126
scholen, over 1931 en daaraan voorafgaande jaren, ruim
50.000.meer ontvangen, dan geraamd was, terwijl aan
subsidie aan de verschillende vakscholen over 1932 11.155.14
minder werd uitgekeerd, dan aanvankelijk was uitgetrokken.
Hoofdstuk VIII 16 OnderwijsKunsten en Wetenschappen).
Het nadeelig slot, oorspronkelijk geraamd op 64.352.
bedraagt ƒ60.387.69, d.i. ƒ3.964.31 gunstiger. Vermits van
een beschikbaar gesteld crediet 2.586.48 naar den dienst
1933 wordt overgebracht, bedraagt het voordeelig verschil
feitelijk 1.377.83.
Door het genootschap „Kennis is Macht" werd wegens
over 1930 te veel ontvangen subsidie 1.194.60 in de ge
meentekas teruggestort.
Hoofdstuk IX 1 (Ondersteuning aan behoeftigen).
Het nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op 485.450.
bedraagt ƒ705.466.01, of ƒ220.016.01 meer.
De subsidie aan de Commissie voor Maatschappelijk
Hulpbetoon bedroeg netto 213.254.meer, dan aanvanke
lijk op de begrooting was uitgetrokken.
Hoofdstuk IX 2 Ondersteuning aan werkloozen).
Het nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op 148.500.
bedraagt 570.984.44, d. i. 422.484.44 ongunstiger.
De netto-uitgaven voor ondersteuning van werkloozen,
welke waren uitgetrokken op 150.000.bedroegen
ƒ526.318.29, d.i. ƒ376.318.29 meer. De bijdragen in de
kosten van wachtgeldregelingen, welke voor, memorie",,
waren uitgetrokken, vereischten eene uitgaat van 21.433.58,
voorts bedroegen de ten laste van de gemeente komende
kosten van werkverschaffing over 1932 7.058.98, terwijl
ten slotte de subsidiëering van het Leidsch Crisiscomité eene
netto-uitgaaf van 12.500.vorderde.
Hoofdstuk X (Landbouw).
Het nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op 4.066.
bedraagt 4.143.52.
Hoofdstuk XI (Handel en nijverheid).
Het nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op 84.170.
bedraagt ƒ171.331.17, d.i. ƒ87.161.17 ongunstiger. Vermits
over 1932 nog een bedrag van 5.613.14 als aandeel der
gemeente in de gewone subsidie aan werkloozenkassen moet
worden betaald, daarentegen als nog te verhalen is gebracht
een bedrag van 12.767.89, wegens restitutie door het Rijk
van te veel betaald aandeel in de crisis-regeling der werk
loozenkassen, bedraagt het nadeelig verschil feitelijk
80.006.42.
De netto-subsidie aan werkloozenkassen bedraagt over
1932 69.245.25 meer, dan geraamd was, terwijl de uitgaven
van den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken de raming
met i 6.400.overtroffen.
Hoofdstuk XII (Belastingen).
Het batig saldo, oorspronkelijk geraamd op 1.276.169.
bedraagt 1.403.371.43, d. i. 127.202.43 gunstiger.
Zie de toelichting hierboven.
Hoofdstuk XIII 1 (Gasfabriek).
Het batig saldo, oorspronkelijk geraamd op 259.127.
bedraagt 454.041.93, d. i. 194.914.93 gunstiger.
Aan rente werd meer ontvangen 6.375.42, aan retributie
2.160.en aan winst 133.340.47.
Voorts kwam aan dit hoofdstuk ƒ35.000.van de in
1931 uit de winst der Lichtfabrieken gevormde reserve ten
goede, terwijl ten slotte, tengevolge van de bovenaangegeven
wijze van boeking, aan „rente van geldleeningen" 20.077.35
minder ten laste van dit hoofdstuk kwam, dan aanvankelijk
geraamd was.
Hoofdstuk XIII 2 (Electriciteitsfabriek).
Het batig saldo, oorspronkelijk geraamd op ƒ920.751.
bedraagt 1.145.526.10, d. i. 224.775.10 gunstiger.
Aan rente werd meer ontvangen 28.539.95, aan retributie
15.220.50 en aan winst 34.184.81. Bovendien kwam van
de in 1931 uit de winst der Lichtfabrieken gevormde reserve
140.000.aan dit hoofdstuk ten goede.
Hoofdstuk XIII 3 (Gestichten „KndegeesVVoorgeest"
en Rhijngeest
Het batig saldo, oorspronkelijk geraamd op 88.541.
bedraagt ƒ112.200.88, d. i. ƒ23.659.88 gunstiger.
