118 VRIJDAG 26 JANUARI 1934. Gemcentebegrooting. (Vallentgoed e.a.) Beraadslaging over volgnr. 349. luidende: Kosten van bruggen en overzetverenf 82.004. De lieer Vallentgoed vraagt, of de lieer Goslinga bereid is de voorgenomen veranderingen voor de brugwachters te brengen in het Georganiseerd Overleg. Mocht de Wethouder daartoe niet bereid zijn, dan vraagt spreker in de tweede plaats, het voorstel aan te houden om het in de Commissie voor den Markt- en Havendienst te kunnen bespreken. De heer Goslinga begrijpt niet, wat de Commissie voor het Georganiseerd Overleg met de bezetting van de bruggen te maken heeft, aangezien zij alleen heeft te beraadslagen over algemeene dienstvoorwaarden en moet dan ook de eerste vraag beslist ontkennend beantwoorden. De heer Vallentgoed interrumpeert nu wel, dat het gaat over de verslechting van de dienstvoorwaarden van de brugwachters, maar Burge meester en Wethouders verslechten die niet. Burgemeester en Wethouders maken alleen van de bestaande regeling gebruik. De heer Verweij heeft bij de algemeene beschouwingen gezegd, dat de Commissie voor het Georganiseerd Overleg een voorstel tot invoering van de 48-urige werkweek heeft aan genomen en dit voorstel van Burgemeester en Wethouders daarmede in strijd is. Spreker heeft dit ook vernomen. Het College is echter in het geheel niet van plan, het voor stel der Commissie over te nemen, dat wat de brugwachters betreft 10.000.per jaar en wat de overige diensten aan gaat 40.000.per jaar zou kosten. Spreker heeft er echter niet het minste bezwaar tegen, het voorstel tot bezuiniging op dezen post in de Commissie voor den Markt- en Havendienst te bespreken en gelooft, dat het reeds in handen van die Commissie is gesteld. Spreker wil alle zaken, den dienst betreffende, in deze Commissie bespreken, die daarvoor ook is ingesteld, maar denkt er niet aan, deze zaak in de Commissie voor Georgani seerd Overleg te brengen, van de functie waarvan sommige Raadsleden een overdreven voorstelling schijnen te hebben. De heer Vallentgoed merkt op, dat men de bezuiniging wil verkrijgen door een tijdelijken brugwachter te ontslaan en een anderen brugwachter den dienst met pensioen té doen verlaten. De heer Goslinga heeft bezwaar tegen de aanhouding van dit volgnummer, maar wil wel beloven, deze zaak ten spoedig ste m de Commissie voor den Markt- en Havendienst aan de orde te stellen, ten einde na te gaan, op welke wijze de bezuiniging kan worden verkregen. Misschien kan het ge schieden op een manier, die de heer Vallentgoed beter vindt. Waar echter een bezuiniging op dezen post mogelijk is, heeft spreker er bezwaar tegen, dat bedrag te laten schieten. Volgnr. 349 wordt zonder hoofdelijke stemming aange nomen. Beraadslaging over volgnr. 350, luidende: Onderhoud van kolken en riolen31.300. De heer Koole heeft verleden jaar van den Wethouder op zijn vraag omtrent het plaatsen van urinoirs geen antwoord gehadspreker ging van de gedachte uitwie zwijgt, stemt toe, maar daarvan heeft spreker tot zijn spijt niets gemerkt. In de rayons Rijnsburgerweg, Tuinstadwijk en Kooipark ontbreken urinoirs; de incasseerders en zij, die den geheelen dag leuren, kunnen daarvan geen gebruik maken, omdat ze er niet zijn; het is voor hen niet mogelijk aan de woningen aan te bellen. Wanneer men verordeningen maakt, moet men ook gelegenheid geven om te voorkomen, dat de menschen met de politie in aanraking komen tegen hun wil. Spreker vraagt den Wethouder aan dat verzoek van spreker, dat hij al eenige keeren gedaan heeft, te voldoen. Spreker geeft toe, dat de wijze van plaatsing van de urinoirs, die de Wethouder uitgevonden heeft, nl. verbonden aan de transformator huisjes, een zeer goede en goedkoope is. Voor het plaatsen van urinoirs in die omgeving moet echter een andere methode gevonden worden. De heer Splinter zegt, dat het moeilijk is, geschikte plaatsen voor de urinoirs te vinden. Het College houdt steeds zijn aandacht op deze zaak gevestigd. Er is voldoende geld om in 1934 urinoirs te laten bouwen en spreker zal er speciaal zijn aandacht aan wijden. Volgnr. 