MAANDAG 6 MAART 1933. 203 Gemecntebegrooting Algemeenc Beschouwingen. (Sehiiller.) Ook deze berekening is nog niet geheel volledig, daar de berekeningen van de heeren Splinter en Wilbrink geheel on juist zijn, daar niet alleen per vracht en per uur is aangenomen. In verhouding tot het totaal wordt slechts zeer weinig per uur of per vracht vervoerddaarop is het vervoer ook niet aange nomen. Spreker zal dit met de bewijzen staven en tevens ver melden waarvoor wel 1.40 betaald werd in 1932. De heer Wilbrink zegtbij eigen beheer is ook al die admini stratie noodig. Ook daarmede blijkt de heer Wilbrink niet op de hoogte te zijn, want de chauffeurs van de gemeente hebben op de auto's een klok, zoodat precies te controleeren is, wanneer ze stilstaan en rijden en waar ze uithangen. Bovendien hebben zij dagstaten, waarop zij precies moeten invullen, hoeveel steenen, zand, puin en dergelijke door hen vervoerd wordt. Men behoeft dus niet bang te zijn, dat een gemeente-chauffeur de lijn kan trekken, waarvan zij wel eens beticht worden; zij worden dubbel gecontroleerd, zoowel met de klok als met den vervoersstaat. Die dagstaten behoeven echter niet verder te gaan dan de administratie van Gemeentewerkendan is het uit, maar de vervoerstaten van de aannemers moeten eerst gecontroleerd worden door de administratie van Ge meentewerken, dan gecontroleerd en opgemaakt bij de afdeeling Financiën, daarna gecontroleerd en uitgeteld bij den gemeente ontvanger daarvoor is dus even meer tijd en kosten noodig dan wanneer het door de gemeente gebeurt. Uit het bestek blijkt duidelijk, dat niet alleen per vracht en per uur is aangenomen; daarin staat nl.: „De te vervoeren materialen enz. zullen, naar gelang van den aard, worden opgenomen per 1000 stuks, per M3. of per strekkenden M., waarvoor de aannemer volgens het door hem ingeschreven tarief zal worden betaald. Materiaal, enz. wat niet naar dezen maatstaf kan worden berekend, zal in uurloon worden vervoerd, of, in bijzondere gevallen, tegen een nader overeen te komen bedrag." Hierin ligt opgesloten, dat niet alleen per uur en per vracht, maar het meeste te vervoeren materiaal per hoeveelheid aan genomen wordt. In den brief, waarin de directeur van Gemeentewerken spre ker weigert deze inlichtingen te verschaffen, zegt hij o.a.: „Een splitsing naar de aantallen of hoeveelheden der ver schillende in 1932 vervoerde materialen (keien, waalklinkers, rijnklinkers, trottoirtegels en -banden, puin en zand) zooals door U is verzocht, is niet onmogelijk." Spreker zal terwille van den tijd niet allemaal voorlezen, waarvoor die 1.40 en 1.50 berekend worden; als er plotse ling 50 of 80 keien noodig zijn of een halve M3. zand, dan wordt daarvoor 1.40 gegeven; 80 keien vervoeren kost naar de aannemingssom 0.40; daarvoor laat men de aan nemer niet rijden; maar wordt daarvoor 1.40 gegeven; dat zijn de juiste gegevens. Als er sprake is van onjuiste gegevens en van op oude rapporten steunen, dan is dat niet op spreker van toepassing, maar op de heeren Wilbrink en Splinter; spreker heeft niet alleen het reorganisatierapport van den bestratingsdienst, dat op de practijk steunt, maar daarnaast de allernieuwste gegevens als basis gebruikt, n.l. de exploitatie rekening, die in de begrooting 1933 voorkomt en op de practijk steunt. Spreker kan dus niet verweten worden, dat hij zijn gegevens gebaseerd heeft op officieele stukken, die niet steunen op de practijk. De Wethouder heeft tegen sprekers betoog cijfers gebruikt, niet van 1933, zooals spreker, maar die van 1932. Wie heeft dus oude gegevens gebruikt, spreker of de heer Splinter? Spreker doorzag de tactiek van den heer Splinter, waarom hij niet de cijfers van 1933, maar die van 1932 tegen spreker gebruikte, zeer goed; hij gebruikte die niet eens juist, want dat kon hij voor zijn betoog niet hebben. Bovendien zijn sprekers berekeningen gebaseerd op de juiste, geheele in schrijving, waarvoor de aannemer het werk uitvoerde; de Wethouder daarentegen heeft zijn berekening niet op de juiste, geheele inschrijving over 1932 gebaseerd, maar gezegd dat de aannemer het vervoer per vracht voor 1.40 heeft aange nomen, waarbij hij moedwillig verzweeg, dat dit de aanneem- prijs was voor 1932 maar dat die voor 1933 1.50 is; daarbij heeft hij den indruk gevestigd, alsof de aannemer alles per vracht tegen 1.40 aangenomen heeft, maar ook dit is onjuist. De aannemer had in 1932 ook, evenals nu in 1933, het vervoer van materiaal per 1000 s tuks, per M3., per M. en per vracht aan genomen en ook vervoerd; wanneer de Wethouder daarop zijn berekening had