238
DINSDAG 7 MAAET 1933.
Gemeentebegrooting Uitgaven.
(Braggaarde Does e.a.)
heeft reeds meermalen bestreden, dat verstrekking van
schoenen te duur zou worden; dan zou dit toch ook niet
gedaan worden in verschillende inrichtingen, waar men toch
alles grondig onderzoekt; dit wordt nergens gedaan. Men ziet
de weeskinderen hier toch ook niet op klompen loopen,
terwijl men toch niet bang is, dien kinderen, ter onder
scheiding, gestichtskleeding te geven. Dit is toch wel een
bewijs, dat verstrekking van schoenen niet duurder is dan
die van klompen. Ook moet spreekster betwijfelen, of klompen
gezonder zijn: men gebruikt wel eens het argument, dat de
kinderen in klompen lekker warme voeten houden. Maar
ondanks dat gezonde en ondanks die lekker warme voeten,
laat toch niemand van de Raadsleden zijn eigen kinderen
op klompen loopen.
De heer Tepe zegt, dat men helaas meer dwaasheden doet
op het gebied van de mode.
Mevrouw Braggaarde Does zegt, dat de heer Tepe, als
hij erkent met het dragen van schoenen een dwaasheid te
begaan, dan direct zijn omgeving een les moet geven; als de
heer Tepe geen kinderen heeft, laat hij dan met zich zelf
beginnen.
De heer Tepe zal het, wanneer het geheele College meegaat,
ook doen.
Mevrouw Braggaarde Does zegt, dat de heer Tepe het
maar zelf moet doen, als hij van die overtuiging is. Klompen
zijn ook niet goedkooper; de vereeniging voor schoolkinder-
voeding voorziet de kinderen ook van kousen en de slijtage
daaraan is ongetwijfeld veel grooter dan bij schoenen, hetgeen
voor de moeders zeer veel arbeid meebrengt; hoewel de
algemeene toestand in de gezinnen door de crisis slechter
geworden is, moeten de moeders dan veel meer geld uitgeven
voor sajet en wol om de kousen te herstellen. In verschillende
plaatsen zijn als proef schoenen verstrekt in plaats van klom
pen dit is in al die plaatsen als blijvende maatregel gehand
haafd. Spreekster hoopt, dat in navolging van die andere
plaatsen ook hier in het vervolg geen klompen meer zullen
worden verstrekt, maar schoenen.
De heer Bergers brengt het bestuur van de vereeniging
„Schoolkindervoeding en Schoolkinderkleeding" hulde voor
het werk, dat het belangeloos in dienst van het arme kind
verricht.
Telkens wanneer spreker kennis neemt van het werk dezer
vereeniging, bewondert hij het belangeloos optreden der dames.
Men zij er dankbaar voor, dat er nog personen zijn, die deze
taak op zich nemen en met liefde vervullen.
Wanneer spreker bedenkt, hoe het pubhek bij de inschrij
vingen behandeld wordt en omtrent alles voorlichting krijgt,
begrijpt hij niet, hoe mevrouw Braggaarde Does er toe kan
komen, de instelling van een gemeentelijke commissie voor
te stellen. Wanneer het een gemeentelijke instelling is, moet
de man achter het loketje zijn plicht doen, maar hij is en
blijft een ambtenaar. Onder de ambtenaren heeft men heel
goede krachten, maar onder hen zijn ook personen, die niets
meer dan hun plicht doen. Het is ook niet van hen te ver
langen, dat zij, wanneer het hun gewone werk is, zoozeer in
deze taak zullen opgaan als thans de dames van de vereeni
ging het doen.
De omgang met het pubhek zal moeihjk beter kunnen
worden dan hij nu is.
Spreker brengt daarom in het bijzonder hulde aan de
secretaresse der vereeniging, die met allen lust en ijver haar
werk doet en steeds gereed staat om op vriendelijke wijze
van voorlichting te dienen.
Over de voeding zijn in den laatsten tijd in het geheel geen
klachten geuit. In elk huishouden is er weieens een klacht.
De heer Coster heeft b.v. volgens zijn mededeehng in de
Stedelijke Werkinrichting aardappelen geproefd, die beter
waren dan die, welke hij thuis kreeg.
Het is echter wel eigenaardig, dat terwijl de meesten vol
lof zijn over hetgeen verstrekt wordt, de klachten steeds van
een bepaalde school komen. De onderwijzers proeven zelf
het eten. Ook de dames van de vereeniging doen dit wel,
wanneer zij eens een kijkje komen nemen.
Is er aan de ketels eten van den vorigen dag bhjven zitten,
dan wordt het dadelijk gerapporteerd en geeft men de coöpera
tieve keuken een standje, waardoor het dan niet meer voor
komt. Het lag dan aan een schoonmaakster, die haar taak
niet behoorlijk vervulde. Overigens worden over het reinigen
van het eetgerei weinig klachten geuit.
Het is ongetwijfeld beter, geen geëmailleerd vaatwerk te
laten gebruiken en het is een kleine moeite daarin verandering
Gemeentebegrooting Uitgaven.
(Bergers e.a.)
te brengen. Men zou kunnen beginnen met het geven van
andere schaaltjes.
