348
DINSDAG 25 JULI 1933.
Reorganisatie Maatschappelijk Hulpbetoon.
(Romijn.)
de parti pris, die nog steeds tegen de huidige regeling be
staat, die, volgens spreker ten onrechte, beschouwd wordt
als een vernedering, nit de wereld kunnen worden geholpen.
De heer van Stralen vroeg hoe het nn zal gaan met het
ondersteuningsbedrag voor die personen. In het rapport
wordt er nadrukkelijk op gewezen, dat ten aanzien van de
ondersteuning van die groep ongeorganiseerden en georga-
niseerden, die niet in aanmerking komen voor steun via den
Dienst van Sociale Zaken, zal moeten worden inachtge-
nomen de door den Minister vastgestelde steunregeling, die
alleen bevat de maxima, waarvan niet kan worden afgeweken
dan met toestemming van den Minister en nu weet ieder,
dat men beter doet met maar niet aan den Minister te vragen,
een hooger steunbedrag vast te stellen, omdat de ervaring
heeft geleerd, hetgeen uiteraard wel het geval moet zijn,
dat de Minister er niet toe kan overgaan die maxima voor
allerlei individueele gevallen, waartoe misschien wel eens
aanleiding zou zijn, te verhoogen. Men moet dit aanvaarden;
boven dat maximum heeft men niet te gaan. Uiteraard
echter heeft Maatschappelijk Hulpbetoon, reeds nu met toe
stemming van den Minister met de geheele regeling hiervan,
het recht om een steunbedrag te bepalen, dat niet tot dat
maximum komt. Hoe dit nu in de toekomst zal gaan, is spreker
uiteraard niet bekend; die zaak zal na aanneming van de
reorganisatie-voorstellen moeten worden bezien en behandeld
in de Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon; daar
omtrent zal deze dan haar houding moeten bepalen en een
uitspraak geven. Spreker kan dus den heer van Stralen niet
mededeelen, wat met die bedragen in de toekomst zal ge
beuren.
Spreker heeft wel even opgekeken van het, zij het zeer
zachte, verwijt van den heer van Stralen, dat bij de reorga
nisatie van Maatschappelijk Hulpbetoon ook niet tevens
onder oogen gezien is de reorganisatie van de Stedelijke
Werkinrichting; er bestaat wel eenig verband tusschen Maat
schappelijk Hulpbetoon en Werkinrichting, maar spreker
ziet niet in, dat een reorganisatie van Maatschappelijk Hulp
betoon dienstig is om te komen tot een reorganisatie van
de Werkinrichting, een zeer speciaal instituut met speciale
behoeften en speciale structuur, terwijl Maatschappelijk Hulp
betoon een instelling van geheel anderen aard is. Al hebben
zij punten van aanraking, zij hangen toch niet zoo nauw
samen, dat men komende tot reorganisatie, dit voor beide
instellingen tegelijk zou moeten doen. Wanneer men Maat
schappelijk Hulpbetoon reorganiseert, zou er eerder reden zijn
om dan ook te reorganiseeren den Dienst van Sociale Zaken.
Dat zijn inderdaad instituten, welke min of meer gelijke
trekken vertoonen en eenigszins op hetzelfde stramien werken.
De heer Coster vroeg, of er geen aanleiding was geweest
die kwestie is ook in de reorganisatiecommissie besproken
de reorganisatie zoo op te vatten, dat een groote instelling
van Maatschappelijk Hulpbetoon in het leven werd geroepen,
waaronder de Dienst van Sociale Zaken werd ondergebracht.
Die kwestie is meermalen onder het oog gezien en in het
College leeft wel de wensch om het die richting uit te sturen
er zit ook financieel voordeel aan vast maar momenteel
is een dergelijke combinatie niet te verwezenlijken, in de
eerste plaats door de overbelastheid van de beide diensten.
De diensten zijn op dit oogenblik zoo zwaar belast, dat
spreker niet het risico zou aandurven, verbonden aan een
samenvloeiing met de gevolgen daarvan, aangezien dan de
waarborg zou ontbreken, dat alles vlot liep en het belang
van hen, die op dien dienst zijn aangewezen, niet in het ge
drang zou komen.
In de tweede plaats acht spreker momenteel een dergelijke
combinatie niet wenschelijk, omdat dan de zaak, wat de
reorganisatie betreft, te weinig overzichtelijk gaat worden.
Gaat men de reorganisatie van Maatschappelijk Hulpbetoon
embrouilleeren met een reorganisatie, welke samenvoeging-
van de beide diensten op het oog heeft, dan komt men zoo
diep in het reorganiseeren te zitten, dat men tenslotte niet
meer weet wat men reorganiseert.
Tenslotte is het idee van die samenvoeging ook niet te
verwezenlijken met het oog op de financiën van de gemeente,
omdat een dergelijke dienst, wat de huisvesting betreft,
zware eischen stelt en de gemeentefinanciën niet toelaten
om ten koste van wat ook te zorgen, dat er voor dat doel
de noodige gebouwen en inrichtingen zijn.
Het College blijft in deze wel diligent en het is niet on
waarschijnlijk, dat te eeniger tijd in die richting voorstellen
den Raad zullen bereiken.
Een combinatie met de Werkinrichting acht spreker
geheel uitgesloten. Hij wil niet een illusie van den heer van
Stralen, die een reorganisatie van de Werkinrichting wensche
lijk acht, vernietigen en deelt daarom mede, dat hij met den
eersten stap in die richting bezig is. Het resultaat van dien
Reorganisatie Maatschappelijk Hulpbetoon.
