VRIJDAG 26 JANUARI 1934. 107 Gemecntebegrooting. (Voorzitter.) (No. 1) in zake het vervoer van materialen van Gemeente werken in eigen bekeer. Het voorstel van den heer Schüller (No. 1), luidende: „Ondergeteekende stelt voor te besluiten het vervoer van bet materiaal van Gemeentewerken in eigen beheer te doen uitvoeren.", wordt verworpen met 21 tegen 12 stemmen. Tegen stemmen: de heeren Wilmer, Donders, van der Reijden, van Es, van Tol, Simonis, Coster, Huurman, Beeken kamp, Vcs, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn, Bergers, Meijnen, Wilbrink, Manders, van Rosmalen, van Eecke en de Reede. Vóór stemmen: de heeren Verweij, Groeneveld, Schüller, van Eek, Vallentgoed, mevrouw Braggaarde Does, de heeren Kuipers, Kooistra, van Stralen, mevrouw de Oler de Bruijn, de heeren Koole en van Weizen. De Voorzitter deelt mede, dat het College afwijzend staat tegenover de voorstellen van den heer van Eek, in zake de levering van gas en electriciteit tegen verlaagde tarieven (No. 2), in zake invoering van medezeggenschap voor het gemeentepersoneel (No. 3) en tegen de motie van den heer van Eek (No. 4) in zake het houden van optochten op Zondag namiddagen. De voorstellen van den heer van Eek (Nis. 2 en 3) luidende: ,,De Raad verzoekt Burgemeester en Wethouders een regeling te ontwerpen voor de levering van gas en electriciteit aan personen met een wekelijksch gezinsinkomen van twintig- gulden en daar beneden, waarbij dezen telkens voor een maand, zoolang hun inkomen niet de gestelde grens over schrijdt, in afwijking van de bestaande tarieven de eerste tien M3 gas, die zij maandelijks gebruiken, worden geleverd tegen zes cent per M3. en de eerste 10 K.W.U. electriciteit, die zij maandelijks gebruiken, tegen 10 cent per K.W.U., met vrijstelling van de betaling van vast recht en meterhuur.", ,,De Raad zich in beginsel uitsprekend voor de invoering- van de medezeggenschap voor het gemeentepersoneel, ver zoekt Burgemeester en Wethouders het advies in te winnen van de Algemeene Ambtenaren- en de Algemeene Werk lieden-Commissie omtrent de wijze, waarop deze mede zeggenschap behoort te worden geregeld." en de motie van den heer van Eek (No. 4), luidende: ,,De Raad spreekt de wenschelijkheid uit, dat voortaan ook in Leiden op Zondagnamiddag het houden van op tochten met muziek en banieren als regel zal worden toe gestaan.", worden achtereenvolgens verworpen, elk met 20 tegen 13 stemmen. Tegen stemmende heeren Wilmer, Donders, van der Reijden, van Es, van Tol, Simonis, Coster, Huurman, Beekenkamp, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn, Bergers, Meijnen, Wilbrink, Manders, van Rosmalen, van Eecke en de Reede. Vóór stemmen: de heeren Yerweij, Groeneveld, Schüller, van Eek, Vallentgoed, mevrouw Braggaarde Does, de heeren Kuipers, Kooistra, van Stralen, Vos, mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren Koole en van Weizen. De Voorzitter deelt mede, dat het College afwijzend staat tegenover de voorstellen van den heer van Stralen (Nis. 11 en 12) in zake demping van het Levendaal en in zake het instellen van een onderzoek naar den toestand in de gezinnen der werkloozen. De voorstellen van den heer van Stralen (Nis. 11 en 12), hiidende ,,De Raad verzoekt Burg. en Weth. thans onverwijld maatregelen te nemen tot uitvoering van de dempingsplannen van het Levendaal, door aan den Raad een voorstel te doen tot het voteeren van het benoodigde bedrag, en daarna ten spoedigste tot gewone aanbesteding- over te gaan.", en „Ondergeteekende stelt voor van gemeentewege een onder zoek te doen instellen naar den toestand in de gezinnen der werkloozen, alsmede naar de juiste omvang der werkloosheid, met rubriceering naar beroep en leeftijd.", worden achtereenvolgens verworpen, elk met 19 tegen 14 stemmen. Tegen stemmen: de heeren Wilmer, Donders, van