Wat betreft het zitten van de kinderen op de hurken of op
een bankje met een schaaltje op den schoot, dit komt omdat
de toeloop den laatsten tijd nogal groot is; daardoor wordt
zoo'n schoollokaal wel eens wat klein; dan worden echter de
anderen op zijde gezet en zooveel mogelijk plaats opgezocht;
zoodra zij klaar zijn, gaan zij weg en komt er weer plaats.
Een enkelen keer kan het gebeuren, dat zij zich eenigszins
moeten behelpen, maar in groote gezinnen kunnen allen ook
niet tegelijk aan tafel zitten; in een woonschuit, waar spreker
eens kwam, konden de kinderen nooit anders zitten dan met
de schaaltjes op hun schoot. Dat is niet zoo'n bezwaar;
hoofdzaak is. dat zij. eten krijgen en dat de voeding goed is;
daarover is niet bijzonder geklaagd.
Het bestuur van de vereeniging voor schoolkindervoeding
is van meening dat, zoolang er nog andere kinderen op klompen
loopen, aan de kinderen, die door die vereeniging gesteund
worden, geen prae moet worden gegeven, zoodat zij op schoe
nen loopen, boven die andere kinderen, die niet door de ver
eeniging geholpen worden en op klompen komen; dat zou
een gek figuur zijn. Het bestuur is eenstemmig van mee
ning, evenals de onderwijzers en onderwijzeressen, dat het
dragen van klompen toch altijd nog gezonder en beter is;
de kinderen komen met droge voeten op schoolals zij echter
niet al te goede schoenen aan hebben, dan loopen zij bij nat
weer den geheelen dag met natte voeten, wat natuurlijk
zeer schadelijk voor de gezondheid is. Klompen zijn dus
veel beter.
Volgens mevrouw Braggaar is de snit van de kleeding niet
goed en zit deze niet goed. Het bestuur is ook van die mee
ning en verandert daarom nog wel eens van leverancier; het
is ook van oordeel, dat de kleeding niet zoo stijf moet staan
als de kleeding niet goed aan het lichaam zit, wordt zij gauw
verwaarloosd; er wordt echter speciaal op gelet.
De heer Knuttel acht het feitelijk toch wel erg, dat over
een zoo belangrijke zaak als de kindervoeding telkens weer
klachten moeten komen, over de samenstelling van de menu's
en van de gerechten op zich zelf. Voor kindervoeding moet
toch uitsluitend het beste, met de ruimste keuze en in de
grootste afwisseling en volledigheid, worden verschaft. Het
is niet voldoende, zooals de heer Bergers het opvat, dat het
niet bepaald bedorven is, dat er geen grove fouten aan zijn,
of zelfs dat het niet onsmakelijk is.
De heer Bergers zegt, dat het eten zelfs zeer goed is.
De heer Knuttel zegt, dat de klachten van mevrouw Brag
gaar over het vleesch, het vet, en de vruchten, die ontbreken,
dus niet juist zijn. Spreker wil er zooveel vruchten in, als
voor een uitstekende samenstelling noodig is en niet, dat er
voor elk kind 1 of 2 vruchten zijn; bovendien wil spreker er
een versche vrucht bij geven, zooals b.v. in Den Haag, waar
appels gegeven worden. Er zit trouwens lijn in, dat aan die
voeding telkens veel ontbreekt; in elk geval worden toch
min of meer op een koopje de eenvoudigste en gemakke
lijkste dingen uitgezocht; de kleedingstukken, die gegeven
worden, zijn voor anderen niet meer gewild en worden niet
meer gedragen. De heer Bergers geeft een naïeve uitlegging
aan het verstrekken van klompen; zoolang andere kinderen
die hebben, mogen de door de vereeniging voor school
kindervoeding gesteunde kinderen het vooral niet beter
hebben; daarop moet zoodoende goed het stempel van de
weldadigheid gedrukt worden; zij moeten niet denken, dat
zij ook wat goeds kunnen krijgen, maar het goedkoopste en
het minste.is voor hen.
Want tenslotte hebben al die redenaties over de klompen
geen waarde, indien ieder, die het eenigszins kan, het dragen
van klompen vermijdt. Klompen zijn een dracht voor het
land, de dracht voor de stad is schoenen. Men kan aan het
bezwaar van het dragen van klompen niet tegemoet komen
door het verstrekken van pantoffels, maar vooral moet dat
gene, wat gegeven wordt aan de arbeiderskinderen, wier
ouders niet volledig in het onderhoud kunnen voorzien,
werkeüjk van het beste zijn en ten volle aan de eischen voldoen.
Spreker is niet zoo optimistisch te gelooven, dat die toe
stand zal intreden, wanneer de geheele schoolkindervoeding
een gemeentelijke instelling wordt. De contröle zal dan echter
gemakkelijker, direct en geregelder zijn. Men zou meer eischen
kunnen stellen en daarom is het wel noodzakelijk, dat het
een gemeentelijke instelling wordt.
De heer Tepe zegt, dat deze geheele materie wordt be-
heerscht door het verschil in principe, waarvan men uitgaat.
Mevrouw Braggaarde Does en haar partijgenooten stellen