GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
141
IXGEKOHEK STUKKEN.
N°. 199. Leiden, 28 September 1933.
Ten gevolge van het aan Mejuffrouw A. C. Boom ver
leend eervol ontslag als onderwijzeres aan de o. 1. school
aan de Paul Krugerstraat A, zal aan deze school een
vacature van onderwijzeres ontstaan.
Met verwijzing naar het advies van den Inspecteur van
het Lager Onderwijs in deze inspectie, verzoeken wij Uwe
Vergadering over te gaan tot benoeming, met ingang van
een nader door ons College te bepalen datum, van een
onderwijzeres aan de o. 1. school aan de Paul Kruger
straat A, waarvoor wij U de volgende voordracht aan
bieden
1°. A. G. van Houwelingen, wachtgeldster, laatstelijk
onderwijzeres aan de o. 1. school aan de Paul Kruger
straat B;
2°. J. E. P. V diekoop, wachtgeldster, laatstelijk onder
wijzeres aan de o. 1. school aan het Schuttersveld;
3°. M. G. Eterman, wachtgeldster, laatstelijk onderwijzeres
aan de opleidingsschool voor u. 1. o. aan den MaresingelA.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 200. Leiden, 20 October 1933.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer
P. A. Hibma bestaat bij ons College geen bezwaar.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging den
heer P. A. Hibma, met ingang van een nader door ons te
bepalen datum, eervol ontslag te verleenen uit zijne
betrekking van hoofd van de Jongensschool voor u. 1. o.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Eaad der Gemeente Leiden.
In verband met het feitr dat ik op 12 Maart 1934 den
leeftijd van 65 jaar zal hebben bereikt, verzoek ik U
beleefd, mij eervol ontslag te verleenen als Hoofd der
Openbare Jongensschool voor Uitgebreid Lager Onderwijs
te Leiden.
Met de meeste hoogachting,
Uw dw.
P. A. Hibma.
Leiden, 9 October 1933.
N°. 201. Leiden, 20 October 1933.
Onder verwijzing naar het in de Leeskamer ter visie
liggende rapport van de Commissie van Pinanciën geven wij
Uwe Vergadering in overweging goed te keuren:
1°. de rekening, dienst 1932, van de Gemeentelijke Oom
missie voor Maatschappelijk Hulpbetoon;
2°. de rekening, dienst 1932, van de Stedelijke Werk
inrichting
3°. de rekening, dienst 1932, van het College van Vrouwen-
kraammoeders
4°. de begrooting, dienst 1934, van genoemd College;
5°. den staat van af- en overschrijving op de begrooting
voor 1932 van het Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinder
huis;
6°. de rekening, dienst 1932, van genoemde Instelling;
7°. de rekening, dienst 1932, van de Gezondheidscommissie.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 202. Leiden, 20 October 1933.
De heer M. Bol heeft van de gemeente, ingevolge raads
besluit van 22 December 1930 (Ingek. Stukken N°. 259) tot
1 Januari 1936 in huur:
a. de perceelen weiland in den Stadspolder, groot
5.13.58 H.A., op de overgelegde kaart in roode kleur
aangegeven, tegen den prijs van 898,76 per jaar 175.
per H.A.);
b. de perceelen weiland in den Stadspolder, groot
4.07.72 H.A., in groene kleur aangeduid, tegen den prijs
van 713,51 per jaar (eveneens 175.per H.A.).
De moeilijke omstandigheden, waarin Bol, wat de na
koming van zijn financieele verplichtingen tegenover de
gemeente betreft, is komen te verkeeren, hebben hem aan
leiding gegeven pachtvermindering te vragen, c.q. ontbinding
van de huur van het sub a. genoemde land. Het sub b. ver
melde land wil hij in elk geval blijven gebruiken, in verband
met een daarop door hem gebouwden stal.
