MAANDAG 13 FEBRUARI 1933.
43
Gemeentebcgrooting Algemcene Beschouwingen,
(van Eek.)
zekere perken te houden. Alleen het rechtstreeksche over-
heidsbeheer kan de verantwoordelijkheid dragen om de
daarvoor vereischte geldbedragen te durven besteden.
Algemeene menschenliefde, en de groote geestelijke en
maatschappelijke belangen, die daarbij betrokken zijn, geven
den publieken lichamen het recht of liever leggen hun ge
biedend den plicht op om in dien geest werkzaam te zijn.
De verdediging van de uitbreiding der gemeentetaak op
verschillend gebied laat spreker grootendeels over aan zijn
partijgenooten. Spreker zal zich bepalen tot twee punten:
de bemoeiing der gemeente met de levensmiddelenvoorziening
en het van gemeentewege exploiteeren van den Leid-
schen Hout.
Wat het eerste punt betreft, heeft spreker reeds meermalen
gewezen op het mooie voorbeeld, het baanbrekend werk,
dat het Amsterdamsche gemeentebestuur op dit gebied heef t
geleverd. De financieele moeilijkheden, vooral in het leven
geroepen door het optreden der Regeering, hebben helaas de
verdere ontplooiing van deze werkzaamheid belet.
Uit een ambtelijk onderzoek is destijds gebleken, dat voor
denzelfden prijs die levensmiddelen, waarmede het Amster
damsche gemeentebestuur zich bemoeide, in Amsterdam
waren van betere kwaliteit dan in Leiden werden geleverd,
niettegenstaande in Amsterdam loonen en pakhuishuren
hooger zijn dan in Leiden.
De eenvoudigste methode, waardoor een gemeentebestuur
de belangen der ingezetenen kan dienen op het gebied der
levensmiddelenvoorziening is, dat het zich bemoeit met de
kwaliteit der waren.
De werkzaamheid van het Amsterdamsche gemeentebestuur
in dat opzicht heeft goede resultaten opgeleverd bij die arti
kelen, waarover zich zijn bemoeiing uitstrekte. Vooral bij
de levering van brandstoffen en aardappelen heeft Amsterdam
gezorgd, dat de ingezetenen kregen waar naar hun geld. De
keuringsdienst zorgt slechts, dat geen artikelen van slechte
kwaliteit verkocht worden. De taak van het gemeentebestuur
is te zorgen, dat de kwaliteit in overeenstemming is met
den prijs, die daarvoor wordt gevraagd. Door gelegenheid te
geven daarover klachten bij het gemeentebestuur in te dienen
en door met bekendmaking te dreigen, zoo die klachten
gegrond worden bevonden, heeft het Amsterdamsch gemeente
bestuur bevorderd, dat de ingezetenen hun waren niet te
duur betaalden. Dat toezicht kan zich ook uitstrekken over
de geleverde maat.
Dit is een zeer eenvoudige methode om de levensmiddelen
voorziening te verbeteren. Maar natuurlijk kan die werk
zaamheid niet verricht worden door leeken. Alleen deskun
digen, die op de hoogte zijn van de prijzen en kwaliteiten
der waren, kunnen deze taak van het gemeentebestuur ver
richten.
Het is noodig, dat hiervoor een afzonderlijke dienst met
ambtenaren wordt ingesteld, die zich, beginnend met dit
eenvoudige werk, kunnen bekwamen om den arbeid van de
gemeente op dit gebied verder voort te zetten.
De tweede wijze, waarop Amsterdam zich heeft gekweten
van zijn taak op dit gebied, is, dat Amsterdam in het groot
heeft ingekocht de waren en artikelen, die het noodig had
voor zijn ziekenhuizen, liefdadige instellingen, scholen en
andere gemeentediensten. Dit heeft Amsterdam groote be
sparingen opgeleverd. Voor een dergelijken inkoop is natuur
lijk de aanwezigheid van deskundige ambtenaren vereischt.
Al kan die inkoop in Leiden niet zoo in het groot als in
Amsterdam en dus niet zoo voordeelig geschieden, een reeks
artikelen zijn toch voor den Leidschen gemeentedienst, n.l.
de gestichten, de fabrieken, de scholen, gemeentewerken,
Maatschappelijk Hulpbetoon, de schoolkleeding, vereischt, die
bij centralen inkoop voor een lageren prijs zouden kunnen
worden verkregen. Ook zou getracht kunnen worden om
particuliere ziekenhuizen, liefdadige instellingen, scholen zich
bij dezen centralen inkoop te doen aansluiten. Inkoop van
waren in het groot waarborgt lagere prijzefi, terwijl een
speciaal inkoopbureau, samengesteld uit deskundigen, het
tegelijk mogelijk maakt beter toezicht te houden op de ge
leverde waren.
In de derde plaats kan een levensmiddelendienst goede
diensten bewijzen aan het publiek door prijsregelend op te
treden door het vaststellen van maximum-prijzen, desnoods
geregeld in overleg met de verkoopers.
In de vierde plaats kan de gemeente prijsregelend op
treden door zelf te koopen en te verkoopen, een uitstekend
middel om te voorkomen, dat de prijzen in den particulieren
handel te hoog worden. Vroeger gold de meening, dat door
de onderlinge concurrentie de waarborg verkregen werd, dat
de waren niet te duur in prijs werden. Men is tegenwoordig
grootendeels van die meening teruggekomen. Hoe meer ver
koopers, hoe veel minder artikelen elk kan verkoopen. Om
Gemecntebegrooting Algemeene Beschouwingen,
(van Eek.)
nu toch een bestaan te vinden bij verkoop van een minder
groote hoeveelheid, moet de winstmarge wel omhoog worden
gevoerd.
