112 DONDERDAG 16 FEBRUARI 1933. Gemeentebegrooting Algemeene Beschouwingen. (Schüller e.a.) Waar Burgemeester en Wethouders zeggen, dat zij in de wintermaanden de werkloosheid krachtig bestrijden door schilderwerk in eigen beheer uit te voeren, wijst spreker er op, dat aan dat werk in eigen beheer slechts 6 of 7 schilders te werk zijn gesteld. Waar nu alleen van de 140 leden van den Modernen Schildersgezellen Bond er 125 werkloos zijn, waarbij dan nog komen de werklooze leden der Katholieke en Christelijke federaties, vraagt spreker of Burgemeester en Wethouders, in vollen ernst kunnen volhouden, dat zij de werkloosheid krachtig bestrijden door het schilderwerk in eigen beheer uit te voeren. Waarom laat het College niet meer werkzaamheden in eigen beheer uitvoeren Dat dit niet gebeurt, is slechts onwil, grootendeels bestaande in den onwil van den Wethouder van Fabricage, die behalve Wethouder ook aannemer is en met hand en tand den aannemersstand zal verdedigen, met als gevolg den ondergang van de arbeiders. Spreker zegt het open en eerlijk, want het is zijn mee ning. De Wethouder zal het niet ontkennen, want hij heeft meermalen de vraag gesteld, of dan de patroons, vooral de kleine patroontjes, ook niet moeten leven. Die kleine patroontjes, welke in Leiden veelvuldig voorkomen, bederven het niet alleen voor de gezellen, maar ook voor een behoor lijk gezeten patroon, die zich aan zijn collectief contract wil houden en aan de gemeente behoorlijk werk wil leveren. Deze patroons kunnen nooit naar gemeentewerken inschrij ven en zij doen dat ook niet Bij de aanbesteding, welke binnenkort zal plaats hebben, zal dat wel blijken. Er komen daar allemaal van die „smart-baasjes", die met een krullen jongen werken en van 's morgens vroeg tot 's avonds laat met een grooten witkwast staan te beunhazen. Hoe spoediger klaar hoe beter, de opzichter heeft er toch geen verstand van of er terpentijn dan wel benzine wordt gebruikt. Kladderen maar. Indien in het bestek werd bepaald, dat de patroons zelf niet mogen meewerken, zou het Gemeentebestuur reeds een heelen stap vooruitgaan, want dan zou men dezen „smart- baasjes" den kop indrukken en dan zou bij een aanbesteding tenminste iemand inschrijven, die zijn naam niet te grabbelen wilde gooien en zijn werk zoo goed mogelijk wilde afleveren. Spreker heeft vóór zich het bestek van al het in 1933 uit te besteden verf werk. In de commissie heeft hij er tot het uiterste toe voor gevochten om een aantal van die werken in eigen beheer uitgevoerd te kunnen krijgen, maar hij kreeg ten antwoord van den Wethouder, dat dat niet kon. Spreker wil echter wijzen op tal van werken, welke van den winter zijn uitgevoerd en waarop zijn oog is gevallen, wanneer hij door de stad liep. De schilderspatroon van Kleef een patroon, die genoemd kan worden, omdat hij normaal met 20 of 25 man werkt en in de wintermaanden met minstens 10 heeft in de maanden Januari en Februari zijn eigen gevel aan de Hoogewoerd laten schilderen. De Wethouder voegt spreker toe, dat hij dan zeker geen werk had, maar spreker wijst er op, dat, al is dit juist, dan toch in elk geval het argument, dat in de winter maanden geen buitenwerk kan worden verricht, wegvalt. De gevel van het Valuta-huis in de Breestraat is in den winter geschilderd en hetzelfde is het geval met den gevel van een woning op het Pieterskerkhof. Als het bestek, dat spreker vóór zich heeft, wordt uitge voerd, en er vandaag een aanbesteding is geweest, dan vliegen morgen de „smart-baasjes" tegen de gevels op, al regent het nog zoo hard. Men heeft dergelijke „smart-ele- menten", die niet alleen het vak, maar ook de geheele constellatie van het bedrijf bederven, in de maatschappij absoluut niet noodig. Men heeft behoefte aan een groot geconcentreerd Overheidsbedrijf. De heer Wilbrink noemt het schandelijk om die menschen zóó te betitelen. De heer Schüller kan dat niet schandelijk noemen. De arbeiders loopen al jarenlang zonder werk en met een laag steunbedrag en als dan die baasjes werk aannemen met de vooropgezette bedoeling om slecht materiaal te gebruiken en om de Arbeidswet te saboteeren door van 's morgens vroeg tot 's avonds laat door te werken, dan noemt spreker dat schandelijk. Hij heeft met die baasjes, al verrekken zij van den