40
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd voorschriften
te geven ten aanzien van het plaatsen en laten staan van
voertuigen en motorrijtuigen op parkeerplaatsen.
Artikel 35.
Het is, tenzij met schriftelijke vergunning van Burge
meester en Wethouders, verboden op of nabij een overeen
komstig artikel 34 aangewezen parkeerplaats als bewaker
van daarop geplaatste of te plaatsen vervoermiddelen post
te vatten of op eenigerlei wijze zijn diensten als zoodanig
aan te bieden.
De toegelaten bewakers, als bedoeld in het vorige lid, zijn
verplicht een nader door Burgemeester en Wethouders vast
te stellen teeken zichtbaar op de borst te dragen gedurende
den tijd, dat zij op of nabij een parkeerplaats op post staan
of op eenigerlei wijze hun diensten aanbieden of verleenen.
Zij mogen geen booger loon vorderen dan vermeld is in
een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen tarief,
waarvan zij steeds een gedrukt exemplaar bij zich moeten
hebben, hetwelk zij op de eerste aanvraag van dengene,
wien zij hun diensten aanbieden of verleenen, of op de eerste
vordering van een ambtenaar der politie ter inzage moeten
geven.
Artikel 36.
Het bepaalde in artikel 31, bd 1, onder a en b en in artikel 33
is niet van toepassing op dagen, waarop veemarkt wordt
gehouden, in die straten, welke door Burgemeester en Wet
houders, blijkens openbare kennisgeving, worden aan
gewezen, gedurende de daarbij vermelde uren.
Artikel 37.
De bestuurder van een voertuig of van een motorrijtuig,
dat stilstaat ter plaatse, waar de breedte van de rijbaan
niet voldoende is voor bet verkeer met twee voertuigen of
motorrijtuigen naast elkander, is verplicht op te rijden,
wanneer zulks voor een ander voertuig of motorrijtuig, om
voorbij te kunnen rijden, noodig is.
Het bepaalde in het vorige lid is van overeenkomstige
toepassing ten aanzien van rijwielen op meer dan twee wielen.
Artikel 38.
Het is, behoudens schriftehjke vergunning van Burge
meester en Wethouders, verboden een motorrijtuig op meer
dan twee wielen, niet vallende onder artikel 39, op den open
baren weg te laten staan, voorzoover dit laten staan kennelijk
bet karakter heeft van het gebruiken van den openbaren weg
als bergplaats.
Artikel 39.
Het is, behoudens schriftehjke vergunning van Burge
meester en Wethouders, verboden op den openbaren weg
onbeheerd te laten staan, anders dan tot het onmiddellijk
laden of lossen:
a. voertuigen en rijwielen op meer dan twee wielen;
b. motorrijtuigen op meer dan twee wielen, uitsluitend of
in hoofdzaak bestemd voor bet vervoer van goederen of
dieren.
Artikel 40.
Het is, tenzij uit verkeersnoodzaak, verboden op den
openbaren weg met een voertuig of met een motorrijtuig stil
te staan of een voertuig of een motorrijtuig te plaatsen of
te laten staan op een afstand van minder dan 10 Meter
van een uitstap- of vluchtheuvel.
Voor de toepassing van dit artikel worden onder voertuigen
mede begrepen rijwielen op meer dan twee wielen.
Artikel 41.
Het is, tenzij uit verkeersnoodzaak, verboden een voertuig
of een motorrijtuig te plaatsen of te laten staan op die gedeel
ten van den openbaren weg, welke, blijkens aanduiding
vanwege Burgemeester en Wethouders, door hun college,
door het verleenen van een vergunning krachtens artikel 22
der verordening op de Straatpolitie, zijn aangewezen als
standplaats voor eenig vervoermiddel.
Het verbod van het eerste lid is niet van toepassing ten
aanzien van de vervoermiddelen, waarop de vergunning,
in dat lid bedoeld, betrekking heeft.
VI. Verschillende bepalingen.
Artikel 42.
Het is verboden:
a. aan personen beneden den leeftijd van zestien jaren op
den openbaren weg rijtuigen te besturen of rijdieren te be
rijden, tenzij onder voldoende toezicht;
b. aan personen beneden den leeftijd van veertien jaren
op den openbaren weg handwagens te besturen of rij- en
trekdieren te geleiden of te besturen, tenzij onder voldoende
toezicht.