gebaseerd, was hij op een veel hooger bedrag gekomen dan hij nu zeide. Nu de Wethouder over 1932 niet volledig en niet juist is geweest, zal spreker ook deze cijfers geven; hij heeft niets te verbergen; in de door spreker overgelegde staten heeft hij ook het vóór- en nadeel van eigen beheer aangegeven, dit in tegenstelling met de bestrijdingsmethode van den Wethouder, die met onjuiste cijfers werkt. Baseert spreker zijn berekening Gemeentebegrooting Algemeene Beschouwingen. (Sehiiller e.a.) op de aannemingssom van 1932 per 1000 stuks, per M3. en per M. dan staat vast dat de gemeente ook in 1932 bij vervoer in eigen beheer 1.396.72 goedkooper uit was geweest dan bij uitbesteding. Bovendien is deze berekening gebaseerd op een afschrijving van den auto in 3 jaar; de afschrijfsom ad 1.166.67 vervalt dan na 3 jaar. Verhoogt men het onderhoud na 3 jaar met 563.39, dan is het voordeel van eigen beheer voor het vierde jaar rond 2.000.—, volgens de exploitatie rekening in het reorganisatierapport en berekend naar de aanneemprijzen 1933 2.626.08, volgens de exploitatie rekening in de ontwerp-begrooting 1933 berekend naar de aanneemprijzen 1933 2.524.72 (na 3 jaar de auto vrij), volgens de exploitatie-rekening in de begrooting 1933 berekend naar de aanneemprijzen 1932 1.396.72 (na 3 jaar de auto vrij rond 2.000.De heer Wilbrink sprak over een aan- neemprijs per uur van 1.50, de heer Splinter over een prijs per vracht van 1.40. Beide berekeningen zijn echter doelbewust onjuist en door beide heeren gebruikt om van sprekers cijfers bij den Raad een verkeerden indruk te geven. De werkelijke aanneemsom per vracht is voor 1933: waalklinkers1.50 rij nklinker s2 granietkeien 13/302.10 koperslakkeien 16/241.25 koperslakkeien 16/161.50 veld- of witte keien2. ourthekeien 1S/141.6O lavakeien 16/162. lavakeien 13/202.50 trottoirband (natuursteen)„2. trottoirband (beton)2. zand„1.50 grint of steenslag1.60 puin, grond enz1.75 puin, grond enz2.50 Dit zijn de juiste cijfers, ontleend aan de officieele gegevens, welke voor elk Raadslid te controleeren zijn. Wethouder Splinter heeft sprekers optreden beneden alle critiek en bezijden de waarheid genoemd, maar thans kan spreker de critiek van den Wethouder op zijn optreden kwali- ficeeren als bezijden de waarheid en een verantwoordelijk Wethouder onwaardig. De heeren Splinter en Wilbrink moes ten zich als vertegenwoordigers van een christelijke partij schamen om zich ter verdediging van het beleid van den Wethouder van onjuistheden te bedienen. Spreker herhaalt, dat hij in de juiste uitoefening van zijn taak en plicht als Raads- en Oommissie-lid wordt tegen gewerkt. De Wethouder heeft hem de verlangde gegevens niet durven verstrekken, omdat hij heel goed wist, dat zijn beleid in dezen volkomen gefaald heeft. Het is onverantwoor delijk, dat deze Wethouder, terwijl het College op alles en ten koste van alles wil bezuinigen, met de belastinggelden van de burgerij op deze wijze omspringt. Men mag spreker zoo hard bestrijden als men wil, maar dan moet men het niet doen, zooals de heeren Splinter en Wilbrink, met onjuiste cijfers en gegevens. De heer Beekenkamp heeft spreker gevraagd waar te maken diens bewering, dat de anti-revolutionnairen kiezersbedrog hebben gepleegd. Spreker heeft enkele citaten bij zich uit artikelen, geschreven na de verkiezingen, 0. a. door den heer JG. van Dijk, iemand, dien spreker vanaf zijn jeugd al kent en met wien hij zelfs heeft omgegaan. Het is een door en door eerlijk man. De heer van Es zegt, dat hij daarvan den heer Schüller wel iets anders kan vertellen. De heer Schüller antwoordt, dat de heer van Es dat dan maar moet doen. De heer van Es zegt, dat hij dat niet in den Raad doet. De heer Schüller doet opmerken, dat dat veel gemeener is dan om het in het openbaar te doen. Als de heer van Es in het openbaar zegt: „daarvan kan ik u wel iets anders ver tellen", dan legt hij een lak op iemand zonder een bewijs te leveren. Wil hij dat andere niet in het openbaar vertellen, dan doet hij beter ook die woorden achterwege te laten. De heer van Dijk stippelt precies uit hoe de propaganda is geweest om den heer Beekenkamp in den Raad te krijgen en zet uiteen, dat de heer Beekenkamp politieken zelfmoord heeft gepleegd. Leest men daartegenover het onlogische artikeltje van het bestuur der anti-revolutionnaire partij, dat tracht zijn houding te verdedigen De heer Goslinga verzoekt spreker, dat eens voor te lezen. Spreker antwoordt, dat hij dan ook de andere artikelen van a tot z zal voorlezen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1933 | | pagina 11