VRIJDAG 26 JANUARI 1934.
Ill
Gemeentebegrooting
(Voorzitter e.a.)
De Voorzitter zegt, dat dit overwogen wordt. Spreker ge
looft wel, dat in dien zin waarschijnlijk een beslissing zal
vallen, maar het staat nog niet vast. Spreker is echter wel
voornemens een ambtenares blijvend aan dezen dienst te
verbinden indien dat eenigermate mogelijk is.
Volgnr. 266 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgnr. 267, luidende: „Belooning van
de inspecteurs, dienaars en verdere beambten van politie, mits
gaders van de veldwachters f323.237.
De heer Groeneveld heeft geklaagd over de gebrekkige
straatverlichting; daaraan ontbreekt veel. Tal van lantaarns
branden des avonds niet, maar om dat te vergoeden, branden
ze dan overdag. Spreker keurt dat toch niet goed. Het College
zegt in de Memorie van Antwoord, dat daarop goed toezicht
wordt gehouden, maar van de resultaten van dat toezicht
merkt spreker niet veel. Dikwijls brandt een lantaarn avonden
achter elkaar niet. Het College zegt:
Op 'punten van belang wordt dit onmiddellijk verholpen:
op punten van minder belang geschiedt zulks den
volgenden dag."
Dat wil zeggenwanneer de Directie van de Lichtfabrieken
het weet; aangezien de contröle gebrekkig is, weet deze dat
niet en worden de storingen ook niet verholpen. Vroeger
werden de lantaarns eiken avond door het vakkundig personeel
van de Lichtfabrieken gecontroleerd en werden de gebreken
direct verholpen, maar nu is dit aan de politie opgedragen
en die kan dat natuurlijk niet; dat is hun vak niet. Het
gevolg is, dat de lantaarns, ook op zeer gevaarlijke punten,
soms niet branden. Spreker heeft daartegen bezwaar; daaraan
zijn gevaren verbonden en spreker dringt er op aan daarin
beter te voorzien.
Hierover is herhaaldelijk, niet alleen door spreker, geklaagd.
De Voorzitter erkent, dat eenigen tijd geleden hierover wel
eenige klachten zijn geweest, die door den heer Groeneveld
echter voorzoover spreker zich hierover heeft kunnen doen
voorlichten eenigszins overdreven zijn. Ernstige klachten
krijgt het College daarover niet meer.
Aan het beroep, dat op de ingezetenen is gedaan, om
wanneer zij bemerken, dat een lantaarn niet brandt, daarvan
rechtstreeks aan de Lichtfabrieken kennis te geven, wordt
nogal gevolg gegeven. De heer Groeneveld heeft verleden
jaar er voor bedankt, er aan mede te werken, onder het motief,
dat hij geen onbezoldigd controleur van de lantaarns wilde
zijn.
De heer Groeneveld zegt, dat de Voorzitter hem verleden
jaar het als taak wilde opdragen en hij toen voor die be
trekking bedankt heeft.
De Voorzitter verzoekt dan thans den heer Groeneveld,
zijn medewerking in deze te willen verleenen.
De heer Groeneveld dankt daarvoor zeer.
Volgnr. 267 wordt zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
Beraadslaging over volgnr. 268, luidende: „Kleeding en
•uitrusting der politiedienaars en veldwachters f 23.198.
waarbij tevens aan de orde komt het voorstel van den heer
Kuipers (No. 24), luidende:
Ondergeteekende stelt voor het in de overeenkomst van
het verstrekken van rijwielen ten behoeve van de Gemeente
niet in huurkoop te nemen.
De benoodigde rijwielen aan te koopen en aan de gebruikers
elk jaar een klein bedrag voor onderhoudskosten uit te keeren."
De heer Kuipers acht het antwoord, dat het College in de
Memorie van Antwoord op de opmerkingen betreffende dit
volgnummer heeft gegeven, niet bevredigend. Spreker heeft
bij een serieus onderzoek vernomen, dat er vele ernstige
klachten zijn, waarmede geen rekening wordt gehouden.
Dagelijks zijn eenige rijwielen, die eerst in 1933 in gebruik
zijn genomen, in reparatie. Die toestand is niet te verdedigen.
De prijs der in huurkoop zijnde rijwielen bedroeg in 1933
28.50 per stuk, maar hoe hoog is de reparatierekening,
waaromtrent in de stukken geen cijfers zijn vermeld? Het
zou voor de gemeente voordeeliger zijn, zelf de rijwielen te
koopen bij de fabrieken, die de bekende goede merken leveren.
Volgens de inlichtingen, die spreker bij rijwielhandelaren en
depothouders, die eerste klasse rijwielen leveren, heeft
ingewonnen, kost een goed rijwiel, waarvoor men 3 a 4 jaar
Gemeentebegrooting.
(Kuipers e.a.)
kan instaan en dat Nederlandsch fabrikaat is, 47.a 50.
De gemeente 's-Gravenhage heeft eertijds met de Groning-
sche Rijwielenfabriek A. Fongers een contract voor vier
jaar gesloten en heeft dit contract bij afloop hernieuwd.
