MAANDAG 30 JANUARI 1933. 13 Cursus in explosie-motoren aan werklooze schippers; e.a. (van Stralen e.a.) verklaring van den Wethouder, op, dat thans pas blijkt, dat de Raad geen bezwaar heeft tegen dien cursus voor schippers. Tegen den cursus voor metselaars en dien voor chauffeurs blijkt bij den Raad evenmin bezwaar te bestaan, maar als de Wethouder zich daarvan officieel wil overtuigen, zal eerst in de volgende Raadsvergadering een beslissing kunnen worden genomen. Wil de Wethouder toezeggen, dat Burgemeester en Wethouders met de instelling van de door spreker genoemde cursussen niet zullen wachten, totdat in een volgende Raads vergadering daarvoor gelden zullen zijn gevoteerd, dan zal spreker daarmede gaarne genoegen nemen, maar, waar hij vreest dat er gewacht zal moeten worden tot de volgende Raads vergadering, heeft hij in overweging gegeven het toegestane crediet van 5.30Ü.ter beschikking van Burgemeester en Wethouders te stellen en het College te machtigen om cur sussen, welke zij nuttig en noodig vinden, te doen aanvangen, zoodra deze daarvoor gereed zijn. Spreker vraagt of bij dit punt kan worden toegelaten een voorstel van zijn kant om in dien zin een besluit te nemen. De Voorzitter zegt, dat hij een voorstel in dien zin bij dit punt der agenda ontoelaatbaar zou moeten verklaren. De heer Romijn kan de door den heer Van Stralen ge vraagde toezegging niet doen. Eerst zal hij zich ervan moeten vergewissen, wat die cursus voor chauffeurs behelst, hoe hij is ingericht en welke kosten er aan verbonden zijn, alvorens in het College van Burgemeester en Wethouders te komen met een voorstel om, vooruitloopende op de beslissing van den Raad, dien cursus te laten beginnen. De heer van Stralen voegt spreker toe, dat deze toch op de hoogte is. Spreker weet er echter niets van. Hij heeft alleen over dien chauffeurs-cursus hooren spreken, maar hij weet niet wat hij behelst, of het de bedoeling is op te leiden voor het groot chauffeurs-examen dan wel voor het gewone chauffeurs-examen. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. (De heer Knuttel was inmiddels weder ter vergadering gekomen.) De Voorzitter zegt, dat de overige punten der agenda ook nog even kunnen worden afgedaan, indien daarover niemand het woord wil voerenanders zal spreker nu de interpellatie van den heer van Stralen aan de orde stellen. De heer Knuttel zegt, dat er alle kans is, dat er te weinig punten van de agenda overblijven voor een avondzitting; dan zou agendapunt no. 33 geheel in het gedrang raken. Waar dit ook zeer veel te maken heeft met de onderwerpen, die bij de interpellatie-van Stralen aan de orde komen, verzoekt spreker het daarbij eveneens te behandelen. Wordt zonder hoofdelijke stemming besloten agendapunt 33 te behandelen bij de interpellatie-van Stralen. De Voorzitter stelt thans allereerst aan de orde: XXXIV. Voorstel in zake verlaging van de huurprijzen van de woningen, behoorende tot verschillende plannen van woningbouwvereenigingen. (Zie Ing. St. No. 31.) De heer Kooistra heeft tegen uitstel van de behandeling van dit voorstel tot de volgende vergadering, nadat hij een onderhoud heeft gehad met den heer Goslinga, geen bezwaar en doet daartoe het voorstel. Wordt zonder hoofdelijke stemming besloten dit agendapunt tot een volgende vergadering aan te houden. De Voorzitter stelt thans aan de orde de aan den heer van Stralen toegestane interpellatie inzake het nemen van bijzondere maatregelen ter leniging van den verscherpten nood in de gezinnen der werkloozen. Hierbij komt tevens aan de orde het verzoek van den Leidschen Bestuurdersbond in zake het verstrekken van steen kolen bons, het adres van het Plaatselijk Arbeids-Secretariaat, de Onafhankelijk Socialistische Partij en de Revolutionnair Socialistische Partij, afd. Leiden, inzake het treffen van maat regelen tot leniging van den nood in de gezinnen van de werkloozen, alsmede agendapunt Interpellatie-van Stralen in zake bijzondere steunmaat- (van Stralen e.a.) regelen; praeadvies in zake het stempelen. XXXIII. Praeadvies op het verzoek van het plaatselijk Werkloozen Strijd-Comité (W. S. C.), in zake uitbreiding van den maatregel eenmaal per dag stempelen" tot de door de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon ondersteunden. (Zie Ing. St. No. 30.) De heer van Stralen richt de volgende vragen tot Burge meester en Wethouders: »1. Willen Burgemeester en Wethouders mededeelen of door hen in verband met de strenge koude maatregelen zijn ge troffen om de verscherpte nood in de gezinnen der werk loozen te lenigen 2. Zoo door Burgemeester en Wethouders besluiten dien aangaande genomen zijn, willen zij dan aan den Raad mede deelen, waarin die maatregelen bestaan?" De heer Romijn beantwoordt namens het College de eerste vraag bevestigend. Het College heeft in de 2de helft van de week van 1521 Januari een extrabon voor 1 H.L. parelcokes aan de daar voor in aanmerking komende personen doen verstrekken. Verder is in de 2de helft van de week van 2228 Januari naast den gewonen cokesbon, die op Maandag inwisselbaar was, nog een extra-bon voor 1 H.L. eierkolen gegeven. Voorts is besloten om als uitzonderingsmaatr egel ook aan dekastrekkende hoofden van gezinnen en kostwinners, die anders voor steun van gemeentewege in aanmerking zouden komen, eveneens een bon voor 1 H.L. eierkolen beschikbaar te stellen, voorzoover hun kas- uitkeering niet meer dan 3.hooger is dan de gemeentelijke. Het is het College verder bekend, dat door Maatschappelijk Hulpbetoon ten opzichte van de door dien dienst onder steunden ook deze extra kolen-verstrekking heeft plaats ge vonden, terwijl door Maatschappelijk Hulpbetoon ook aan de woonwagenkampbewoners naast diverse levensmiddelen, cokes is verstrekt. De bij het Crisis-Comité B inkomende aanvragen om dekens worden alle als spoedeischend beschouwd en afgedaan, terwijl verder het Crisis-Comité A zijn voorraad dekens ter beschik king heeft gesteld van Maatschappelijk Hulpbetoon, opdat inkomende aanvrage bij accoordbevinding direct kunnen worden afgedaan. Het College houdt zich voortdurend op de hoogte van de faciliteiten, die de Regeering aan de gemeentebesturen toe staat om extra voorzieningen te treffen en stelt zich voor daarvan in voorkomende gevallen ten volle gebruikte maken. Het College heeft doorloopend contact met den Geneeskun digen Dienst en de Bank van Leening om zich te vergewissen van den toestand van het armste deel der bevolking, en is voornemens om in overeenstemming met de gebleken behoef ten maatregelen te nemen. De heer van Stralen kan niet verhelen, dat het antwoord van den Wethouder hem teleurstelt. Spreker zou liever hebben gezien, dat de Wethouder had medegedeeld, dat de door den Plaatselijken Raad verleden week aan het College verzochte maatregelen met het oog op den grooteren en scherperen nood tengevolge van de ingetreden koude in de gezinnen der werkloozen ontstaan, waren genomen. Wat de Plaatselijke Raad gevraagd heeft, is minder dan werkelijk noodig is; wanneer gevraagd was, wat werkelijk voor die gezinnen gedaan moest worden, dan zou dat verzoek zeker anders hebben geluid, maar die organisatie heeft rekening gehouden met de realiteit en overwogen, dat verdergaande verzoeken zeer zeker bij de huidige samenstelling van den Raad, en waarschijnlijk ook in verband met de samenstelling van de Regeering, geen voldoende kans van slagen hebben. Daarom heeft zij zich bepaald tot de verzoeken, zooals die vóór den Raad liggen. Er is daaromtrent een onderhoud geweest tusschen de vertegenwoordigers van den Plaatselijken Raad en den Burgemeester, waarin is verzocht den gevraagden maatregel alsnog te nemen. De Burgemeester heeft toen enkele mede- deelingen gedaan, welke de deputatie uit den Plaatselijken Raad hebben teleurgesteld, terwijl tevens werd gezegd, dat in deze Raadsvergadering de definitieve mededeeling door Burgemeester en Wethouders zou worden gedaan. De Wethouder heeft zich bepaald tot het doen van de mededeeling, dat een enkele maal een extra bon voor brand stoffen is verstrekt en dat er vervroegd een bon voor eier kolen is uitgereikt. Wat de eierkolen betreft, wil spreker wel verklaren, dat die meer voldoening zullen geven dan de parelcokes, waar over Burgemeester en Wethouders altijd hebben gezegd, dat zij geen klachten hadden gekregen, terwijl hen nu blijkbaar zooveel klachten hebben bereikt, dat zij ze niet meer geven. De heer Goslinga: We hadden ze niet meer!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1933 | | pagina 13