Artikel 43.
Het is aan eigenaren, bezitters of gebruikers van rijtuigen
of van rijdieren verboden toe te laten, dat deze op den
openbaren weg worden bestuurd of bereden door personen
beneden den leeftijd van zestien jaren, tenzij door die eige
naren, bezitters of gebruikers voor voldoende toezicht wordt
zorg gedragen.
Het is aan eigenaren, bezitters of gebruikers van hand
wagens en van rij- en trekdieren verboden toe te laten, dat
deze op den openbaren weg worden bestuurd of geleid door
personen beneden den leeftijd van veertien jaren, tenzij door
die eigenaren, bezitters of gebruikers voor voldoende toezicht
wordt zorg gedragen.
Artikel 44.
Het is den bestuurder van een rijwiel verboden op den
openbaren weg een trekdier te besturen of twee of meer
trekdieren te geleiden.
Artikel 45.
Het is verboden op den openbaren weg te rijden met een
handwagen of met een rijwiel op meer dan twee wielen,
indien de wagen of het rijwiel zoodanig beladen is, dat het
vrije uitzicht van den bestuurder op den weg vóór den wagen
of het rijwiel belemmerd wordt, tenzij de wagen of het
rijwiel getrokken wordt of iemand daarvóór loopt ter waar
schuwing van het publiek.
Artikel 46.
Het is den bestuurder van een voertuig, niet zijnde een
aanhangwagen als bedoeld in de artikelen 42 en 44 van het
Motor- en Rijwielreglement, verboden daarmede op den
openbaren weg te rijden:
a. indien de breedte van het voertuig met inbegrip van
de lading meer bedraagt dan 2,35 Meter;
b. indien met het voertuig een last wordt vervoerd, welke
meer dan 2 Meter buiten de voorzijde of buiten de achter
zijde van het voertuig uitsteekt, tenzij die last aan het einde
door een persoon wordt geleid of gestuurd.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd van het be
paalde in het vorige lid onder a ontheffing te verleenen.
Artikel 47.
Het is den bestuurder van een motorrijtuig op twee of
drie wielen verboden op den openbaren weg:
a. daarmede een of meer personen te vervoeren
b. daarmede een last te vervoeren, welke, indien het een
motorrijtuig op twee wielen betreft, zijwaarts buiten de
stuurkruk uitsteekt en, indien het een motorrijtuig op drie
wielen betreft, zijwaarts buiten het motorrijtuig uitsteekt;
c. daarmede een last te vervoeren, welke vóór of achter
het motorrijtuig uitsteekt.
Het verbod van het vorige lid onder a is niet van toe
passing, voorzoover ieder der prsonen, welke vervoerd worden,
zich bevindt, hetzij in een zijspan, hetzij op een afzonderlijke
behoorlijke zitplaats, met hand- en voetsteunen, op of aan
het motorrijtuig.
Het is den bestuurder van een motorrijtuig op twee wielen
verboden daarmede op den openbaren weg te rijden, indien
de stuurkruk breeder is dan 0,90 Meter.
Artikel 48.
Het is den bestuurder van een rijwiel verboden op den
openbaren weg:
a. daarmede een of meer personen te vervoeren;
b. daarmede een last te vervoeren, welke, indien het een
rijwiel op twee wielen betreft, zijwaarts buiten de stuurkruk
en, indien het een rijwiel op meer dan twee wielen betreft,
zijwaarts buiten de wielen uitsteekt;
c. daarmede een last te vervoeren, welke vóór of achter
het rijwiel uitsteekt.
Het verbod van het vorige lid onder a is niet van toe
passing
1°. ten aanzien van tandems, voorzooveel betreft het aan
tal personen, waarvoor deze kennelijk zijn bestemd en
ingericht
2°. op het vervoer van ten hoogste één kind van een
leeftijd van niet meer dan 10 jaren, mits dit kind schrijlings
gezeten is op een behoorlijke zitplaats, met de voeten op
voetsteunen, op of aan het rijwiel, en de bestuurder een leeftijd
heeft van tenminste 16 jaren.