GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
ISeEKOHEN STUKKE».
N°. 34. Leiden, 9 Januari 1933.
Ter voorziening in de vacature, in onze Commissie ontstaan
door de ontslagneming van den heer D. Bosma, hebben wij
de eer Uwe Vergadering de volgende aanbeveling te doen
toekomen:
1°. P. L. HESSING.
2°. H. VAN WOUDENBERG.
De Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs,
W. H'. Keesom, Voorzitter.
J. A. v. d. Stok, Secretaris.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
N°. 35. Leiden, 31 Januari 1933.
Ingevolge art. 208 der gemeentewet behoort de Baad
ten minste eenmaal in de vijf jaren te verklaren, welke
plaatselijke verordeningen, tegen wier overtreding straf is
bedreigd, nog gelden. Dit geschiedt bij een verordening,
welke de titels der geldende verordeningen vermeldt. De
laatste zoodanige verklaring geschiedde bij verordening van
13 Februari 1928, Gemeenteblad No. 3 (zie Ingek. Stukken
No. 31); derhalve moet thans wederom een dergelijke ver
klaring plaats vinden.
De verordening van 13 Februari 1928 vermeldt 42 veror
deningen; daarvan gelden er thans nog 38, welke, met de
daarin sedertdien gebrachte wijzigingen, in de hieronder
opgenomen ontwerp verordening onder de nos 1 tot en met
38 zijn opgesomd. Niet meer gelden de nos 7, 16, 26 en 28.
No. 7, de verordening van 4 October 1900 (Gemeenteblad
No. 2) op het vervoer van lijders aan eene besmettelijke
ziekte, is ingetrokken bij verordening van 29 September
1930 (Gemeenteblad No. 14), zulks in verband met het in
werking treden op 4 October 1929 van de Besmettelijke-
Ziektenwet van 21 Juli 1928 (Staatsblad No. 265).
No. 17, de verordening van 14 April 1910 (Gemeenteblad
No. 33), houdende verbod tot bouw of herbouw op grond,
gelegen aan de Heerenstraat, nabij den Witten Singel, is
ingetrokken bij verordening van 8 Juni 1931 (Gemeente
blad No. 17).
No. 26, de verordening van 10 Juli 1913 (Gemeenteblad
No. 21) op de winkel- en bedrijfssluiting en het bezorgen
van waren, gelijk deze verordening sedertdien is gewijzigd,
is met ingang van 1 Mei 1932 vervallen door het in werking
treden op dien datum van de Winkelsluitingswet van 29
November 1930 (Staatsblad No. 460).
No. 28, de verordening van 14 Januari 1915 (Gemeente
blad No. 2) betreffende het toelaten van kinderen tot licht-
beeldenvertooningen, gelijk deze vorordening sedertdien is
gewijzigd, is vervallen met ingang van 1 Maart 1928 door
het in werking treden op dien datum van de Bioscoopwet
van 14 Mei 1926 (Staatsblad No. 118).
De hierna onder No. 39 vermelde verordening werd na
13 Februari 1928 vastgesteld. De mede na dien datum nog
vastgestelde en in werking getreden verordening van 28
November 1932 (Gemeenteblad No. 31) tot toepassing van
artikel 9. lid 3, der Winkelsluitingswet (Staatsblad 1930,
No. 460) op Zondag 4 December 1932 is in de thans voor
gestelde verordening niet opgenomen, daar haar werking
zich slechts beperkte tot één bepaalden, reeds voorbijge-
ganen dag.
Op grond van het bovenstaande geven wij Uw Vergade
ring in overweging vast te stellen de volgende
VERORDENING,
houdende verklaring, ter voldoening aan artikel 208 der
gemeentewet, wélke plaatselijke verordeningen, tegen wier
overtreding straf is bedreigt, op 13 Februari 1933
nog gelden.