honger, geen medelijden; zij moeten uit de maat schappij ais patroon verbannen worden. Spreker heeft vóór zich een brochure, uitgegeven door het Hoofdbestuur van de Schildersgezellen Bond, waarin be handeld wordt de uitvoering van schilderwerk in eigen beheer en wordt medegedeeld, dat een onderzoek is ingesteld in 35 gemeenten. Daarin staat o. a. vermeld: Gemeentebegrooting Algemeene Beschouwingen. (Schüller.) „Op deze wijze kregen we in ieder geval van 35 ge meenten vrij betrouwbare gegevens. Hieronder zijn natuur lijk de groote gemeenten. Hoe deze gegevens luiden, vinden we hieronder vermeld. In deze 35 gemeenten waren 82 woningbouwvereenigingen gevestigd, welke het schilderwerk voor hunne woningen in eigen beheer uitvoerden. We telden 54 fabrikanten met eigen schilders in dienst en 17 huiseigenaren of woningmaatschappijen. Dan zijn er, voorzoover bekend, 13 stoomvaartmaat schappijen met eigen beheer. Van de 35 gemeenten oefenden 31 het schilderwerk in eigen beheer uit. Men ziet dus een vrij belangrijke ontwikkeling op dit gebied. Daar is de schilderspatroon uitgeschakeld en treedt een andere als werkgever op. In den regel werken aan deze instellingen de volgende aantallen schildersgezellen: aan gemeentediensten648 gezellen woningbouwvereenigingen431 particuliere woningexploitanten46 fabrikanten183 stoomvaartmaatschappijen45 In totaal in 35 gemeenten 1353 gezellen Dit is een groot getal. Ook in Leiden, bij de woningbouw - vereeniging „Tuinstadwijk", zijn de voordeelen van eigen beheer bewezen. In De Volkshuisvesting van November 1932 leest spreker: „Het volgende jaar kon het bestuur met een zekeren trots gewagen van de in dat proefjaar behaalde resultaten, n.l. een besparing van rond 1000.op de gewone onder houdswerken. Begrijpelijkerwijze werd het bestuursvoorstel om het onderhoudswerk permanent in eigen beheer uit te voeren, met algemeene stemmen door de ledenvergadering goedgekeurd. De benoodigde materialen, t. w. hout, ijzerwerk (sloten, knoppen, spijkers, enz.), sanitair (closets) enz. enz. worden thans direct van den handel betrokken, waarmede gemiddeld 25 voordeel behaald wordt. De vereeniging heeft een timmerman-metselaar in vasten dienst op een loon van momenteel 36.per week." En verder: „De vóór- en achtergevels van 71 boven- en 71 beneden woningen zijn door ons in eigen beheer geverfd. Alvorens daartoe te besluiten, hadden wij van een paar schilders patroons prijsopgave gevraagd. Vóóraf was een blok van 4 woningen in eigen beheer uitgevoerd. Het bleek ons, dat het verven van de woningen in eigen beheer een besparing zou geven van f 10.per dubbele woning. Een voordeel dus van 71 x 10.710.om van de betere kwaliteit maar niet te spreken. Voor enkele jaren was het behangwerk in handen van een paar behangersbaasjes. Voor een kamer behangen rekende de behangersbaas: 10 rol papier a 70 cent per rol7. 18 M. band0.90 werkloon6. Totaal 13.90 In eigen beheer kost datzelfde werk 9.95. Alzoo een besparing van 3.95 op een kamer behang." Dit zegt de secretaris van de bouwvereeniging Tuinstad- wijk; dit is dus wel aan de practijk getoetst. Hierbij dient vooral niet uit het oog verloren te worden, dat het College voortdurend de besturen van de woningbouw vereenigingen tot bezuiniging aanspoort. Tuinstadwijk geeft hiermede het bewijs, de belangen van de gemeenschap te dienen, maar het College, dat wel een ander aanspoort daartoe, blijft zelf achter de middelen toe te passen ter verkrijging van beter werk, waarmede tevens de werkloos heid bestreden kan worden. Het College ontkent, dat het straatwerk bij uitbesteding slechter is dan in eigen beheer. De Directeur der Gemeente werken zegt echter in de Commissie van Fabricage in haar vergadering van 18 November 1931: „dat bij aanbesteding zoo noodig het werk ook zeer zeker moet worden overgedaan (Rapenburg, Heerengracht)." Spreker wijst verder op de herstrating van de Mare, waarover de heer Groeneveld in Augustus 1932 vragen gesteld heeft; de Wethouder is nog steeds bezig met onder zoekingen om daarop te kunnen antwoorden. Spreker noemt verder nog de Kaasmarkt, te veel om alles op te noemen; dit alles bewijst, dat de qualiteit van straatwerk bij uitbe steding allerdroevigst is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1933 | | pagina 12