MAANDAG 2 OCTOBEE 1933.
395
Verbouwing H.B.S. voor Meisjes.
(Splinter e.a.)
telkens dergelijke geschiedenissen in den Eaad aan de orde
zouden komen, wijst spreker er op, dan na den bouw van
het politie-bnreau zeer veel werken zijn uitgevoerd en het
College nog nimmer in den Eaad is gekomen met een voorstel
om het voor een werk verleende crediet te verhoogen. Dat
dergelijke zaken zoo dikwijls aan de orde worden gesteld,
kan spreker pertinent tegenspreken, want dit is de tweede
maal gedurende zijn Wethouderschap.
Bij de werken, welke de laatste jaren zijn uitgevoerd en
waaronder zeer belangrijke waren, zijn de kosten als regel
beneden de raming gebleven.
Spreker geeft toe, dat achteraf praten altijd heel gemakke
lijk is, maar hoe gaat het met die bouwwerken? Iemand,
die de practijk kent, weet dat wel. De eene begrooting valt
mee, de andere tegen. In dit geval viel het bij de aanbesteding
mee en toen is de gedachte deze geweestde steenen trappen,
waarvan de kosten niet in het toegestane crediet waren
begrepen, doch die wel in het bestek waren opgenomen
naar aanleiding van een opmerking van de Commissie van
Toezicht op het middelbaar onderwijs dat was spreker
bekend kunnen uit het crediet worden betaald. Te meer
was er aanleiding tot toepassing van steenen trappen, waar
bij de verbouwing van de school aan de Oude Vest de houten
trappen op advies van den Inspecteur van het Lager
Onderwijs eveneens door steenen zijn vervangen.
De heer Schüller heeft weer gezegd, dat niet hij, maar de
Directeur van Gemeentewerken het gezag ondermijnt. Dat
moet spreker echter tegenspreken, want zoodra de overzicht-
staat, die op 1 Augustus gedateerd is, aanwees dat er een
tekort zou zijn in verband met de verschillende tegenvallers,
is de Commissie van Fabricage daarmede op de hoogte gesteld.
Dit betrof ook de verhuizing van de Meisjes H. B. S. naar
de Mare en de voorzieningen, die daarvoor aan de school aan
de Mare getroffen moesten worden, hetgeen ƒ2.188.gekost
heeft, en waarvan de kosten niet op de raming voorkwamen.
De overschrijding van de verbouwingskosten bedraagt dus
eigenlijk 7.800.Dit wordt nu teruggebracht tot de ware
proporties. Wat nu het electrisch licht betreft, ligt het voor
de hand dat een architect, als hij daar een goede lichtleiding
vindt, denkt die te kunnen gebruiken; de directie van de
Lichtfabrieken heeft die leiding echter afgekeurd. Spreker
vond het ook niet prettig toen hij dit hoorde, maar hij kan
het begrijpen, evenals, dat de met dit werk belaste instanstie
met dit werk heeft laten doorgaan, omdat het anders stop
gezet had moeten worden, daar men nog steeds onderstelde
dat het toegestane crediet toereikend zou zijn.
De grootste tegenvaller betrof het meubilairtoen het naar
de school aan de Mare was overgebracht, bleek het in een
zeer verwaarloosden toestand te verkeeren; vele banken en
kasten moesten nieuw bij gemaakt wórden; de directrice
stelde bij het betrekken van een nieuwe school ook prijs op
behoorlijk meubilair. Het meubilair nu heeft 5.800.
extra gekost, zoodat de overschrijding van de verbouwings
kosten practisch 7.800.5.800.2.000.— geweest
is. Dat nu het geheele bedrag waar het eigenlijk om gaat,
2.000.— op 78.000.—.
Nu begint de heer Schüller altijd eenigszins pikant te zijn
als het den Directeur van Gemeentewerken en het College
geldt: hij had in de Leeskamer niet alle stukken gevonden.
Maar dezelfde stukken, die spreker in de Commissie van
Fabricage behandeld heeft, hebben in de Leeskamer gelegen.
Wat wil de heer Schüller nog meer? Ook de staten, waarin
alles uiteengezet en precies gespecificeerd is, hoe de stand
van het werk was, hebben ter visie gelegen. Volgens den
heer Schüller was ook het rapport van de Commissie van
Fabricage er niet; dan heeft hij niet goed gezien, want het
was er wel bij. Van hetgeen de heer Schüller zegt, zal spreker
zich niet veel aantrekken. De zaak is niet zoo ingewikkeld
als de heer Schüller nu zegt, maar deze tracht hieruit weer
munt te slaan om den Directeur van Gemeentewerken een
hak te kunnen zetten.
De heer Schüller kan heel goed begrijpen, dat de Wet
houder in een openbare raadszitting het zoo zacht mogelijk
wil stellen, maar tusschen zacht stellen en verkeerd stellen
is een groot verschil, want hoe hebben de leden der Commissie
van Fabricage van deze zaak kennis gekregen? Toen de
agenda van een vergadering was afgehandeld, zeide de
Voorzitter: nu heb ik nog een rapportje van den Directeur
van Gemeentewerken betreffende een overschrijding van de
kosten der verbouwing van het gebouw der H. B. S. voor
Meisjes met 10.000.De leden der Commissie stonden
op het punt van naar huis gaan. Zij hebben van den inhoud
van dat rapport vluchtig kennis genomen, want de Wethouder
gaf den inhoud weer. Zij hebben het rapport niet ter inzage
gehad. Zij kregen den indruk, dat Verzet niet zou helpen,
Verbouwing H.B.S. voor Meisjes.