Iedere ambtenaar of agent van politie krijgt daar een rijwiel,
dat hij vier jaar moet gebruiken en ontvangt een klein
bedrag voor onderhoudskosten aan bons, dat in vier jaar
25.a 30.bedraagt. Na vier jaar is het rijmel het
eigendom van den ambtenaar of agent. Is de man zeer zuinig
geweest, dan wordt hem het niet bestede geld voor onderhouds
kosten uitbetaald.
Het is in het belang der gemeente Leiden, ook hier een
dergelijke regeling in te voeren: de gemeente zou er financieel
mede gebaat zijn en de betrokken ambtenaren en werklieden
zouden in het bezit komen van een eerste klasse Hollandsch
rijwiel, waarop zij bij goed onderhoud ook wel zuinig zullen
zijn. Indien men dus zelf rijwielen koopt, b.v. van 50.
waarvoor, naar spreker is verzekerd, wordt ingestaan en
3 a 4 jaar mee kunnen, dan is dat een voordeel voor de ge
meente. De prijs per rijwiel (Hollandsch fabrikaat) is, bij
70 a 80 stuks, 47.50, ruim genomen ƒ50.per stuk;
daarbij komt 22.voor onderhoud, wat aan den hoogen
kant is; tezamen 72.per rijmel of per jaar 18.over
4 jaar gerekend. Op de begrooting staan nu 76 rijwielen a
ƒ28.50 ƒ5.472.—.
In 1932 is voor het huren van rijwielen uitgetrokken
68 x 43.2.924.Voor 1933 stonden op de begrooting
75 rijwielen x 28.50 2.137.50, voor 1.934 is uitgetrokken
2.166.Door aankoop van rijwielen als door spreker
voorgesteld, kan deze post aanmerkelijk verlaagd. 4 x 2.166
8.664.terwijl aankoop van 76 rijwielen met reparatie-
en onderhoudskosten thans zou kosten 5.472.over 4 jaar
een besparing dus van 3.000.Hiermede heeft spreker
aangetoond, dat huurkoop van rijwielen voor Leiden geen
voordeel is. Wel is het juist, dat de rijwielprijzen thans
lager zijn dan een paar jaar geleden. Spreker geeft den Wet
houder van Financiën in overweging dezen post ernstig na
te gaan; hij hoopt, dat zijn voorstel, speciaal uit financieele
overwegingen ingediend, zal worden aangenomen.
Deze post zou dan voor 1934 verhoogd moeten worden.
De heer Wilbrink kan dit voorstel-Kuipers niet in zijn ge
heel overzienis het niet mogelijk dat het College het in prae-
advies neemt?
De heer Goslinga zegt, dat deze huurkoop-overeenkomst
is aangegaan voor 1932 tot en met 1934, zoodat men er
voor de begrooting voor 1934 zeker niets aan kan doen;
de gemeente is gebonden aan het contract; het College is
zelfs min of meer genoodzaakt geworden, ter bescherming
van de belangen der gemeente, om dit contract met den
Curator van den faillieten boedel van den contractant nog
een jaar te verlengen onder bepaalde voorwaarden; anders
zou de gemeente plotseling zonder rijwielen zitten; de ge
meente zit er dus een, wellicht nog twee jaar aan, maar dat
behoeft den Raad niet te verontrusten;, het College heeft
die zaak in 1931 nog eens a tête reposée bekeken, ook de
mogelijkheid, door den heer Kuipers naar voren gebracht,
en het is tot de overtuiging gekomen, dat een 3-jarig huurkoop
contract Voor de gemeente het voordeeligste was; men is
toen gekomen van 42.op 28.50, met inbegrip van de
reparaties. De reparatierekening, waarnaar de heer Kuipers
vraagt, bestaat niet; dat is absoluut begrepen in die ƒ28.50.
De heer Kuipers noemde de wijze, waarop dit in 's-Gravenhage
gebeurt; spreker betwijfelt of dat wel voordeeliger is dan
zooals het hier gebeurt. Den Haag betaalt voor Gemeente
werken, bij een 4-jarig contract, 28.per jaar, dus slechts
0.50 minder dan Leiden, niet een noemenswaardig verschil.
Het onderhoud van een rijwiel, dat dagelijks en bij elke
weersgesteldheid gebruikt wordt, kost meer dan 7.50 per
jaar, hetgeen spreker als Voorzitter van den Raad van Arbeid,
die in den buitendienst rijwielen gebruikt, bekend is. Spreker
moet dan ook aan de juistheid van de door den heer Kuipers
genoemde cijfers twijfelen.
De hoofden van dienst, voor wie geen enkele reden kan
bestaan klachten over de rijwielen te verzwijgen, hebben
onlangs verklaard, toen sprake was van verlenging van het
contract, dat zij zeer tevreden waren over de prestaties van
den aannemer. Spreker stelt er zeer veel prijs op te ver
nemen, uit welke bron de heer Kuipers zijn gegevens omtrent
de klachten heeft gekregen.
De gemeente is nog eenigen tijd aan het thans loopende
contract gebonden. Burgemeester en Wethouders zullen
tegen het einde van het contract overwegen, of het niet
gewenscht is, op een andere wijze in deze behoefte te voor
zien, vooral waar het hier een belangrijken post betreft. Zij