De Baad der gemeente Leiden verklaart, dat op 13
Februari 1933 nog gelden de volgende plaatselijke verorde
ningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd:
1°. de Verordening van 11 November 1897 (Gemeenteblad
No. 12) op de wateren in de gemeente Leiden, gewijzigd
bij de verordeningen 'van 23 October 1902 (Gemeenteblad
No. 23), 2 Mei 1912 (Gemeenteblad No. 13), 30 April 1914
(Gemeenteblad No. 16), 30 Januari 1919 (Gemeenteblad
No. 3), 31 Juli 1919 (Gemeenteblad No. 21), 25 September
1922 (Gemeenteblad No. 51), 14 Mei 1923 (Gemeenteblad
No. 15), 25 Juli 1927 (Gemeenteblad No. 11) en 13 Februari
1928 (Gemeenteblad "-o. 4);
2°. de Verordening van 28 April 1898 (Gemeenteblad No. 9)
op openbare vermakelijkheden en bijeenkomsten, gewijzigd
bij de verordeningen van 2 Mei 1912 (Gemeenteblad No. 16),
24 October 1918 (Gemeenteblad No. 40), 30 Juli 1923
(Gemeenteblad No. 23) en 29 September 1930 (Gemeenteblad
No. 17);
3°. de Verordening van 26 Mei 1898 (Gemeenteblad No. 10)
op de markten, gewijzigd bij de verordeningen van 23 October
1902 (Gemeenteblad No. 24), 9 Januari 1903 (Gemeenteblad
No. 3), 3 Maart 1904 (Gemeenteblad No. 3), 3 September
1907 (Gemeenteblad No. 18), 6 Februari 1908 (Gemeenteblad
No. 3), 20 October 1910 (Gemeenteblad No. 22), 6 Novem
ber 1913 (Gemeenteblad No. 37), 11 April 1918 (Gemeente
blad No. 12), 19 Juni 1919 (Gemeenteblad No. 18), 25
September 1922 (Gemeenteblad No. 57), 21 Januari 1929
(Gemeenteblad No. 4) en 15 Februari 1932 (Gemeenteblad
No. 4);
4°. de Verordening van 6 April 1899 (Gemeenteblad No. 4)
op het begraven van lijken, gewijzigd bij de verordening
van 29 September 1930 (Gemeenteblad No. 16);
5° de Verordening van 6 Juli 1899 (Gemeenteblad No. 14)
op het blusschen van brand;
6°. de Verordening van 6 Juli 1899 (Gemeenteblad No. 15)
op wegen, lanen, straten enz. en wateringen en slooten,
gewijzigd bij de verordeningen van 18 Juni 1903 (Gemeente
blad No. 33); 30 November 1905 (Gemeenteblad No. 33),
6 December 1906 (Gemeenteblad No. 34), 3 Juni 1909,
(Gemeenteblad No. 9), 6 Februari 1913 (Gemeenteblad No. 4)
en 9 Juli 1928 (Gemeenteblad 22).;
7de Verordening van 22 October 1903 (Gemeenteblad
No. 36, houdende voorschriften nopens behoorlijke bewoning
van woningen;
3°. de Verordening van 12 October 1905 Gemeenteblad No.
25) op het bouwen en sloopen, gewijzigd bij de verorde
ningen van 12 April 1906 (Gemeenteblad No. 16), 10 De
cember 1908 (Gemeenteblad No. 31), 7 November 1912 (Ge
meenteblad No. 31), 18 December 1913 (Gemeenteblad No. 44),
30 April 1914 (Gemeenteblad No. 18), 18 Mei 1916 (Gemeente
blad No. 9), 1 Februari 1917 (Gemeenteblad No. 11), 1 Fe
bruari 1917 (Gemeenteblad No. 12), 23 Februari 1920 (Ge
meenteblad No 9), 7 Februari 1921 (Gemeenteblad No. 8),
16 Juni 1924 (Gemeenteblad No. 15), 10 November 1924
(Gemeenteblad No. 31) en 2 November 1931 (Gemeenteblad
No. 28).
9°. de Verordening van 15 April 1909 (Gemeenteblad No. 3)
tot voorkoming van brand, gewijzigd bij de verordeningen
van 17 Januari 1918 (Gemeenteblad No. 2), 19 September
1921 (Gemeenteblad No. 41), 23 Januari 1928 (Gemeenteblad
No. 1), 16 Februari 1931 (Gemeenteblad No. 6) en 6 Juni
1932 (Gemeenteblad No. 13);
10°. de Verordening van 14 April 1910 (Gemeenteblad
No. 27), houdende verbod tot bouw of herbouw op grond,
gelegen aan den Heerensingel, oostelijk van de Christelijke
school;
11°. de Verordening van 14 April 1910 (Gemeenteblad
No. 28), houdende verbod tot bouw of herbouw op grond,
gelegen aan den Zijlsingel nabij de Schrijvers brug;
12°. de Verordening van 14 April 1910 (Gemeenteblad
No. 29), houdende verbod tot bouw of herbouw op grond,
gelegen aan den Zijlsingel tegenover de begraafplaats van
het Nederduitsch Hervormd Kerkgenootschap;
13°. de Verordening van 14 April 1910 (Gemeenteblad No.
30), houdende verbod tot bouw of herbouw op gronden,
gelegen tusschen het Utrechtsche Jaagpad en den Hoogen
Rijndijk, nabij de Boomburger brug;
14°. de Verordening van 14 April 1910 (Gemeenteblad
No. 31), houdende verbod tot bouw of herbouw op grond,
gelegen op den hoek van de Heerenstraat en de Bloe
mistenlaan;
15°. de Verordening van 14 April 1910 (Gemeenteblad No. 32),
houdende verbod tot bouw of herbouw op grond, 'gelegen
aan de Heerenstraat op den hoek van de Wittelaan;
16°. de Verordening van 14 April 1910 (Gemeenteblad
No. 34), houdende verbod tot bouw of herbouw op grond,
gelegen ten Noord-Oosten van de Duivenbodestraat;
17". de Verordening van 14 April 1910 (Gemeenteblad
No. 35), houdende verbod tot bouw of herbouw op grond,
gelegen aan den Zoeterwoudschen weg in het verlengde van
de Stadhouderslaan;
18°. de Verordening van 21 December 1911 (Gemeenteblad
No. 34), houdende voorschriften ingevolge art. 37, litt. c, d
EENIG ARTIKEL