MAANDAG 22
JANUARI 1931.
25
Gemccntebegrooting Algemcenc beschouwingen.
(Wilbrink.)
vragers bij de gemeente geruimen tijd moeten wachten, al
vorens er een beslissing komt, terwijl het bij particulieren
veel vlugger gaat. Nu is het bekend, dat spreker er geen voor
stander van is om zooveel mogelijk bouwgrond in handen
van de gemeente te spelen en de particulieren uit te sluiten,
maar waar het in vele opzichten de aangewezen taak van de
gemeente is om een zekere grondpolitiek te voeren en ook de
gemeente Leiden zich daarvan niet kan onthouden, moet
de weg worden gevonden om het in deze gemeente zoo goed
mogelijk te doen en dan lijkt spreker de eenige juiste weg
om de verschillende instanties, welke thans over aanvragen
tot grondverkoop moeten worden gehoord, alvorens een be
slissing kan worden genomen, uit te schakelen. Van die
mogelijkheid moet in het belang van de gemeente worden
gebruik gemaakt. Yoor zoover sprekers ervaring als Raads
lid strekt, is er nog nooit een voorstel tot grondverkoop, dat
door Burgemeester en Wethouders aan den Raad is voor
gelegd, afgewezen, ja, is er nog nooit over gedebatteerd. Het
lijkt spreker, dat, als onder de noodige waarborgen van
Burgemeester en Wethouders wordt opgedragen om zelf den
grondverkoop in handen te houden en de voorbereiding ervan
door een ambtenaar te doen geschieden, onder hun verant
woordelijkheid, men op den goeden weg is om de gemeente-
Gemeentcbegrooting Algemcenc beschouwingen-
(Wilbrink e.a.)
gronden op de juiste wijze aan den man te brengen, de con
currentie met particulieren mogelijk te maken en het ge
meentelijk grondbedrijf beter aan zijn taak te doen beant
woorden.
Spreker dient nu een motie in, welke hij op het bureau van
den Voorzitter deponeert.
De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een motie van
den heer Wilbrink, luidende:
,,De Raad verzoekt Burgemeester en Wethouders met be
trekking tot grondverkoopen voorstellen te doen ten einde
te komen tot een regeling, als bedoeld in artikel 212 der
Gemeentewet, en daarbij tevens onder oogen te zien de aan
wijzing van een ambtenaar, die, onder hun toezicht en ver
antwoordelijkheid, de verschillende grondverkoopen voor
bereidt."
Deze motie wordt voldoende ondersteund en maakt der
halve een onderwerp van beraadslaging uit.
De Voorzitter schorst vervolgens de vergadering tot Dins
dag 23 Januari 1934, des namiddags te 2 uur.
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.