140
MAANDAG 19 FEBEUAEI 1934.
Gebruikmaking van deskundige bij verhuring gemeentel.
(Schüllcr e.a.) landerijen en verbetering stadskweekerije.a.
neemt, laat men zicli dan niet laten voorlichten door de
gemeentelijke autoriteiten en deskundigen, maar door een
ander, die buiten het gemeentebestuur staat. Men mag toch
aannemen, dat de heer Bouwer, directeur van den Haarlem-
schen plantsoendienst, die hier rapport heeft uitgebracht,
betrouwbaar is in dit opzichtdeze heeft er geen belang bij
den toestand hier mooier of slechter voor te stellen dan hij
werkelijk is; deze heeft een objectief rapport gegeven. En
dan moet de heer de Eeede niet zeggenweest niet zoo naïef
om te denken, dat al die planten daar gekweekt kunnen
worden. Spreker acht het nog steeds in het belang van de
gemeente het reorganisatierapport volledig uit te voeren.
Punt a van het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Punt b van het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt aangenomen met 26 tegen 5 stemmen.
Vóór stemmen: de heeren Bergers, Tepe, Splinter, Eomijn,
Goslinga, Wilmer, van Eosmalen, Groeneveld, van Stralen,
Donders, van Welzen, Manders, Verweij, van Eek, Kuipers,
mevrouw Braggaar-de Does, de heer Vallentgoed, mevrouw
de Cler-de Bruijn, de heeren Meijnen, Coster, van Tol, Koole,
Schüller, Vos, Kooistra en Beekenkamp.
Tegen stemmende heeren Eikerbout, Huurman, Wilbrink,
de Eeede en van der Eeijden.
(De heer Bosman had de vergadering inmiddels verlaten,
terwijl de heer van Es tijdelijk niet aanwezig was.)
XVIIa. Voorstel tot verkoop van het perceel Heerengracht
No. 15 aan J. van Iterson q. q.
(Zie Ing. St. No. 37.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XVIII. Voorstel tot wijziging van de verordening tot voor
koming van brand.
(Zie Ing. St. No. 24.)
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
De artikelen I tot en met V Avorden achtereenvolgens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen, waarna
de verordening in haar geheel eveneens zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming wordt vastgesteld.
XIX. Voorstel tot wijziging van de verordening op de straat-
politie.
(Zie Ing. St. No. 24.)
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
De artikelen I en II Avorden achtereenvolgens zonder be
raadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over art. III.
(Zie Ing. St. No. 24, blz. .14.)
De heer van Eek heeft tegen de strekking van dit voorstel,
evenmin als tegen de bedoeling van de bepaling om door
het brengen van een zekere regeling in het houden van
openbare collecten en inzamelingen te maken, dat de eene
collecte of inzameling geen kAvaad doet aan de andere, alsook
tegen het feit, dat de verordening wordt uitgebreid tot
collecten op den openbaren weg, eenig bezwaar, maar wenscht
in de eerste plaats een opmerking te maken omtrent de
eerste alinea van art. 45.
Volgens art. 45 in de nieuwe redactie zal het verboden
zijn zonder schriftelijke vergunning van Burgemeester en
Wethouders collecten of inzamelingen te houden op den
openbaren weg of aan de huizen. Het verbod is algemeen
gesteld, m. a. w. elke inzameling aan de huizen zal verboden
zijn. Dit is niet in overeenstemming met de praktijk, waarin
toegestaan werd, dat men bij vrienden aan de huizen geld
inzamelde en dat een vereeniging dit deed bij haar leden.
Alleen voor een inzameling huis aan huis had men de toe
stemming van Burgemeester en Wethouders noodig, waardoor
voorkomen Averd, dat verschillende organisaties tegelijkertijd
collecteerden.
Het is gewenscht, de verordening zooveel mogelijk in
Wijziging verandering op de Straatpolitic.
(van Eek e.a.)
overeenstemming te brengen met de praktijk en daarom
dient spreker een voorstel tot Avijziging Aran de eerste alinea
van art. 45 in, waardoor het doel wordt bereikt, dat voor
algemeene inzamelingen de toestemming van Burgemeester
en Wethouders moet verleend zijn.
In de tweede plaats is de bestaande bepaling in het A-oor,stel
van Burgemeester en Wethouders zeer veel uitgebreid door
de toeAroeging ,,op den openbaren weg," waartegen spreker
geen bezwaar heeft.
