392
MAANDAG 2 OCTOBEE 1933.
Sluitingsuur op 3 October
(Beckenkamp e.a.)
de rondvraag, maar steeds kreeg liij een weinig zeggend,
althans niet bevredigend antwoord. Aanvankelijk was het
wachten op het departement van Economische Zaken, later
werd de schnld geschoven op de Kamer van Koophandel,
die moest rapporteeren over de wenschelijkheid van de be
zorging van melk op Zondag. Echter is spreker gebleken,
dat dit rapport reeds is ingekomen, zoodat thans het wachten
is op de commissie voor de strafverordeningen.
Spreker dringt er met den meesten nadruk op aan, dat de
Burgemeester den voorzitter van die commissie eens tot de
orde roept wegens de traagheid van die commissie.
Maar ook de wijze, waarop het College over deze zaak
spreekt, maakt op spreker een onaangenamen indruk. Spreker
heeft den indruk, dat men zich gaat geneeren. Spreker leest
in het Ingekomen Stuk:
„Vermits de door Uwe Vergadering op 28 November 1932
vastgestelde verordening op de Winkelsluiting de Konink
lijke goedkeuring nog niet heeft verworven en mitsdien de
in die verordening opgenomen regeling ten aanzien van den
dag, waarop het 3-Octoberfeest gevierd wordt, vóór 3 October
a.s. niet in werking zal zijn getreden
Dit is een toon, die spreker niet bevalt. Laat men ronduit
zeggen, dat men betreurt dat die verordening er nog niet is,
althans zijn excuses aanbieden, maar men moet niet met een
hautain gebaar die zaak terzijde schuiven. Spreker heeft
reeds lang genoeg hierover gesproken; het is niet zijn schuld,
dat die verordening er niet is. In de vergadering van 28
November 1932 heeft spreker gezegd, waarom de voorge
stelde regeling nooit de goedkeuring van de Kroon zou ver
krijgen, maar de Eaad heeft zich daaraan niet gelegen laten
liggen, met het bekende resultaat. Nu wordt hier eiken Zondag
de winkelsluitingswet eenvoudig overtreden; gisteren heeft
spreker geconstateerd, dat er in strijd met de winkelsluitings
wet gevent werd met bloemen, fruit, enz. in de omgeving
van de ziekenhuizen. Niet dat spreker het venten daar zoo
verschrikkelijk vindt; hij heeft toen reeds gezegd dat, wanneer
men dat mogelijk wilde maken, hij dat niet zou bestrijden,
maar dit zelfs wel juist achtte; wanneer men het echter
wenscht toe te laten, heeft men ook de taak om te dien op
zichte een verordening samen te stellen. Spreker dringt er
nogmaals op aan, dat de politie des Zondags deze menschen
verbaliseert dan wel dat ten spoedigste een gemeentelijke
verordening te dien aanzien in het leven geroepen wordt.
Wat het Ingekomen Stuk betreft, spreker stelt voor, de
woorden, voorkomende aan het einde van de derde alinea: „en
te bepalen, dat dien dag de winkels tot middernacht geopend
mogen blijven" te schrappen, als zijnde overbodig. Als de
Eaad eerst heeft besloten, dat de Winkelsluitingswet op 3
October buiten werking zal worden gesteld, is die nadere be
paling niet meer noodig.
De heer Coster had hetzelfde willen vragen als de heer
Beekenkamp. Door den Eaad zijn verschillende verorde
ningen van recenten datum aangenomen, welke wel of niet
zijn goedgekeurd door Gedeputeerde Staten. Spreker vraagt,
of er niet een schrijven is ingekomen van Gedeputeerde Staten
met opgaaf van de redenen, waarom die goedkeuring is achter
wege gebleven.
De Voorzitter doet opmerken, dat de winkelsluitingsver
ordening door de Kroon moet worden goedgekeurd en dat
het reeds lang bekend is, dat die goedkeuring niet is ver
kregen.
