138
MAANDAG 19 FEBRUARI 1934.
Ingebruikgcving grond aan gemeente Oegstgeest; e.a.
(Romijn e.a.)
deelen, of het wachthuisje door een dergelijke combinatie
onbruikbaar wordt voor het gestelde doel. Indien zij dit
inderdaad meende, zou spreker tegen de gevraagde com
binatie zijn bezwaren hebben geuit en zou het voorstel niet
in dezen vorm aan den Raad zijn gedaan. Indien de toestand
zou worden als bij het Station, zou het inderdaad niet aan
lokkelijk zijn, maar dergelijke inrichtingen kunnen tegen
woordig veel hygiënischer gebouwd worden en althans op een
manier, die veel minder bezwaar oplevert. Door den dienst
van Gemeentewerken, die ervaring heeft van het bouwen
van dergelijke inrichtingen, is deze zaak ook onderzocht en
waar aan de gemeente Oegstgeest de eisch is gesteld, dat de
bouw zal plaats hebben in overeenstemming met en ten
genoegen van het College, behoeft men niet zooveel vrees te
koesteren. Spreker vertrouwt, dat een combinatie gemaakt
kan worden, die inderdaad ten behoeve van de wachtende
personen die voor een groot gedeelte Leidenaren zijn
een behoorlijke accommodatie zal opleveren en niet de be
zwaren zal hebben, die men er nu van veronderstelt.
Spreker dringt er op aan, ten behoeve van de gemeente
Oegstgeest, die ook ten opzichte van de gemeente Leiden
welwillend is geAveest bij het tegemoet komen aan de wenschen
bij den bouw van de recreatiezaal, dit voorstel aan te nemen.
Vrees voor hinder voor de gestichten behoeft niet te bestaan
en de gekozen plaats is ver verwijderd van de bebouwde
eigendommen.
De heer Huurman zou Areel kunnen zeggen naar aanleiding
van de rede van den Wethouder over de naburige gemeente,
maar zal het niet doen. Spreker zal de vriendelijkheid van
de eene tegenover die van de andere niet uitmeten, want
ze komt hierbij niet ter sprake.
De Wethouder heeft betoogd, dat er geen hinder voor
„Endegeest" zou ontstaan, omdat spreker in zijn betoog
niet heeft gezegd, dat de menschen op „Endegeest" last
zullen ondervinden. Wanneer spreker als lid van den Raad
en als lid van de Commissie het woord voert, spreekt het
vanzelf, dat hij het doet in het belang van de inrichtingen
en haar bewoners en wanneer hij dan zegt, dat er hinder
door zal ontstaan, behoeft hij er z. i. niet bij te zeggen
„voor de bewoners".
Het is van den Wethouder wel een beetje naïef deze op
merking te maken.
In het bosch, waarin het urinoir geplaatst zal worden,
wordt zeer veel door de patiënten gewandeld, zoodat de
bewoners er zeer veel last van zullen hebben. Het is spreker
onverklaarbaar, waarom men juist deze plaats heeft uit
gekozen, terwijl er in die omgeving zooveel lanen zijn. Als
men tegenwoordig dergelijke inrichtingen volgens den Wet
houder zoo hygiënisch kan maken, dat men er nagenoeg-
geen last van heeft, waarom heeft men dan juist het terrein
van Endegeest" er voor gekozen! Van het weinige natuur
schoon, dat in de omgeving Aran Leiden is, moet een gedeelte
worden vernietigd ten behoeve van den bouw van het re
creatiegebouw. Dit kan nu eenmaal niet anders. Moet nu
weer een gedeelte worden opgeofferd voor de plaatsing van
een inrichting, die de omgeving ontsiert?
Wanneer spreker lid A'an den Raad van Oegstgeest Avas
en de opdracht ontving voor een dergelijke inrichting een
plaats te zoeken, zou hij wel een andere kunnen A'inden.
Ook al maakt men de inrichting technisch zoo goed moge
lijk, dan nog zal zij toch hinderlijk zijn, Avaarom het een
bezwaar is ze te plaatsen op een plek, Avaar vele Avachtenden,
Avaaronder ook dames, zich bevinden.
Spreker verzoekt het voorstel gesplitst in stemming te
brengen.
De Voorzitter zegt, dat het niet mogelijk is het voorstel
gesplitst in stemming te brengen. Het is de bedoeling aan
de gemeente Oegstgeest een stukje grond ter beschikking
te stellen Aroor een bepaald doel, dat haar daarbij voor oogen
staat. Men kan niet besluiten het stukje grond in gebruik
te geven, zonder de bestemming goed te keuren.
Spreker vraagt zich af, of het, gelet op de gemaakte opmer
kingen in den Raad, niet de voorkeur verdient, het voorstel
aan te houden, ten einde het College in staat testellen, nadere be
sprekingen te voeren met het gemeentebestuur van Oegstgeest.
Spreker doet daartoe het voorstel.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van den Voorzitter besloten.