De gevraagde pachtvermindering wordt behandeld volgens
het door Uwe Vergadering op 24 Juli 1933 genomen besluit
(Ingek. Stukken N°. 142), waarbij ons College werd gemach
tigd 1°. om aan daartoe in aanmerking komende pachters,
onder wie Bol, over 1932 vermindering van pacht toe te
staan, 2°. om aan pachters, aan wie door de Crisispachtkamer
over een huurtermijn van 1933 reductie was toegestaan, voor
volgende huurtermijnen een gelijke of evenredige kwijtschel
ding te verleenen.
Verzoeken om tusschentijdsche ontbinding van de huur
kunnen als regel niet worden ingewilligd, tenzij de huur door
een anderen pachter, ten genoegen van ons College, wordt
overgenomen.
Besprekingen met een van de borgen van Bol, den heer
Ph. van Gelderen, hebben er toe geleid, dat wij onze mede
werking hebben toegezegd voor overschrijving van de pacht
van het land, groot 5.13.58 H.A., ten name van Van
Gelderen, met dien verstande, dat hij als borg aansprakelijk
blijft voor reeds verschenen huurtermijnen van beide com
plexen en dat hij borg blijft voor de perceelen land, groot
4.07.72 H.A., die bij Bol in huur worden gelaten.
Vermits deze regeling, ook met het oog op de belangen der
gemeente, aannemelijk is, geven wij Uwe Vergadering, onder
verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken,
in overweging medewerking te verleenen, dat de door M. Bol
tot 1 Januari 1936 aangegane huur van de perceelen weiland
in den Stadspolder, Sectie N. nis. 132 ged., 138 ged., 137 ged.,
146 ged., 145, 128, 129 en 147, tezamen groot i 5.13.58 H.A.,
ingaande op een door ons College te bepalen datum, wordt
overgenomen door Ph. van Gelderen, te Leiden, zulks voor
den nog niet verstreken huurtermijn en ook overigens onder
handhaving van de bepalingen der huurovereenkomst, met
dien verstande, dat hij als borg aansprakelijk blijft voor de
door M. Bol niet nagekomen verplichtingen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 203. Leiden, 20 October 1933.
Op 28 Februari 1934 eindigt de pacht van het baggerwerk
en de uitvoering van bijkomende werkzaamheden, welke
pacht ingevolge raadsbesluit van 25 Januari 1932 (Ingek.
Stukken N°. 20) ingaande 1 Maart 1932 werd opgedragen
aan P. Kuijf te Nieuwkoop tegen een door de gemeente te
betalen pachtsom van 1048.per maand en een vergoeding
van 0.85 per M3. voor het vervoeren van straatvuil, enz.
De heer Kuijf is bereid de pacht te verlengen tegen den
zelfden maandelijkschen pachtprijs en een vergoeding voor
bedoeld vervoer van 0.70 per M3. Overigens büjven de
bestaande voorwaarden gelden, met dien verstande echter, dat
de nieuwe pacht zal worden aangegaan voor den tijd van
drie jaren, behoudens mogelijkheid van tusschentijdsche op
zegging tegen 1 Maart door beide partijen.
Aangezien ons College met de Commissie van Fabricage
een verlenging van de pacht op dezen voet aannemelijk acht,
geven wij Uwe Vergadering in overweging te besluiten het
baggerwerk en de uitvoering van bijkomende werkzaamheden
voor den tijd van drie jaren, ingaande 1 Maart 1934, onders
hands te verpachten aan P. Kuijf te Nieuwkoop, zulks tegen
een door de gemeente te betalen pachtsom van 1048.per
maand en een vergoeding van 0.70 per M3. voor het ver
voeren van stoffen en voorts onder de thans geldende, m.m.
gewijzigde voorwaarden, met dien verstande, dat beide
partijen bevoegd zullen zijn de pacht telken jare tegen 1 Maart
op te zeggen, mits een opzeggingstermijn van drie maanden
in acht nemende.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.