DONDEEDAG 25 JANUARI 1934.
69
Gemeenlebegrooting Algemeene beschouwingen.
(Splinter
dacht; toen kwam ook de heer Wilmer nog met andere
bezwaren. Er is toen gezegd dat het een schandaal was om
op deze wijze het uitbreidingsplan te behandelen; het was
zelfs het mes op de keel zetten; er was niet behoorlijk tijd
gegeven om het uitbreidingsplan te bestudeeren. Dat be
twist spreker toch ten sterkste. In de Memorie van Antwoord
is het College op deze zaak uitvoerig ingegaan en is ook aan
getoond, dat de Raadsleden genoeg tijd hebben gehad om
zich vooraf in deze materie in te werken. Dikwijls echter
nemen de Raadsleden te weinig notitie van belangrijke
vraagstukken als het onderhavige en dan wordt er maar
gezegd dat de tijd, dien het College geeft, te kort is. Spreker
blijft er bij, dat de Raad voldoende gelegenheid heeft gehad
om alle bezwaren, op 6 November naar voren gebracht,
vooraf, bij de bespreking op 30 October, kenbaar te maken,
welke bespreking uitsluitend gehouden werd om eventueele
bezwaren van de Raadsleden te hooren, die te bespreken
en toelichtingen te verstrekken.
Nu is een uitbreidingsplan en vooral voor een grootere
gemeente altijd een zeer moeilijk onderwerp; velen denken,
dat een uitbreidingsplan zoo gemakkelijk tot stand komt,
maar er is veel en tijdroovend werk aan verbonden, waar
bij tal van moeilijkheden onder oogen moeten worden
gezien. Spreker zou het bijna met den heer Manders eens
zijn, dat men nu wel mag beginnen aan het volgende uitbrei
dingsplan.
Spreker weet nu bij ervaring welk een geweldige tijd en
moeite het kost een uitbreidingsplan voor een gemeente als
Leiden in orde te maken. Hetzelfde als hier gezegd is, is ook
gezegd ïn den Gemeenteraad van Oegstgeest. Op 16 Januari j.l.
is het uitbreidingsplan van Oegstgeest behandeld; dat moest
ook op 21 Januari vastgesteld zijn; ook daar was dus voor
behandeling in den Raad slechts een korte tijd beschikbaar.
Ook daar hebben de Raadsleden gezegd, dat dit geen manier-
van doen was, dat zij het plan niet behoorlijk hadden kunnen
bestudeeren; zij hebben daar slechts één voorstel gedaan,
n.l. om een Commissie ad hoe te benoemen, welke de bezwaren
opnieuw zou onderzoeken en Burgemeester en Wethouders
van voorlichting zou dienen. De Burgemeester van Oegst
geest wees er op, volgens het verslag van die vergadering
in de Nieuwe Leidsche Courant, dat in den Raad de situatie
is gekomen, dat de leden buiten Burgemeester en Wethou
ders om over belangrijke onderwerpen gaan vergaderen.
Onder dergelijke omstandigheden zou het Burgemeester en
Wethouders evenals in andere gemeenten, waar dergelijke
toestanden heerschten, niet langer mogelijk zijn de gemeente
te besturen.
Dus ongeveer hetzelfde wat zich bij het uitbreidingsplan
van Leiden heeft voorgedaan, is ook in de gemeente Oegst
geest gebeurd. Spreker zou daarvan meerdere voorbeelden
kunnen aanhalen, maar waar hier is gesproken van het mes
op de keel zetten en in den gemeenteraad van Oegstgeest
eveneens, mag het wel eigenaardig worden genoemd, dat,
nadat in Oegstgeest het uitbreidingsplan was aangenomen,
een van de Raadsleden Burgemeester en Wethouders dank
heeft gebracht voor het vele werk, dat zij aan het uitbreidings
plan hadden verricht.
Spreker wenscht nu nog een paar opmerkingen te maken
aan het adres van den heer Groeneveld, die naarvoren heeft
gebracht, dat op 27 October 1930 aan den Directeur der Ge
meentewerken was opgedragen met spoed een nieuwe teeke-
ning van het ontwerp-uitbreidingsplan te vervaardigen en in
te zenden, waarbij met de uitgesproken wenschen en ge
maakte opmerkingen rekening gehouden moest worden. De
heer Groeneveld wees er op, dat de vervaardiging van die
nieuwe teekening tot 19 Juni 1931, dus 8 maanden heeft
geduurd. Spreker moet er in dit verband aan herinneren, dat
op 30 Juni 1930 het ontwerp in een besloten bijeenkomst
van den Raad is behandeld, waarin vele wenschen en opmer
kingen naarvoren zijn gebracht en het uitbreidingsplan gron
dig is besproken. Met al die wenschen en opmerkingen hebben
Burgemeester en Wethouders wel degelijk rekening gehouden,
zoodat het vervaardigen van een nieuwe teekening een om
vangrijk werk was, mede omdat er enkele nieuwe wijken in
betrokken werden, welke geheel nieuw moesten worden op
gezet. Voor het geheel omwerken van een plan van zoodanige
importantie is 8 maanden een korte tijd geweest, te meer
als men in aanmerking neemt, dat aan zulk een werk, dat een
studie-werk is, hoofdzakelijk slechts één ambtenaar, die er
voortdurend mede bezig is, kan werken.
Spreker moet dus beslist het verwijt van den heer Groene
veld, als zou er niet met spoed aan het uitbreidingsplan zijn
gewerkt, afwijzen.