XVI. Voorstel tot liet doen rooien en verkoopen van hoornen,
tevens praeadvies op het adres van de X. V. Beekman's Klee-
dinghandel e. a. in zake verwijdering van de hoornen in een
gedeelte van de Korevaarstraat.
(Zie Ing. St. No. 14.)
Rooien van hoornen; e.a.
(Schiiller e.a.)
De heer Schiiller heeft reeds in de vorige Raadsvergadering
opgemerkt, dat Burgemeester en Wethouders zijn afgeweken
van het advies van de Commissie van Fabricage, die had
voorgesteld, al deze boomen te rooien. Een groot deel van
deze boomen zullen er toch weggenomen moeten worden
door den toestand, waarin ze verkeeren; dus toch zullen alle
boomen er uit gehaald moeten Avorden en dan opnieuw op
den vereischten afstand gezet. Maar al zou men er om den
anderen boom uit kunnen halen, dan nog heeft spreker er
bezAvaar tegen, omdat men dan over 2 jaar weer denzelfden
last zal hebben als nu; het is veel beter deze boomen geheel
uit de Korevaarstraat te verwijderen en een kleiner soort
boomen daar te planten, die niet zoo hoog opgaan. Daar
tegen zou spreker niet direct bezwaar hebben; de soort
boomen, die daar staan, zijn echter zeer hinderlijk, niet alleen
voor de beAvonershet trottoir is altijd even nat en vochtig.
Spreker verzoekt daarom het College alsnog het advies van
de Commissie van Fabricage over te nemen en zoo noodig
aan te vullen met de toezegging, dat daar een kleiner soort
boomen geplant zal worden.
De heer Splinter zegt, dat het College inderdaad in dit
opzicht van het rapport A'an de Commissie van Fabricage
is afgeweken, te meer omdat het de KoreAraarstraat een
aardige straat vond, waarin eenig groen dient te blijven.
Spreker is bereid het voorstel van den heer Schiiller over
te nemen.
De Voorzitter Avijzigt namens Burgemeester en Wethouders
het voorstel in dien zin, dat alle boomen in de KoreAraarstraat
zullen worden verplant en om den ander door kleine boomen
zullen Avorden vervangen.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
gewijzigde voorstel van Burgemeester en Wethouders be
sloten.
XVII. Voorstel:
a. in zake liet gebruik maken van (le diensten van een des
kundige met betrekking tot de verhuring van gemeente
lijke landerijen;
b. tol beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van den
bouw van een kantoorgebouivtje e. a., een kweekkas en
broeibakken op de Stadskw eekerij.
(Zie Ing. St. No. 17.)
De heer de Reede zegt, de opmerkingen reeds in deze
vergadering gemaakt, niet te zullen herhalen. Er wordt nu
voorgesteld, 19.000.te besteden aan de verdere reor
ganisatie van den plantsoendienst; spreker waardeert zeer,
dat er blijkbaar bij dien dienst reeds bezuinigingswerk ge
daan is, maar spreker acht het toch werkelijk niet noodig
om dit weer gedeeltelijk te laten wegvagen door een be
trekkelijk belangrijk kapitaal in de kweekerij te steken. Die
uitgave is op het oogenblik toch niet te verdedigen. Op het
oogenblik hebben ook particuliere zakenmenschen behoefte
aan eenigen omzet; de gemeente Aveet op haar tijd den weg
toch Avel te vinden; de prijzen zijn op het oogenblik zoo laag,
dat de gemeente onmogelijk ook maar eenigszins met haar
kosten uit kan komen. Op het oogenblik heeft men in Boskoop
te kust en te keur voor de allerlaagste prijzen; overal vindt
men overschotten; Avanneer de gemeente in het geheel geen
afstand wil doen van haar viooltjes en geraniums en andere
planten, dan koope men op de open markt voor prijzen,
waarvoor de gemeente niet kan kweeken; als zij het moet
doen met nieuw materiaal, dan kan zij onmogelijk con-
curreeren, al zou de prestatie van het gemeentepersoneel
zoo groot mogelijk zijn. Daarom maakt spreker tegen dit
voorstel ernstig bezwaar, ook omdat het anticipeert op de
toekomst. Men geeft 10.000.uit voor gewone posten
feitelijk, waarvoor men niet mag leenen, af te lossen in 10
jaar; het zal dus 9 jaar lang op de begrooting voorkomen.
Spreker feliciteert den Wethouder van Financiën daarmede;
hij heeft dan weer een gelegenheid te meer om dekking te
zoeken; hij zal wel voor nieuwe dingen komen te staan; er
komen straks weer andere dingen. Spreker wenscht voor
dergelijke voorstellen geen enkele verantwoordelijkheid te
dragen.
De heer Manders zegt, dat dit A'oorstel een onderdeel is
van het bestaande plan tot reorganisatie van den plantsoen
dienst. Zou het nu noodig en wenschelijk zijn, dit deel van
de reorganisatie uit te stellen? Inderdaad kan men op het
oogenblik zeer goedkoop in Boskoop en Aalsmeer materiaal