132 MAANDAG 19 FEBRUARI 1934. Benoeming gem. commissaris bij N.V. Leidsche Duinw. Mij. (Voorzitter.) 2°. Missive van Gedeputeerde Staten houdende verdaging van de beslissing op het raadsbesluit van 4 December 1933 in zake wijziging van de tijdelijke korting op de wedden en loonen van het gemeentepersoneel, voor zooveel betreft de wedden en loonen van het personeel van den Vleesclikeurings- dienst. 3°. Missive van Gedeputeerde Staten, houdende mede- deeling, dat het reglement voor de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon is goedgekeurd. 4°. Missive van den Minister van Economische Zaken, houdende mededeeling, dat de verordening, vastgesteld in gevolge de Winkelsluitingswet, koninklijk is goedgekeurd. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van P. Z. Dubbelaar om een subsidie in de exploitatiekosten van zijn autobusdienst Zoeterwoude Leiden. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 2°. Verzoek van het Mannenkoor ,,De Vereenigde Zangers" om het kosteloos gebruik van de Stadsgehoorzaal en vrij stelling van de vermakelijkheidsbelasting in verband met. een op 20 Maart 1934 te geven concert, waarvan de baten be stemd zijn voor de Vereeniging tot Zedelijke Verbetering der ontslagen Gevangenen. De Voorzitter stelt voor, dit adres te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ter afdoening en zegt, dat het de bedoeling van het College is voor het gebruik der zaal het minimumtarief in rekening te brengen. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten. 3°. Mededeeling van den heer H. Simonis, dat hij ontslag- neemt als lid van den Raad. 4°. Mededeeling van den heer Mr. H. F. A. Donders, dat hij ontslag neemt als lid van den Raad. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be sloten deze mededeelingen voor kennisgeving aan te nemen. 5°. Adres van de N.V. Vliegtax naar aanleiding van de voorgestelde wijziging van de verordening op het Rijden. 6°. Adres van personeel van de N.V. Vliegtax houdende verzoek om de voorgestelde wijziging van de Verordening op het Rijden niet aan te nemen. Zullen worden behandeld bij punt 21 der agenda. 7°. Adres van de Woningbouwvereeniging „Eensgezind heid" inzake beschikbaarstelling van grond, grenzende aan het terrein van haar 6e bouwplan voor den bouw van ar beiderswoningen onder garantie van de gemeente. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 8°. Aanbeveling van de Plaatselijke Schoolcommissie ter vervulling van een door periodieke aftreding in de Com missie open gekomen plaats. Zal worden opgenomen onder de Ingekomen Stukken. Aan de orde is a-lsnu: I. Benoeming van een gemeentelijken commissaris bij de N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij. (Zie Ing. St. No. 18.) De Voorzitter verzoekt den lieeren de Reede, Schüller, Vallentgoed en Coster het stembureau te vormen. Wordt benoemd met algemeene (29) stemmen de heer N. C. F. van Ginkel, zulks voor den tijd van drie jaren, ingaande op een door Burgemeester en Wethouders te be palen datum. (De heer Donders was bij deze stemming tijdelijk afwezig.) Commissarissen bij N.V. Leidsche Duinw. Mij. (Wilmer e a.) II. Aanwijzing van candidaten voor de benoeming van drie commissarissen bij de N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij. (Zie Ing. St. No. 18.) De heer Wilmer deelt mede, dat de heer Donders bereid is, opnieuw de functie van commissaris der Leidsche Duin water-Maatschappij te vervullen en beveelt den heer Donders gaarne als candidaat bij den Raad aan. De heer van Eek zegt, dat bij onderlinge overeenkomst als de drie candidaten zijn aangewezen de heeren Donders, de Reede en Verweij. Toen bleek, dat de laatste door zijn werk zaamheden waarschijnlijk niet in de gelegenheid zou zijn, de vergadering van den Raad van Commissarissen overdag bij te wonen, heeft de heer Groeneveld, op verzoek van de sociaal