Vooral bij verkoop van groenten en vruchten is de winst
marge ontzaglijk groot. De kweeker krijgt ongeveer 1/3 van
hetgeen de verbruiker betaalt. Onder de 2/3 zijn alle distributie-
onkosten begrepen.
Fel is het verzet, dat uit middenstandskringen opkomt
tegen de uitbreiding der overheidsbemoeiing, vooral op het
gebied der levensmiddelen voorziening, en waar de midden
stand onder de heerschende politieke partijen veel invloed
bezit, is zulks een groote belemmering voor die uitbreiding.
Het algemeen belang der bevolking moet intusschen in
dezen beslissen. Het is een dwaasheid, dat de maatschappij
voor het levensonderhoud moet zorgen van een veel te groot
aantal verkoopers, die in lange werkdagen eigenlijk bitter weinig
arbeid verrichten, omdat het aantal koopers veel te gering
is en de drukke verkoop zich bepaalt tot enkele uren per
dag, als tenminste nog van drukte gesproken kan worden.
Op het gebied der levensmiddelen voorziening ligt nog zulk
een uitgestrekt gebied braak, gereed om vruchtbaar gemaakt
te worden door uitbreiding der overheidsbemoeiing. Men
denke aan de ontzaglijke, omslachtige en dure wijze, waarop
de eerste levensbehoeften, als brood, melk, groenten, kruide
nierswaren, bezorgd worden, hoe in elke straat een reeks van
loopers en bezorgers komen, die bij goede organisatie tot een
veel kleiner aantal zouden kunnen worden teruggebracht,
zonder dat zulks aan de bezorging schade zoude berokkenen.
In Amsterdam is indertijd gebleken, dat de bezorging van
brood 34 cent per K.G; kostte en dat bij goede regeling
die kosten tot de helft zouden kunnen worden teruggebracht.
Het doel van het treden der overheid op het gebied der
levensmiddelenvoorziening is te trachten te bereiken, dat de
levensmiddelen in verband met de kwaliteit voor billijken
prijs worden verkocht, een doel van niet minder belang dan
de zorg, dat ieder ingezetene een behoorlijk geldinkomen
verwerft. Wat iemand met zijn geld kan koopen, dus de
waarde van het geld, is van niet minder beteekenis dan
de hoeveelheid geld, die hij als inkomen ontvangt. Vooral
thans nu het geldinkomen van velen zoo laag is, is zulks
van ontzaglijk groot belang. Twee redenen maken het dubbel
gewenscht, dat thans de taak der overheid wordt uitgebreid
tot de levensmiddelenvoorziening. Ten eerste het feit, dat
de groote werkloosheid, de onmogelijkheid dus voor velen
om in de productie een bestaan te vinden, hen drijft naar
het gebied der distributie. Het aantal kleine venters, het
aantal winkels vooral in groenten, vruchten, bloemen en
kruidenierswaren, neemt nog toe en daardoor wordt het
gevaar vergroot, dat de waren duur worden in vergelijking
tot de kwaliteit. Ook komt het omgekeerde voor, dat nieuwe
handelaren uit wanhoop, omdat zij anders geen bestaan
vreezen te vinden, de artikelen te goedkoop verkoopen. Dit
is slechts tijdelijk vol te houden. De zaken van dezulken
verdwijnen na eenigen tijd, doch dan hebben zij tevens het
bestaan van degelijke handelaren door hun overmatig scherpe
concurrentie in gevaar gebracht.
In Rotterdam staan op het oogenblik 500 winkels leeg;
dit beteekent 500 geruïneerde gezinnen! Door haar regelend
en organiseerend optreden moet de overheid dus trachten
te bereiken, dat in de distributie der waren niet meer
personen hun bestaan trachten te vinden dan voor een goede
distibrutie vereischt is.
Haar streven gaat hier in gelijke richting als dat der
verbruikscoöperatie, die hiermede groote algemeene be
langen dient.
Ook het grootbedrijf vormt technisch een vooruitgang;
hierbij ontbreekt echter elke waarborg, dat de verstandige
besparingen door een goede regeling verkregen, den gebruikers
ten goede komen. Het kapitalistisch winstbejag is hierbij de
drijvende factor.
Nog een tweede reden maakt uitbreiding der taak van de
overheid op het gebied der levensmiddelenvoorziening vooral
nu gewenscht. Eenerzijds drijft de regeering door haar hef
fingen en contingenteeringsmaatregelen de prijzen omhoog,
anderzijds maakt de belemmering van den uitvoer eerste
levensbehoeften als groenten en vruchten bijna waardeloos;
uit wanhoop wordt dan soms door de producenten tot ver
nietiging overgegaan. Snel en tijdig optreden van een goed
georganiseerden en deskundigen levensmiddelendienst kan
dan bereiken, dat de artikelen, voor vernietiging bestemd,
tegen uiterst goedkoope prijzen ter beschikking der ingezetenen
worden gesteld. De Staten van de provincie Noord-Holland
hebben hierin een mooi voorbeeld gegeven door oprichting
van een provinciaal in- en verkoopbureau voor land- en
tuinbouwproducten, waarbij gemeentelijk optreden zich kan
aansluiten.