweekerij ook natuurlijk anders inrichten. Spreker heeft hier evenwel Delft, Kampen, Nijmegen, Amersfoort, Leeuwarden, Breda, Deventer, Alk maar, Hilversum, Amsterdam, Bussum, Zwolle, Den Haag, Utrecht, Rotterdam, Arnhem, Apeldoorn, Zutfen, Tiel, Groningen, Zeist, Tilburg, Sneek, Schiedam, Vlissingen, Zaandam, Middelburg en Yelp; die plaatsen hebben alle behoorlijke kweekerijen, met broeiramen en broeikassen, waar planten, bloemen en boomen gekweekt worden. De heer de Reede zegt: ik werk daaraan niet mee, want het kost meer geld. Maar dan heeft hij niet geluisterd naar het betoog van den Wethouder, dat als men dit bedrag niet uitgeeft, men nog ƒ2.400.per jaar meer moet uitgeven, want de planten berekend a 8 cent zijn ƒ5.600.al ont slaat men 2 personen, men houdt nog een hoogeren uitgaven post van ƒ2.400. De heer de Reede zegt, dat de heer Schiiller toch niet vertellen wil, dat al die planten in die kweekerij in dat kastje en in die paar bakken gezet worden; dat is toch een praatje voor den vaak. Er moet toch ruimte zijn om ze te plaatsen. De heer Schiiller weet niet of de heer de Reede wel eens op de kweekerij hier geweest is; anders had hij zich eerst eens behoorlijk op de hoogte moeten stellen van den toestand daar, alvorens er hier over te spreken. De heer de Reede heeft al meer kweekerijen gezien. De heer Schiiller vraagt of de heer de Reede heeft gezien hoe de Leidsche kweekerij den laatsten tijd is ingericht en dan kan hij niet ontkennen, dat de kweekerij na de reorgani satie, waarvan dit de laatste étappe is, in een behoorlijken toestand verkeert. Spreker betwijfelt echter of de heer de Reede een behoorlijke kweekerij heeft geïnspecteerd en zich heeft laten voorlichten. Als men dit niet voor 100 aan-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 9