(Schüller e.a.)
omdat het geld eenmaal was uitgegeven. Dus zelfs in de
Commissie van Fabricage is de zaak niet serieus behandeld.
De Wethouder zal niet ontkennen, al stelt hij het nog
zoo zacht voor, dat hij zelf in de Commissie van Fabricage
zijn critiek heeft geuit op de afdoening van zaken van de
zijde van de Directie van Gemeentewerken. Hij heeft gezegd,
dat hem een bestek ter teekening is voorgelegd, waarvan
hij niet wist, dat er steenen trappen in opgenomen waren. Het
is heel gemakkelijk om in een openbare Baadsvergadering
een Eaadslid, dat gemotiveerde critiek op de Directie van
Gemeentewerken uitoefent, met een handomdraaien te be
antwoorden, maar dat gaat toch niet aan. Spreker zet altijd
zijn ooren goed open, ook in de vergaderingen van de Com
missie van Fabricage, vooral wanneer de Voorzitter aan
het woord is, en hij gaat altijd den inhoud der notulen goed
na. Hij heeft over de notulen nooit te klagen, maar zij vormen
slechts een kort overzicht en daarom maakt hij weieens een
kleine kantteekening, wanneer hij iets hoort, dat hij meent
later nog weieens noodig te kunnen hebben, als de Wethouder
aan het woord is. Ook ditmaal heeft hij een kantteekening
gemaakt op de uitlating van den Wethouder. Deze zeide, dat
de Commissie op de hoogte was van de verhuizing, hetgeen
ook in het rapport van den Directeur van Gemeentewerken
stond. De leden der Commissie hebben er geen bezwaar
tegen gemaakt, want aan die verhuizing zat nog meer vast
behalve het overbrengen van de meubileering naar de Garen-
markt. Laat men de kosten dier verhuizing wegvallen tegen
de mindere aannemingssom, dan scheelt het nog 10.000.
Spreker maakt er geen bezwaar tegen, als onvoorziene
dingen moeten worden gemaakt, maar de Wethouder kan
niet ontkennen, dat hij in de Commissie van Fabricage
bedenkingen heeft geopperd in verband met de nieuwe
lichtleidingen. Hij heeft nu wel aangevoerd, dat, als die
opdracht niet was gegeven, het werk stil had moeten liggen,
maar, als b.v. te 11 uur wordt geconstateerd, dat de oude
lichtleidingen niet zijn te handhaven en moeten worden
vernieuwd, kan de Wethouder dat te 11 uur weten en kan
hij, behoudens nadere goedkeuring door Burgemeester en
Wethouders, zeggen, dat de Directeur van Gemeentewerken
zijn gang kan gaan. Maar de Wethouder heeft verklaard,
dat hij er niet van heeft geweten, voordat hij het rapport
van den Directeur kreeg. Laat, zegt spreker, de Wethouder
de zaak niet verdoezelen en niet doen, alsof de zaak niet
zoo erg is, want in de Commissie van Fabricage heeft hij
scherpe critiek uitgeoefend! Spreker geeft toe, dat de Wet
houder dat in den Eaad op die manier niet kan doen, maar
dan moet hij toch niet de critiek, welke van vele Eaadsleden
komt, als onjuist kwalificeeren.
De heer Huurman begrijpt zeer goed, dat dergelijke dingen
voor het College onaangenaam zijn en dat het niet prettig
is voor een Wethouder om een dergelijke zaak te verdedigen.
Ook begrijpt spreker, dat het College van Burgemeester en
Wethouders de ambtenaren de hand boven het hoofd tracht
te houden. Toch moet men de gemaakte opmerkingen nu
niet zoo uitleggen, alsof die misplaatst zijn. Wat is nu ge
makkelijker voor een ambtenaar van Gemeentewerken om
even met zijn collega van de Lichtfabrieken te overleggen,
of een leiding bij verbouwen moet worden vernieuwd. Dit
is toch vooraf te onderzoeken. De Wethouder heeft de ge
maakte opmerking niet weerlegd, en spreker blijft er bij,
dat aan het opmaken van deze begrooting niet genoeg zorg
besteed is. Gemeentewerken had kunnen weten, dat de
Lichtfabrieken tegenwoordig vooral bij verbouwing omtrent
de leiding voorwaarden stellen om brandgevaar en kort
sluiting te voorkomen; geen leiding wordt aangesloten of
de Lichtfabrieken moeten zekerheid hebben, dat deze be
hoorlijk functionneert. Dat had de Directeur van Gemeente
werken of zijn vervanger moeten doen en daarmede niet
achteraan komen. Natuurlijk is een leiding, die minstens
25 jaar ligt, niet meer te gebruiken; dat had degene, die
het bestek maakte, tevoren moeten weten. Men wist toch
ook tevoren, dat meubelen naar een andere school moesten
worden overgebracht. Ook voor verhuizing had een post op
de begrooting moeten worden gebracht. Indien aan het op
maken van de begrooting genoeg zorg was besteed, zou men
wel tot een hooger bedrag gekomen zijn, maar dan hadden
wij niet voor dit feit gestaan. Spreker zou gaarne zien, dat
de ambtenaar, die dit behandelt, dit voortaan meer serieus
doet.
De heer Splinter betwist ten zeerste, dat deze zaak, zooals
de heer Schüller zegt, in de Commissie van Fabricage niet
serieus behandeld zou zijn. Spreker heeft toen deze zaak aan
de orde is gesteld, wel degelijk tekst en uitleg gegeven van
het geheele bedrag.