Den heer Beekenkamp antwoordt spreker, dat de bezwaren,
door den Minister tegen verschillende bepalingen, zooals die
door den Eaad zijn vastgesteld, te berde gebracht, een onder
zoek hebben noodig gemaakt en dat de Commissie voor de
Strafverordeningen bezig is deze zaak voor te bereiden en
na, te gaan, welke voorstellen alsnog aan den Eaad kunnen
worden gedaan, ten einde de verordening zoo te maken, dat
zij de goedkeuring van de Kroon zal kunnen wegdragen.
Wat betreft de philippica, welke de heer Beekenkamp
heeft gemeend te moeten houden tegen de Commissie voor de
Strafverordeningen, de heer Beekenkamp heeft blijk gegeven
van deze materie nogal op de hoogte te zijn en daarom ver
wondert het spreker, dat hij eigenlijk naar den bekenden
weg komt vragen. Het kan den heer Beekenkamp bekend
zijn, dat het noodig is geweest ten opzichte van een van de
punten v an de winkelsluitingsverordening een onderzoek te
doen instellen door de Kamer van Koophandel en dat het
resultaat van dat onderzoek de Commissie eerst eind Augustus
heeft bereikt. Er is sedert dien tijd geen vergadering van
de Commissie voor de Strafverordeningen geweest, maar in
de volgende vergadering zal de zaak, welke voor behandeling
rijp is, ongetwijfeld aan de orde komen.
Er is, naar spreker meent, voor hem geen aanleiding om
Sluitingsuur op 3 October; e.a.
(Voorzitter e.a.)
de Commissie een berisping toe te dienen en evenmin is er
aanleiding om eenige terechtwijzing van den heer Beeken
kamp tegenover den voorzitter der Commissie te aanvaarden.
Wil de Eaad er zijn misnoegen over uitspreken, dan kan hij
dat doen, maar een terechtwijzing van een der leden over de
gedragingen van den voorzitter der Commissie met betrekking
tot het werk, dat de Commissie te verrichten heeft, is niet op
haar plaats.
Wat betreft de vraag van den heer Beekenkamp, waarom
in de laatste alinea van het voorstel zijn opgenomen de woorden
„en te bepalen, dat dien dag de winkels tot middernacht
geopend mogen blijven", dit houdt alleen verband met het
feit, dat voor sommige gelegenheden een nog later sluitingsuur
dan 12 uur geldt. Daarom is het noodig geacht het sluitings
uur voor de winkels nog eens te herhalen en duidelijk te doen
uitkomen.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
VIII. Suppletoire begrooting, dienst 1932, van het Gerefor
meerde Minne of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis.
(Zie Ing. St. No. 190.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be
sloten deze suppletoire begrooting goed te keuren.
IX. Rekening, dienst 1932 van het Gereformeerde Minne of
Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis.
(Zie Ing. St. No. 190.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be
sloten deze rekening goed te keuren.
X. Rekening, dienst 1932,van den Armenraad.
(Zie Ing. St. No. 190.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt be
sloten deze rekening goed te keuren.
(Wethouder Eomijn had de vergadering tijdens de behan
deling van dit punt tijdelijk verlaten.)
XI. Voorstel tot overbrenging van het dienstjaar 1932 op
dat van 1933 van gelden in verband met de voldoening van
onbetaald gebleven vorderingen en het nog niet verwerkt of
verbruikt zijn van verleende eredieten, alsmede tot over
brenging van verschillende ontvang- en uitgaafposten van
den kapitaaldicnst.
(Zie Ing. St. No. 196.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XII. Voorstel in zake het sluiten van kasgeldleeningen ge
durende het 4e kwartaal 1933.
(Zie Ing. St. No. 191.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XIII. Praeadvies op het verzoek van den lieer II. Kiihler,
onderwijzer in lichamelijke oefening aan de o.l. scholen alhier,
om toestemming tot het geven van enkele lessen per week
aan de bijzondere school voor I.o. aan den Hoogen Morschweg
en aan de Zendingsschool te Oegstgeest.
(Zie Ing. St. No. 186.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het Praeadvies van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XIV. Voorstel tot verkoop aan de Woningbouwverceniging
„de Tuinstadwijk" van een strook grond, deel uitmakende
van het perceel kad. bekend gemeente Leiden, Sectie M. No.
4656, nabij de Koninginnelaan.
(Zie Ing. St. No. 192.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.