VRIJDAG 26 JANUARI 1934.
97
Gemeentebcqrootinq Alqemeene beschouwinqen.
(Sehiiller e.a.)
maar reken er op welke consequenties er aan vastzitten".
Spreker speelt als vakbondsbestuurder geen avonturiers
spelletje, maar voert reëele vakbondpolitiek.
Een oogenblik aangenomen, dat het contractloon betaald
werd, als er wat te halen is van die arbeiders, dan wordt
op hen ook de korting van 4.4 toegepast. Maar als de
Wethouder, naar hij zelf zegt, contractloon betaalt, dan
moet hij daarvan afblijven; dan mist hij het recht op die
arbeiders een gelijke korting als op het gemeentepersoneel
van 4.4 toe te passen. Dan heeft de Wethouder het contract
loon te betalen; anders ontduikt hij het collectief contract.
Al zou de Wethouder aan de menschen, die daarvoor in
aanmerking komen, 33.60 geven, en hij kort op hun loon
4-4 dan betaalt hij nog niet het contractloon. Nog minder
heeft de Wethouder het recht om eventueel aan dat personeel
4/5 van het gemeenteloon te betalen, wanneer hij er zich op
beroept, dat hij het contractloon betaalt.
De Wethouder beroept zich er op, dat bij het stadhuis
vraagstuk de sociaal-democraten ook op het compas van hun
adviseur gezeild hebben. Dat zegt niets; als het maar een
goede adviseur is, die iemand juist kan inlichten. Spreker
neemt direct aan, dat mogelijk degene, die den Wethouder
ingelicht heeft, niet direct wist welke menschen hij eigenlijk
in dienst had, dat hij dus niet anders heeft kunnen adviseeren
dan hij heeft gedaan. Deze menschen stonden eerst op' de
loonstaten als monteur, hulp-monteur en leerling-monteur,
maar dat vond men een beetje gevaarlijk, omdat het contract
loon van 33.69 moest worden betaald, en toen heeft men
op de loonstaten gezetarbeiders A, arbeiders B en arbeiders
C, doch daaronder zijn geen monteurs.
Ten aanzien van twee menschen spreker is bereid aan
den Wethouder de namen te noemen heeft spreker het
bewijs, dat zij zeker in de loonklasse van 33.60 moeten
worden geplaatst.
De eene heeft: een 3-jarige ambachtsschool doorloopen;
zijn opleiding genoten aan het gemeentelijk electriciteits-
bedrijf te Leiden, waar hij als leerling-monteur heeft gewerkt
in 1917in 1918 gewerkt bij de firma E. Vocking als monteur
gedurende een jaar; in 1920 gedurende 8 maanden zelfstandig-
gewerkt als monteur aan het Electro-technisch bureau van
den heer H. H. J. van Lummel te Katwijk aan Zee; in 1921
gedurende 5 maanden gewerkt als monteur bij het Electro-
technisch installatie-bureau Terburgh en Driessen; in 1923
als electromonteur gewerkt gedurende 10 maanden bij het
Electro technisch bureau van Bergen Henegouwen te Leiden;
in 1924 gewerkt als electrohulpmonteur bij de N.V. Electro
stroom en in 1929 opnieuw een getuigschrift ontvangen, dat
hij bij de firma van Bergen Henegouwen heeft gewerkt.
Deze man heeft gewerkt tegen loonen van 80 en 90 cent
per uur, welke men toch waarlijk niet voor niets geeft.
De tweede is werkzaam geweest bij het gemeentelijk
telefoonbedrijf te Amsterdam, wat wel wat wil zeggen. Op
1 Januari 1922 werd hem een loonsverhooging van ƒ3.
toegekend, zoodat hij kwam op 37.50, en op 1 December
1922 een van 0.50, waardoor zijn weekloon steeg tot 38.
Nu wordt door de heeren Goslinga en Tepe gezegd, dat bij
het Radio-distributie-bedrijf geen arbeiders werkzaam zijn
met zoodanige capaciteiten, dat zij 33.60 kunnen verdienen,
maar spreker houdt staande, dat dit met de twee door hem
genoemde personen wel het geval is. Toch scheept men die
menschen af met een loon van 27.36.
De Voorzitter doet een beroep op den heer Sehiiller om zich
te beperken.
De heer Sehiiller antwoordt, dat hij en zijn l'ractiegenooten,
ja, alle Raadsleden, zich hebben willen beperken, maar dat
de leden van het College dat niet hebben willen doen; dezen
hebben veel langer gesproken dan eenig ander jaar.
Spreker handhaaft derhalve zijn voorstel No. 35, strekkende
om te besluiten, dat advies zal moeten ingewonnen worden
van de Commissie voor het Georganiseerd Overleg inzake de
salarieering en de overige arbeidsvoorwaarden van het
personeel, werkzaam bij het Gemeentelijk Radiobedrijf.
Wethouder Splinter heeft met geen woord geantwoord op
sprekers vraag, waarom het Raadsbesluit tot aanschaffing
van een tweeden auto niet is uitgevoerd en in de begrooting
is weggedoezeld.
De heer Splinter doet den heer Sehiiller opmerken, dat
het niet in de begrooting is weggedoezeld.