Aan rente werd 14.068.02 meer ontvangen dan aan
vankelijk geraamd was, terwijl 9.571.30 meer aan winst
werd ontvangen.
Hoofdstuk XIII 4 (Openbaar Slachthuis).
Het batig saldo, oorspronkelijk geraamd op ƒ48.789.
bedraagt 49.243.73.
De winst, aanvankelijk geraamd op 49.000.bedroeg
1.072.43 meer.
Daarentegen moest aan rente van bij den ontvanger in
rekening-courant gedeponeerde gelden 587.60 meer worden
betaald, dan geraamd was.
Hoofdstuk XIII 5 (Gh-ondbedrijf).
Het nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op 2.061.
bedraagt 17.536.75, d. i. 15.475.75 ongunstiger.
Voorts moet nog een gedeelte ad 9.158.83 van het nadeelig
saldo over 1932 van de gewone inkomsten en uitgaven van
het grondbedrijf worden uitgekeerd, alsmede een bedrag van
ƒ8.078.20 wegens nog door de gemeente verschuldigde rente
van bij den gemeente-ontvanger in rekening-courant ge
deponeerde gelden worden betaald, welke bedragen als nog
te betalen op den dienst 1933 moeten worden overgebracht.
Door een en ander bedraagt het nadeelig verschil dus feitelijk
ƒ32.712.78.
Hoofdzakelijk is zulks een gevolg van de navolgende om
standigheden
Het nadeelig saldo van het grondbedrijf was 22.908.83
hooger, dan oorspronkelijk geraamd was.
Vervolgens kwam aan rente en aflossing van geldleeningen
respectievelijk ƒ20.373.28 en ƒ7.330.meer ten laste van
dit hoofdstuk, dan aanvankelijk was uitgetrokken, terwijl
tenslotte de rente van bij den gemeente-ontvanger in reke
ning-courant gedeponeerde gelden eene hoogere uitgaaf van
ƒ8.078.20 vereischt.
Daarentegen werd door de gemeente van het grondbedrijf
aan rente 16.405.99 meer ontvangen dan geraamd was en
aan aflossing 9.641.54 meer.
Hoofdstuk XIII 6 (Reinigings- en Ontsmettingsdienst).
Het nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op 241.257.
bedraagt 226.142.44, d. i. 15.114.56 gunstiger.
Het nadeelig saldo van den reinigingsdienst bleef 14.524.71
beneden de raming, dat van den ontsmettingsdienst 358.95.
Hoofdstuk XIII 7 (Keuringsdienst van Waren).
Het nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op 6.816.
bedraagt 6.853.21.
Hoofdstuk XIII 8 (Gemeentelijke Bank van Leening).
Het nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op 8.809.-
bedraagt 8.9Ö2.46, d. i. 93.46 meer.
Vermits nog een gedeelte ad 510.80 van het nadeelig
exploitatie-saldo over 1932 van de Bank van Leening moet
worden voldaan, welk bedrag als nog te betalen op den
dienst 1933 wordt overgebracht, bedraagt het nadeelig ver
schil feitelijk 604.26.
Het nadeelig exploitatie-saldo over 1932 van de Bank
van Leening, geraamd op 14.296.bedraagt 14.806.80.
Hoofdstuk XIII 9 (Gemeentelijk Waschbureau).
Terwijl een batig saldo van 15.was geraamd, sluit dit
hoofdstuk met een nadeelig slot van 10.07, d. i. dus 25.07
ongunstiger.
Bovendien wordt het nadeelig exploitatie-saldo 190.36
geraamd was een batig saldo van 15.als nog te
betalen op den dienst] 1933 overgebracht, zoodat het nadeelig
verschil feitelijk 215.43 bedraagt.
Hoofdstuk XIII §10 (Gemeentelijk Radio-distributiebedrijf).
Het batig saldo, oorspronkelijk geraamd op 11.000.
bedraagt 11.461.80.
Hoofdstuk XIV (Kasvoorzieningen).
Het nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op 36.350.
bedraagt ƒ37.316.22.
Hoofdstuk XV (Overige inkomsten en uitgaven).
Het nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op 29.994.
bedraagt 115.944.77, d. i. 85.950.77 meer.
Zooals hierboven reeds is medegedeeld, werd van de op
Hoofstuk I verantwoorde ontvangsten van vroegere diensten
110.052.90 op Hoofdstuk XV van den gewonen dienst
overgeboekt ter storting in het „Fonds voor Stadsver
betering en Sociale doeleinden". Daarentegen werd van het
voorloopig op dit hoofdstuk uitgetrokken bedrag van
25.000.voor reserveering van aflossingen 24.025.ten
laste van andere hoofdstukken gebracht, in verband waar
mede hoofdstuk XV met 24.025.kon worden verlaagd.