(Romijn.)
stap hoopt hij te zijner tijd aan den Raad voor te leggen.
Het had geheel buiten de taak van de reorganisatiecommissie
gelegen om een onderzoek in te stellen in verband met een
eventueele reorganisatie van de Werkinrichting.
Spreker komt nu tot datgene, ten aanzien waarvan de
Raad de wenschelijkheid van het indienen van voorstellen
heeft uitgesproken, terwijl dit niet is gebeurd.
De heeren Wilbrink en Bergers zeiden het te betreuren,
dat het voorstel tot herziening van de salarissen van het
personeel bij Maatschappelijk Hulpbetoon niet vóór de
vergadering lag, omdat huns inziens die salarissen te laag
zijn. Het heeft spreker verheugd van die verschillende
kanten die opmerking te hooren, omdat ook hij vindt, dat
dit werk hooger bezoldigd moet worden. Intusschen heeft
het College daartoe nu nog niet willen overgaan, omdat
het eerst wenscht af te wachten totdat de reorganisatie
eenigszins was doorgewerkt, zoodat men voor zich heeft
meer precies een formatie en een werk- en taakverdeeling
op de basis en tengevolge van die reorganisatie; dan kan
men beter beoordeelen, welke beslissingen ten aanzien van
die aangelegenheden moeten worden genomen. Spreker ge
voelt echter het hier geopperde bezwaar en zal in de hier
gemaakte opmerkingen wel degelijk reden vinden dit punt
met den meesten spoed tot een einde te brengen.
De heer Wilbrink vroeg zeer pertinent: wat is de bedoeling
er van, dat het College op het oogenblik de voorziening in
de vacature van hoofd van dien dienst nog wil aan
houden; waarom komt men met een toelage aan de secre
taresse; schenk eens klaren wijn. Spreker wil niet anders
doen dan klaren wijn schenken, zooals hij reeds op een
andere plaats zeide. Dit reorganisatie-rapport houdt in zeer
bepaaldelijk geformuleerde wenschen en eischen, waarin zeer
duidelijk is aangegeven, welke richting het uit moet en welke
maatregelen voor deze reorganisatie moeten worden getroffen,
zoodat men dus niet meer komt te staan voor het geval,
dat allerlei voorzieningen moeten worden uitgedacht, en dat
men zich op onbekend terrein begeeft, niet wetende wat er
gebeurt en wat beslist moet worden, maar voor zich ziet
welke doeleinden precies moeten worden verwezenlijkt; het
is sprekers bedoeling dit einddoel met den meesten spoed
te bereiken. De heer Wilbrink liet in zijn rede even door
schemeren, dat het mogelijk is, aldus de reorganisatie eenigen
tijd te rekken en dat men dan tot hen, belast met de reor
ganisatie, wellicht het verwijt zal richten: het is uw eigen
belang het zoo lang te rekken; daarvoor wenscht hij de met
de reorganisatie belaste personen te vrijwaren. In het al
gemeen zijn zij, die met maatschappelijk werk te maken
hebben, wel gewend aan verdachtmakingen aan hun adres
te hooren; spreker heeft het zelf ook meermalen ervaren;
wanneer men zich met maatschappelijk werk bemoeit, moet
men zich niet afvragen, of men voldoenden lof en dank oogst
en of men voldoende verwijten hoort; dan moet men alleen
zichzelf afvragen, of men naar eer en geweten kan verant
woorden hetgeen men gedaan heeft; alleen daarin kan men
tenslotte het antwoord vinden; men moet zich niet laten
leiden en beïnfluenceeren door wat „men" zegt en opmerkt.
Spreker gelooft echter niet, dat de mogelijkheid van een
dergelijk verwijt bestaat. Men draagt hier niet aan een be
paalden persoon op, nu eens aan te geven hoe de reorgani
satie moet gebeuren, waarbij dus de mogelijkheid bestaat
dat die persoon zegt: ik moet er nog eens een weekje over
studeeren en hier en daar inlichtingen inwinnen; daarbij
zou men misschien den indruk kunnen krijgen, dat het werk
wordt opgehouden. Zoo is het echter niet; hier wordt door
den Raad opdracht gegeven aan alle betrokken instanties
en personen om te zorgen, dat dit en dat gebeurt. Nu is de
totstandkoming van al deze beslissingen niet en in geen
enkel opzicht afhankelijk van één persoon.
Op andere plaatsen heeft spreker reeds medegedeeld, dat,
wanneer het reorganisatie-plan zal zijn aanvaard, in overleg
met de betrokken diensten, o. a. met den Geneeskundigen
Dienst en met den Armenraad, welke er mede te maken
hebben, een schema zal moeten worden opgesteld, volgens
hetwelk de reorganisatie zal worden afgewerkt. Volgens dat
schema zal moeten worden gewerkt en dan zal herhaaldelijk
noodig zijn een nader contact met de betrokken commissies
en andere instanties.
Het feit is, dat een groot aantal menschen aan het werk
is en de situatie niet deze is, dat alles van één persoon af
hankelijk is.
De heer Schüller voegt spreker toe, dat één persoon er
de centen voor krijgt. Dat is voor een zeer klein deel waar,
omdat er tenslotte toch altijd machinale werkzaamheden te
doen blijven, welke gebeuren moeten, en spreker wel de
vrijmoedigheid kan vinden te beschikken over zijn eigen tijd
en over dien van de Raadsleden en de particulieren, die in