democratische fractie, zich bereid verklaard, in de plaats van den heer Verweij een candidatuur te aanvaarden. Nader hand heeft spreker van den Burgemeester de mededeeling ontvangen, dat de moeilijkheden ten aanzien van de candi datuur van den heer Verweij waren weggenomen, waarop de sociaal-democratische fractie in overleg met den heer Groeneveld heeft besloten, den heer Verweij opnieuw can didaat te stellen. Sprekers fractie heeft tegen de candidatuur van den heer Donders op zich zelf niet het minste bezwaar. Wanneer de functies door de fracties bij onderling overleg worden ver deeld, aanvaardt sprekers fractie zonder voorbehoud eiken candidaat, die door een andere fractie wordt aangewezen. Ten aanzien van de candidatuur-Donders rijst echter eenige moeilijkheid. De Raad heeft zich op het standpunt gesteld, dat het ge- wenscht is, den Raad zoo sterk mogelijk en wel door Raads leden in den Raad van Commissarissen vertegenwoordigd te doen zijn. De heer Donders, die reeds als Raadslid be dankt heeft, houdt op raadslid te zijn, zoodra de geloofs brieven van zijn opvolger zijn goedgekeurd. Eigenlijk is het ver band tusschen den Raad en den heer Donders nu reeds ver broken. Wanneer de Raad door eenige zijner leden in den Raad van Commissarissen is vertegenwoordigd, kan de Raad bij de discussies over de Leidsche Duinwater Maatschappij er rekening mede houden, dat deze leden zooveel mogelijk zullen letten op de wenschen van den Raad. Wanneer iemand be dankt als Raadslid, eindigt het contact met den Raad, al kan het door middel van andere Raadsleden bewaard blijven. Spreker wil zich niet absoluut verzetten tegen de candi datuur-Donders, hetgeen ten slotte niet heusch zou zijn tegen over de Katholieke fractie, maar zou, alvorens zijn stem uit te brengen, deze fractie wel willen vragen, 1°. of zij zelf niet meent, dat op deze wijze de invloed van den Raad op de Leidsche Duinwater Maatschappij kleiner wordt en 2°. of men uit het continueeren van de candidatuur-Donders (waar schijnlijk is de Katholieke fractie op het bedanken van den heer Donders als Raadslid niet voorbereid geweest) de con clusie moet trekken, dat deze fractie het gewenscht acht, dezen toestand te doen voortbestaan. De heer Wilbrink sluit zich aan bij den heer van Eek. Voor de nieuwe vacature noemt spreker den heer de Reede. De geheele Raad en sprekers fractie in het bijzonder heeft respect voor de bekwaamheden, die de heer Donders getoond heeft te bezitten, zoolang hij hier het Raadslidmaatschap heeft waargenomen, maar sprekers fractie acht het niet juist om, op het oogenbhk, nu de heer Donders ontslag heeft ge nomen als Raadslid, zijn candidatuur voor commissaris der Leidsche Duinwater Maatschappij te handhaven. Uit den Raad is er sterk op aangedrongen, dat uit de Raadsleden commissarissen zouden worden aangewezen en nu acht spreker het onjuist om reeds in het begin iemand, die den Raad gaat verlaten, toch aan te wijzen als den vertegenwoor diger van dien Raad. Spreker onderschrijft de woorden van den heer van Eek inzake de verhoudingen in den Raad, die haar afspiegeling moet vinden in het College van Commis sarissen van de Leidsche Duinwater Maatschappijhet zou juister zijn indien op dit oogenblik reeds de katholieke fractie een anderen candidaat aanwees. Men kan zeggen: de mogelijk heid is opengelaten een niet-Raadslid te benoemenwanneer de heer Donders nu al een staat van dienst van jaren lang had, dan zou dat misschien van meer invloed kunnen zijn, maar men moet op het oogenblik nu niet beginnen alsof er geen behoorlijke plaatsvervanger voor hem zou zijn te vinden. Anders zou men moeten zeggenin den Leidschen Raad zijn geen geschikte krachten voor het Commissariaat van de Leidsche Duinwater Maatschappij. De heer Gosling a zegt, dat volgens de heeren van Eek en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 2