Voorts heeft de heer Groeneveld nog een termijn genoemdn.l.
die voor het uitwerken van het ontwerp, waartoe op 17 Maart
1932 aan den Directeur der Gemeentewerken opdracht werd
Gemeentebegrooting Algemeene beschouwingen.
(Splinter.)
gegeven, met de mededeeling, dat dit vóór 1 November
1932 gereed zou moeten zijn en welk ontwerp op 3 December
1932 werd ingediend, waardoor dus de gestelde termijn met
ruim een maand werd overschreden. In het sectie-verslag is
reeds aangegeven waarom er een maand langer aan gewerkt
is. Spreker zal thans eens enkele punten noemen, waaruit
dat omvangrijke werk bestond:
Het omwerken van het ontwerp omvatte:
a. het Schuttersveld met omgeving, Zomerzorg en sta-
tionsdoorbraak naar Stationsweg;
b. veemarktterrein en omgeving in verband met nader
uitwerking en wijziging van plan veemarkt, met havens,
kanaal, parkeerterreinen, enz.
c. omgeving zweminrichting ,,de Zijl" in verband met stra
tenplan „Nat. Grondbezit" en wenschen adviescommissie.
d. terrein Amphora Hoogen Morschweg.
e. wijziging beloop Houtlaan.
f. wijziging beloop Oegstgeesterlaan.
g. wijziging bouwblok speeltuin Noorderkwartier.
h. wijziging sportterrein Zoeterwoudschesingel.
Voorts moest het uitbreidingsplan in alle onderdeelen wor
den uitgewerkt. Daarbij moest de juiste breedte bepaald
worden van alle straten, pleinen, gazons, voortuinen, enz.
Voor elke straat moest afzonderlijk worden gedetailleerd
de wijze van bebouwing (open- en (of) gesloten bebouwing,
goothoogte, dakhelling, open ruimte tusschen de bouwblokken,
breedte van de perceelen, onder- en bovenwoningen, winkels
enz.).
Eindelijkmoesten worden ontworpen de bij het uitbreidings
plan behoorende bebouwingsvoorschriften en moest, ten aan
zien van elk perceel, dat in het uitbreidingsplan is begrepen of
door een rooilijn wordt getroffen, worden nagegaan of meer
dan 1/3 gedeelte aan bebouwing wordt onttrokken en van de
perceelen ten aanzien waarvan dit het geval was, staten
worden opgemaakt.
Zoo is gebleken, dat een maand langer noodig is geweest
dan oorspronkelijk in de bedoeling van Burgemeester en
Wethouders had gelegen.
Spreker komt thans tot de vraag van den heer Groeneveld,
wat er zal gebeuren met de voorstellen, welke destijds aan
het uitbreidingsplan zijn vastgekoppeld. In de Raadsver
gadering van 6 November j.l., toen de heer Groeneveld dezelfde
vraag had gesteld, heeft spreker gezegd, dat op de voorstel
len, die in praeadvies zijn gegeven, een praeadvies zou komen,
en op de vraag van den heer Groeneveld, wanneer, heeft
spreker geantwoord: Te zijner tijd; zoodra de zaak zoover
is, dat er praeadvies uitgebracht kan worden.
Toen reeds is er wel degelijk aandacht geschonken aan de
verschillende voorstellen, welke waren ingediend; zij worden
niet weggedoezeld en er mag niet worden gezegd, dat Bur
gemeester en Wethouders ze hebben teruggenomen en er
niets mede gebeurt.
Wat aangaat het voorstel van den heer Schüller inzake
demping van de Mare, in het rapport van den Directeur der
Gemeentewerken van 23 December 1929, dat voor de Raa s-
leden ter inzage heeft gelegen, staat het volgende:
„Demping van de Mare, of een gedeelte ervan, is niet in
het ontwerp uitbreidingsplan opgenomen, wat dit beteekent
dat de Mare niet bestemd is om deel uit te maken van een
hoofdverbinding Noord-Zuid.
Dit wil echter niet zeggen, dat bedoelde demping even
tueel niet aan de orde kan worden gesteld, als eene kwestie
van partieele stadsver betering, los van het uitbreidingsplan."
Waar het geheele bruggenvraagstuk, een studie-vraagstuk,
aan de orde is, is het te begrijpen, dat op dit oogenblik niet
over het dempen van de Mare los daarvan praeadvies kan
worden uitgebracht. Het bruggenvraagstuk zal te zijner tijd
in den Raad aan de orde komen, waarbij eventueel ook de
demping van de Mare zal worden behandeld.
Spreker hoopt, dat het nog dit jaar zal zijn, maar veel
illusies kan spreker zich daarover toch niet maken; het is
een zeer gewichtig vraagstuk.
Van het voorstel-Elkerbout tot verbreeding van de Plan
tage bij de Utrechtsche brug, door den heer Eikerbout reeds
vele keeren bij de begrooting. dus niet alleen bij het uitbrei
dingsplan ter sprake gebracht, heeft spreker gezegd, dat
het verband hield met de demping van het Levendaal en
dat spreker, indien die demping niet spoedig plaats vond,
er dan voor zou zijn dit vraagstuk eventueel afzonderlijk
te bezien.
Dan was er een voorstel-Elkerbout tot verbetering van den
toestand van de Zijlpoort, maar daarin is wel reeds voorzien.
Tenminste, de heer Eikerbout vroeg destijds losmaking van
de Zijlpoort en een nieuwe brug, maar dat is op andere wijze
opgelost; de brug is aan beide kanten verbreed. Aan het ver
langen van den heer Eikerbout is, zij het ook op andere wijze,