GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 11 OiOEKOMGN STVKEEN. N°. 18 Leiden, 18 Januari 1934. Nadat Uwe Vergadering in hare zitting van 29 Mei 1933 (Ingek. Stukken No. 113) toestemming had verleend tot wijziging van de statuten van de N.V. Leidsche Duin water Maatschappij, beoogende o. m. uitbreiding van het aantal commissarissen van 3 tot 5, deelde de Vennootschap ons bij missive van 22 December 1933 mede, dat zij de ministerieële beschikking „van geen bezwaar" had ontvangen en dat den 21 December de notarieële wijzigingsakte was ^[6p3/SS6Grd Ingevolge de desbetreffende overgangsbepaling moet thans en wel binnen twee maanden na totstandkoming van de statutenwijziging de benoeming van commis sarissen plaats vinden en treden de huidige commissarissen gelijktijdig af, met dien verstande, dat zij herkiesbaar zijn. De tegenwoordige commissarissen zijn, zooals U bekend is, de heer N. C. F. van Ginkel (gemeentelijke-commissaris als bedoeld bij art. 18 der concessie) en de heeren T. S. Goslinga en Mr. H. F. A. Donders. Ingevolge de bp Uw aangehaald besluit nader vast gestelde Eegeling inzake de uitoefening van de rechten der gemeente als aandeelhoudster, zal van het stemrecht in de aandeelhoudersvergadering voor het benoemen van vier commissarissen gebruik worden gemaakt als volgt: a. voor commissaris-voorzitter zullen de stemmen worden uitgebracht op een candidaat aan te wijzen door en uit ons College; b. voor de drie overige commissarissen zullen de stemmen worden uitgebracht op candidaten aan te wijzen door Uwe Vergadering, (buiten en behalve den gemeentelijken com missaris. die èn krachtens art. 18, sub b, der concessie èn art. 10 der statuten reeds door Uwe Vergadering wordt aangewezen.) Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie lig gende desbetreffende missives van de Vennootschap en verdere stukken en onder mededeeling voorts, dat ons College als candidaat voor commissaris-voorzitter heeft aan gewezen het lid van ons College, den heer T. S. Goslinga, geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging, over te gaan: a. tot benoeming van een gemeentelijken commissaris bij de N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij ingevolge art. 18, sub b, der concessie en art. 10 der statuten, zulks voor den tijd van drie jaren, ingaande op een door ons College te bepalen datum; b. tot aanwijzing van de candidaten, op wie de stemmen in de aandeelhoudersvergadering zullen worden uitgebracht voor de benoeming van drie commissarissen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wetli. van Leiden. yo, J9 Leiden. 18 Januari 1934. Ter voorziening in de vacatures, welke op 31 December j.l. zijn ontstaan in de Commissie van toezicht op de bewaarscholen tengevolge van de periodieke aftreding van Mevr. C. Beij—Vergunst, Mej. A. N. Ingeneeger en Pastoor J. C. Vijverberg, bieden wij Uwe Vergadering, met verwijzing naar het ter inzage gelegd schrijven van die Commissie, de volgende voordrachten aan a. vacature C. BeijVergunst: 1». C. BEIJ—VERGUNST, 2°. A. A. VAN VLIET—HOOGENDOORN; b. vacature A. N. Ingeneeger: 1°. A. N. INGENEEGER, 2°. J. C. BAARS; c. vacature Pastoor J. C. Vijverberg: 1°. Pastoor J. C. VIJVERBERG, 2°. Pastoor TH. M. BEUKERS. Wij verzoeken U alsnu tot benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 20. Leiden, 18 Januari 1934. Tengevolge van het overlijden van Mej. A. van der Laaken is op 1 Januari j.l. aan de o. 1. school aan de Haverstraat eene vacature ontstaan van onderwijzeres. Met verwijzing naar het advies van den Inspecteur van het lager onderwijs in deze inspectie, verzoeken wij Uwe Vergadering over te gaan tot benoeming, met ingang van een nader door ons College te bepalen datum, van een onderwijzeres aan de o. 1. school aan de Haverstraat, waar voor wij U de volgende voordracht aanbieden: 1°. J. E. P. VELLEKOOP, wachtgeldster, laatstelijk onder wijzeres aan de o. 1. school aan de Paul Krugerstraat B 2°. M. C. ETERMAN, wachtgeldster, laatstelijk onderwijzeres aan de opleidingsschool voor u. 1. o. aan den Maresingel A. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 21. Leiden, 18 Januari 1934. Aan de opleidingsschool voor u. 1. o. aan de Langebrug A moet worden voorzien in de vacature welke aan die school is ontstaan tengevolge van het aan de onderwijzeres Mej. C. W. S. Nagel verleend eervol ontslag. Aangezien die vacature door overplaatsing kan worden vervuld, geven wij U, met verwijzing naar het bij de stukken gevoegd advies van den Inspecteur van het lager onderwijs in deze inspectie, in overweging, den heer JHDommerJiolt, onderwijzer aan de o. 1. school aan de Paul Krugerstraat A, met ingang van een nader door ons College te bepalen datum, over te plaatsen naar de opleidingsschool voor u. 1. o. aan de Langebrug A. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 22. Leiden, 20 Januari 1934. Verschillende landerijen van de gemeente zijn onlangs uit de huur gekomen, zoodat met uitzondering van de gedeelten, waarover de gemeente voor straataanleg en woningbouw door vereenigingen de beschikking behoeft, in de verhuring daarvan verder moet worden voorzien. Behoudens een enkel geval werd met de tegenwoordige huurders overeenstemming bereikt omtrent de verlenging van de pacht. Bij de onderhandelingen werd, in verband met de daling van de pachtprijzen, als maatstaf aangenomen de pachtsom waarvoor het land verhuurd was, verminderd met gemiddeld 30 een maatstaf, welke ook door de Kamer voor Crisispachtzaken voor de pachtprijzen van de vóór 1 Januari 1932 verhuurde perceelen over het algemeen wordt aangelegd. In onderstaanden staat zijn aangegeven de te verpachten perceelen wei- en teelland; de pachters; de huren, die ont vangen werden; de nieuwe pachtsommen en de pacht- termijnen. Voor verdere bijzonderheden verwijzende naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken en in overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, geven wij Uwe Vergadering in overweging te besluiten onder de bestaande, m. m. gewijzigde voorwaarden, te verhuren de in den hierna volgenden staat genoemde perceelen weiland en teelland, op de overgelegde kaarten in groene kleur aangeduid, zulks aan de pachters, voor de prijzen en ge durende de termijnen, als achter elk perceel in de kolommen 2, 4 en 5 is vermeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1934 | | pagina 1