350 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Gemeentebcgrooting. (Coster e.a.) De volgnrs. 351 tot en met 381 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 382, luidende: Onderhoud en administratie van bezittingen niet voor den publieken dienst gebruikt of van werken en inrichtingen, geheel of voor een groot gedeelte buiten de gemeente gelegenf27.967. De heer Coster vraagt wie de pachter is van het Visch- huisje aan de Aalmarkt. Het huisje is de laatste jaren in ge bruik bij van der Horst. Is nu de onderverhuring niet in strijd met het pachtcontract en zoo ja, is dat geen reden om het contract te verbreken, zoodat het huisje toch verwijderd kan worden? De heer Splinter weet niet of het Vischhuisje onderverhuurd is en of daarvoor toestemming is gevraagd; spreker weet alleen, dat deze zaak in 1931 in de Commissie van Fabricage behandeld is om te trachten dat huisje opgeruimd te krijgen. Waar dit contract echter betrekkelijk binnenkort afloopt, is het de bedoeling die niet opnieuw te verpachten. Spreker zal het onderzoeken. De heer Groeneveld heeft reeds meermalen aangedrongen op verbetering van de acoustiek van de Stadsgehoorzaal, die nog altijd buitengewoon slecht is. Tegenwoordig kan men verbetering krijgen door het aanbrengen van luidsprekers; sommige vereenigingen doen dat al op eigen gelegenheid, door een eenigszins gebrekkige noodinstallatiedoor het aan brengen van een afdoende installatie vanwege de gemeente zou de toestand misschien beter worden. Het antwoord van het College, dat het gaarne bereid is een nader onderzoek in te stellen, (loet spreker zeer veel genoegen. Wil het College dit nog eens bekijken? Als men daarmede toch bezig is, dringt spreker er op aan ook eens met den pachter te spreken over het tooneeldecor. Daarover zijn herhaaldelijk moeilijkheden; dat daarvoor geen vaste prijzen bestaan, heeft tot verwikkelingen geleid. Kan het College niet eens met den pachter spreken om daarin een behoorlijke regeling te brengen? Beter zou spreker het nog achten wanneer de gemeente zelf die zaak in handen nam. De heer Manders zegt, dat de quaestie van de acoustiek reeds onderzocht is door den Voorzitter van de Commissie van Fabricage met den Directeur van Gemeentewerken. Met luidsprekers zal niet veel te bereiken zijn, omdat het niet daaraan ligt, dat het geluid niet ver genoeg draagt; het was integendeel veel te luid; de resonantie was te sterk. Dit zal natuurlijk met luidsprekers niet ondervangen, maar nog ver sterkt worden; dat zou de verkeerde methode zijn; dat helpt niet. De heer Splinter zegt, dat wel eens met luidsprekers ge werkt wordt, maar niet altijd even succesvol. Daarom zegt het College ook, dat het deze zaak gaarne nog eens onder oogen zal zien. Wat betreft het tooneeldecor, de pacht loopt nog dit jaar af. Het College is nu aan het onderhandelen met den pachter, waarbij tegelijk ook dit punt onder oogen wordt gezien. Volgnr. 382 wordt zonder hoofdelijke stemming aange nomen. De volgnrs. 383 tot en met 507 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Bij volgnr. 508 wordt de begrooting van de Plaatselijke Schoolcommissie voor 1934 zonder beraadslaging of hoofde lijke stemming goedgekeurd, waarna dat volgnr. en de volgnrs. 509 tot en met 513 achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming worden aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 514, luidende: „Subsidie aan de vereeniging Schoolkindervoeding en Schoolkinder- kleeding33.500 waarbij tevens aan de orde zijn de voorstellen van mevrouw Braggaarde Does (Nis.16 en 17), respectievelijk luidende: ,,Ondergeteekende stelt voor, over te gaan tot het instellen van een gemeentelijke commissie voor schoolkindervoeding en -kleeding." en „Ondergeteekende stelt voor, om bij schoolkindervoeding en -kleeding schoenen te verstrekken in plaats van klompen en de daarbij behoorende reparatie."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 28