De heer Sehiiller zegt verder, dat de Wethouder zich ten
aanzien van het in eigen beheer uitvoeren van het verf werk
heeft laten ontvallen, dat men daarmede wilde wachten,
totdat de begrooting was aangenomen. Spreker vraagt, wie
Gemeentebegrootinq Alqemeene beschouwingen*
(Schüller.)
hier regeeren, de ambtenaren of het College. Als de Wethouder
twee maanden geleden in het College een besluit had uit
gelokt om deze zaak zoo spoedig mogelijk voor te bereiden
en daarna aan den Directeur der Gemeentewerken had op
gedragen daaraan uitvoering te geven, dan was althans de
juiste weg gevolgd, maar de Wethouder moet niet aan zijn
ambtenaren overlaten te bepalen, wanneer het verf werk zal
worden uitgevoerd.
De Wethouder heeft verklaard het uitvoeren van werken
in eigen beheer verschrikkelijk te vinden en de heer Bergers
zeide dat hij, al was de uitvoering bij aanbesteding duurder,
daaraan toch de voorkeur gaf boven uitvoering in eigen
beheer. Dat is nu iemand, zegt spreker, die den eed heeft
afgelegd, dat hij voor de belangen van de gemeente zal op
komen, hij doet hier niets anders dan de belangen van de
slagers verdedigenHet roornsch-katholieke raadslid in Arn
hem, de heer Matser, neemt een ander standpunt in; deze
kondigde zie „Nieuwe Rotterdamsche Courant" van
26 Januari 1934 een voorstel aan om de schoolschoonmaak
in eigen beheer te houden.
Volgens den Wethouder zou de bezuiniging op het onder
houd van straten zijn aangebracht, omdat het materiaal
zooveel goedkooper was geworden, maar spreker wijst er op,
dat die bezuiniging van ƒ30.000.reeds in de begrooting
voorkwam, alvorens men wist hoe goedkoop de steenen
waren. Maar afgezien daarvan, er is altijd nog een post van
.1000.uitgetrokken, welken Burgemeester en Wethouders
bestemmen voor onderhoud van wegen en voetpaden.
Daarover sprak de Wethouder met geen woordspreker
handhaaft zijn voorstel en ook zijn opmerking, dat het niet
noodig is, dat er direct allemaal liggers onder de rails komen,
maar dat men als noodmaatregel in elk geval de N.Z.H.T.M.
wel kan verplichten om daar, waar de kuilen liggen, de rails
behoorlijk te onderstoppen, zonder daaronder biels te brengen.
Inzake de reorganisatie van politie en brandweer is toch
gisteravond wel duidelijk gedemonstreerd, dat er wat hapert,
toen nl. de electrische verlichting gestoord was. Wanneer
de Commandant van de Brandweer, die den eigenaars van
verschillende inrichtingen alle mogelijke verplichtingen oplegt
ter voorkoming van brandgevaar, zoo nalatig is geweest,
dat hij niet zorg heeft gedragen, dat in de Raadszaal, die
ook voor openbare vergaderingen gebruikt wordt, nood
verlichting aanwezig is, dan is het toch wel tijd, dat daar
een opruiming plaats heeft en ingegrepen wordt.
Het voorstel-Wilbrink tot vereenvoudiging van grond-
verkoopen (No. 33) kan de goedkeuring der sociaal-demo
craten niet wegdragen. Het is eigenaardig, dat in Leeuwarden
een dergelijk voorstel bij de behandeling der begrooting is
verworpen. Wat wil de heer Wilbrink daarmede bereiken?
Men heeft van den Wethouder gehoord: alleen de Raad
wordt uitgeschakeld. Inzake de reclameborden heeft de Raad
ook deze bevoegdheid aan het College gegeven en toen het
den heer Wilbrink niet naar den zin was, vroeg hij een inter
pellatie aan; dat was een gevolg hiervan, dat hij dat recht
uit handen had gegeven. Spreker zou echter dat recht geens
zins willen prijsgeven; het gaat nu misschien over 2 of 3
huisjes, maar als het gaat over groote complexen grond,
dan is het mogelijk, dat sommige Raadsleden het veel te
goedkoop verkocht: vinden, anderen weer schandalig duur.
Dan moet men interpelleeren om iets te bereiken en dan
zegt het Collegegij liebt ons die bevoegdheid gegeven, daar
mede hebt gij niets meer te maken; de Raadsleden worden
dan met een kluitje in het riet gestuurd en kunnen niets
meer doen, want de koop is gesloten, en kan niet meer onge
daan gemaaktmen hoort het pas wanneer de koop gesloten
is. Men begeeft zich dus op een zeer hellend vlak door aan
het College de bevoegdheid te geven om den grond te ver-
lcoopen buiten den Raad om. Het geeft trouwens niets omdat,
zooals de Wethouder zegt, alleen de Raad wordt uitgeschakeld
en verder alles toch moet doorgaan.
Thans sprekers voorstel inzake vervoer in eigen beheer
(No. 1). Spreker antwoordt den heer Wilbrink, dat hij niet
begonnen is per M3. te berekenen; daarmede is op 28
Augustus 1933 de Wethouder begonnen; als er dus inzake
het berekenen per M3. een verwijt'te maken is, dan moet de
heer Wilbrink dat richten tot zijn Wethouder, den heer
Splinter.
De heer Wilbrink zeide verder, het aanbestedingsbiljet te
hebben gezien en dat daarop de soorten steenen vermeld
stonden; spreker heeft het hier ook en als de heer Wilbrink
hem nu maar eens wilde aantoonen waar de maten van de
waalklinkers staan! Spreker ziet ze niet. De controleklok
op den auto gaat loopen wanneer de auto rijdt en blijft stil
staan wanneer de auto stilstaat; men kan precies zien hoe
lang de chauffeur over een rit en over het lossen van een
vracht doet. Er is dus geen sprake van het trekken van de