Spreker heeft echter wel bezwaar tegen de uitbreiding,
die door het tweede lid wordt aangebracht. Dit is een zeer
sterke uitbreiding en een zeer groote belemmering ook van
de ATijheid van de ingezetenen. In dezen tijd moet men
eenigszins voorzichtig zijn en niet al te veel voorschriften
maken; spreker zegt niet, dat Leiden lijdt aan „keuromanie",
maar hij heeft bezwaar om door dergelijke voorschriften
nog meer inbreuk te maken op de vrijheid van de ingezetenen.
Men kan wel eenigen last hebben van de vele inzamelingen,
die worden gehouden, maar daartegenover moet ook rekening-
worden gehouden met de omstandighedenvele vereenigingen
hebben tegenwoordig te worstelen met groote moeilijkheden;
de subsidies A7an de publieke lichamen zooAvel als de bijdragen
van de ingezetenen verminderen; men moet dus probeeren
zooveel mogelijk geld in te zamelen en die vereenigingen
moeten daarin niet belemmerd worden. Nu A'indt spreker
den last voor de ingezetenen minder erg dan wanneer men
dergelijke inzamelingen zou verbieden. Het gevolg is, dat
het College zal moeten beoordeelen, of een inzameling ge
oorloofd is, of een vereeniging werkzaam is in het algemeen
belang, of men het doel van die vereeniging sympathiek
gezind isspreker acht een politiek College als Burgemeester
en Wethouders ten eenenmale niet geschikt om dat te be
oordeelen. Velen zullen zich verongelijkt achten. Spreker
acht het in hooge mate onbillijk, dat het College beslist,
aan welke lichamen wel A7ergunning wordt gegeA'en: men
moet hier den A7eiligen Aveg volgen, door sprekers amendement
aan te nemen, waardoor voor algemeene collectes, huis aan
huis door de geheele stad, Arergunning vereischt is, maar
niet voor andere, niet-algemeene, collectes.
De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een amendement
Aran den heer Aan Eek, luidende:
„Ondergeteekende stelt voor:
1°. om in artikel 45, le lid achter „huizen" in te voegen:
„voorzoover de collecten of inzamelingen zich niet bepalen
tot enkele huizen of tot de huizen van leden van een bepaalde
vereeniging"
2°. om het tweede lid van artikel 45 te laten vervallen."
Dit amendement wordt vmldoende ondersteund en maakt
derhalve een onderwerp van beraadslaging uit.
De heer Beekenkamp maakt eenige bezwaren tegen de
door den heer van Eek voorgestelde redactie, waardoor de
deur geopend wordt voor allerlei chicanes. Men kan zich
dan altijd disculpeeren door te zeggen, dat men slechts aan
enkele huizen bezig is te collecteeren.
Tegen het tweede deel A'an het amendement-van Eek
heeft spreker geen bezwaar.
Wat de tweede opmerking betreft, kan spreker niet inzien,
dat in de handhaving van de tweede alinea van art. 45
eenige politieke bijbedoelingen zouden schuilen. Tal van
organisaties, instellingen en inrichtingen vallen het publiek
lastig met speldjes, knoopjes, bloempjes enz. en daarom is
het zeer gewenscht, ook in verband met de wekelijksche
collecte van het Crisis-Comité, dat het gemeentebestuur paal
en perk stelt aan al te vrijpostige colporteurs en collectanten
op de publieke straat.
Men gaat te ver, indien men veronderstelt, dat het College
politieke bijbedoelingen zou hebben voor het vaststellen
van deze gedragslijn.
De heer van Welzen meent, dat het voorstel niet zoo on
schuldig van karakter is, als het er uitziet. Bij aanneming-
van deze bepaling zal in dagen van staking en uitsluiting-
niet meer gewerkt mogen worden met steunlijsten of steun-
bons bij fabrieken of werkplaatsen, gelegen aan den openbaren
Aveg en om die reden kan spreker niet met de voorgestelde
wijziging' accoord gaan. Het amendement van den heer
van Eek geeft althans een verbetering aan. Aangezien men
door de nieuAve bepaling wordt belemmerd in het doen van
een beroep op de offervaardigheid van degenen, die niet bij
bv. een groot conflict zijn betrokken en dat beroep zelfs
onmogelijk Avordt gemaakt, zal spreker tegen deze Avijziging
stemmen.