der Reijden, van Es, van Tol, Simonis, Coster, Huurman, Beeken- Gcmeentebegrooting. (Voorzitter e.a.) kamp, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn, Bergers, Meijnen, Wilbrink, van Rosmalen, van Eecke, en de Reede. Vóór stemmen: de heeren Verweij, Groeneveld, Schüller, van Eek, Vallentgoed, mevrouw Braggaarde Does, de heeren Kuipers, Kooistra, van Stralen, Vos, mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren Manders, Koole en van Weizen. De Voorzitter deelt mede, dat het College afwijzend staat tegenover de beide deelen van het voorstel-Kooistra (No. 13) tot benoeming van een commissie tot onderzoek van de mogelijkheid van huurverlaging en inzake invoering van een huurverlaging van 15 bij gemeentewoningen. De heer Aros vraagt, dit voorstel gesplitst in stemming te brengen; spreker is tegen het tweede gedeelte er van, omdat hij dat een vooruitloopen vindt op het resultaat van het onderzoek van de commissie, voorgesteld in het eerste gedeelte. Het sub a vermelde gedeelte van het voorstel van den heer Kooistra (No. 13), luidende: „De Raad van oordeel, dat thans, bij een voortdurende prijsstijging van de eerste levensbehoeften, en het dalen van het loonpeil bij deze groote werkloosheid, de huren van arbeiderswoningen in het algemeen te hoog zijn, Noodigt Burgemeester en Wethouders uit, a. een Commissie te willen benoemen, die tot taak heeft te onderzoeken in hoever het mogelijk is de huren van arbeiderswoningen te verlagen;" b. een huurverlaging van 15 bij gemeentewoningen toe te passen." wordt aangenomen met 17 tegen 16 stemmen. Vóór stemmen: de heeren Verweij, Groeneveld, Schüller, van Eek, Vallentgoed, mevrouw Braggaarde Does, de heeren van Tol, Kuipers, Kooistra, van Stralen, Vos, mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren Manders, van Rosmalen, Koole, van Eecke en van Weizen. Tegen stemmen: de heeren Wilmer, Donders, van der Reijden, van Es, Simonis, Coster, Huurman, Beekenkamp, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn, Bergers, Meijnen, Wilbrink en de Reede. De heer Kooistra trekt, naar aanleiding van de aanneming vTan het sub a vermelde gedeelte ATan zijn vmorstel, het sub b vermelde gedeelte daarvan in. Aangezien het sub b vermelde gedeelte van het voorstel A7an den heer Kooistra (No. 13), is ingetrokken, maakt het geen onderAverp van beraadslaging meer uit. (De heer Bosman komt ter vergadering.) De Voorzitter deelt mede, dat het College afwijzend staat tegenovrrhet voorstel-Kooistra (No. 14) tot het onder ge- meentebeheer brengen van de gemeentewoningen. Het voorstel van den heer Kooistra, (No. 14), luidende: „Ondergeteekende stelt voor, de gemeentewoningen onder gemeentebeheer te brengen.", wordt verworpen met 22 tegen 12 stemmen. Tegen stemmen: de heeren Wilmer, Donders, van der Reijden, van Es, van Tol, Simonis, Coster, Huurman, Beeken kamp, Vos, Tepe, Splinter, Goslinga, Romijn, Bergers, Meijnen, Wilbrink, Manders, van Rosmalen, van Eecke, Bosman en de Reede. Vóór stemmen: de heeren Verweij, Groeneveld, Schüller, van Eek, Vallentgoed, mevrouw Braggaarde Does, de heeren Kuipers, Kooistra, van Stralen, mevrouw de Clerde Bruijn, de heeren Koole en van Weizen. De Voorzitter deelt mede, dat het College afwijzend staat tegenover het voorstel-Kooistra (No. 15), tot vermindering- van den post winst Endegeest met 1.840.en het voorstel van mevrouw Braggaarde Does (No. 18), inzake hand having van de subsidie voor de schoolkindervoeding en -kleeding. De heer Bergers zegt, dat er op schoolkinderAroeding be zuinigd kan worden zonder harde maatregelen; hij betwijfelt echter of zonder harde maatregelen deze bezuiniging 10.000 zal kunnen bedragen. Voorloopig gaat spreker met deze be zuiniging mee, doch hij behoudt zich het recht voor in de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 17