MAANDAG 19 DECEMBER 1932.
455
Extra-ondersleuning in de Kerstweek.
(Voorzitter e.a.)
heeft er geen bezwaar tegen, dat deze het in den gewijzigden
vorm indient, wanneer hij dien boven den oorspronkelijken
verkiest.
De heer Verweij verbaast er zich over, dat een Wethouder
van Financiën (met den klemtoon op financiën) de stelling
durft poneeren, dat de kassen van de vakbeweging zwelgen
in de millioenen. Inderdaad beschikken verschillende vakver-
eenigingen over aanzienlijke bedragen, maar deze zijn voor
andere doeleinden bestemd dan waarvoor de heer Goslinga
ze zoo graag zou willen gebruiken. Zij zijn n.l. bestemd voor
de verdediging van de positie der arbeiders, in die vakver-
eenigingen georganiseerd.
De heer Knuttel merkt op, dat de bedragen daarvoor niet
worden gebruikt, want de moderne vakbeweging aanvaardt
elke loonsverlaging.
De heer van Eek zegt, dat deze interruptie van den heer
Knuttel toch zeker een onwaarheid is.
De heer Verweij zal op de dwaze interruptie van den heer
Knuttel niet ingaan.
Wanneer spreker zou voorstellen den werkloozen een
extra uitkeering in de Kerstweek te geven en die te betalen
met geld uit het Stadhuisfonds, zou de Wethouder gerech
tigd zijn te vragen, hoe spreker aan het vreemde voorstel
kwam om geld, dat voor een ander doel is bestemd, voor
dit doel te gebruiken.
Spreker hoopt, dat de Wethouder uit deze opmerkingen
heeft begrepen, dat het geld van de vakvereenigingen een
speciale bestemming heeft.
Het amendement van den heer Knuttel wordt verworpen
met 20 tegen 13 stemmen.
Tegen stemmen de heeren van Rosmalen, van Es, Bergers,
Bosman, Huurman, Manders, de Reede, Coster, Wilbrink,
van Eecke, Donders, Eikerbout, Meijnen, van der Reijden,
Beekenkamp, van Tol, Tepe, Splinter, Goslinga en Romijn.
Vóór stemmende heeren van Stralen, Sc'hüller, Koole,
Groeneveld, Verweij, van Eek, mevrouw Braggaarde Does,
de heer Kuipers, mevrouw de Cler de Bruijn, de heeren Vos,
Vallentgoed, Knuttel en Kooistra.
(De heer de Reede was inmiddels eveneens ter vergadering
gekomen, terwijl de heer Simonis de vergadering reeds had
verlaten.)
Het amendement van den heer van Stralen, luidende
»Ondergeteekende stelt voor, boven de 25 in het voorstel
van B. en W. genoemd, nog 25% als extra Kersttoeslag
te verleenen.",
wordt verworpen met 19 tegen 14 stemmen.
Tegen stemmende heeren van Rosmalen, van Es, Bergers,
Bosman, Huurman, de Reede, Coster, Wilbrink, van Eecke,
Donders, Eikerbout, Meijnen, van der Reijden, Beekenkamp,
van Tol, Tepe, Splinter, Goslinga en Romijn.
Vóór stemmende heeren van Stralen, Schüller, Koole,
Groeneveld, Manders, Verweij, van Eek, mevrouw Braggaar
de Does, de heer Kuipers, mevrouw de Clerde Bruijn, de
heeren Vos, Vallentgoed, Knuttel en Kooistra.
Het amendement van den heer van Stralen, luidende:
«Ondergeteekende stelt voor, in het voorstel van B. en W.
betreffende het verleenen van een Kersttoeslag te laten ver
vallen de woorden »en reeds van 1 December j.l. af onafge
broken werkloos zijn geweest".",
wordt aangenomen met 23 tegen 10 stemmen.
Vóór stemmen: de heeren van Rosmalen, van Stralen,
Schriller, Bergers, Koole, Huurman, Groeneveld, Manders,
Verweij, de Reede, van Eek, mevrouw Rraggaarde Does,
de heeren Coster, Kuipers, van Eecke, mevrouw de Cler-
de Bruijn, de heeren Vos, Donders, Eikerbout, Vallentgoed,
van Tol, Knuttel en Kooistra.
Tegen stemmen: de heeren van Es, Bosman, Wilbrink,
Meijnen, van der Reijden, Beekenkamp, Tepe, Splinter, Goslinga
en Romijn.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
gewijzigde voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
Verordeningen Bewaarschoolonder wijs.
(Vos.)
XVIII. Voortzetting van de behandeling van:
a. de verordening, regelende het openbaar bewaarschool-
onderwijs in de gemeente Leiden;
b. de verordening, regelende de voorwaarden, waaronder
ten behoeve van bijzondere bewaarscholen subsidie uit
de gemeentekas wordt verleend;
c. de verordening, regelende de heffing van schoolgeld op
de openbare bewaarscholen te Leiden;
d. de verordening, regelende de invordering van schoolgeld
op de openbare bewaarscholen te Leiden.
(Zie Ing. St. Nis. 241 en 271.)
Hierbij komen nog aan de orde de amendementen van den
heer Donders, luidende:
«Ondergeteekende stelt voor:
I. In de verordening regelende het openbaar bewaarschool-
onderwijs in de gemeente Leiden
ain artikel 3 de woorden «Commissie van toezicht op
de bewaarscholen" te veranderen in «Plaatselijke School
commissie"
bartikel 4 geheel te laten vervallen;
c) in artikel 8 te schrappen de zinsnede:
«dat waar in die verordening sprake is van «Plaatselijke
Schoolcommissie" wordt gelezen «Commissie van toezicht op
de bewaarscholen" en
d) in artikel 16 eerste lid de woorden «Commissie van
toezicht" te veranderen in «Plaatselijke Schoolcommissie".
II. In de verordening regelende de voorwaarden, waar
onder ten behoeve van bijzondere bewaarscholen subsidie
uit de gemeentekas wordt verleend
ain artikel 18 de woorden «Commissie van toezicht op
de bewaarscholen" te veranderen in «Plaatselijke School
commissie";
bin artikel 19 eerste lid de woorden «Commissie van
toezicht op de bewaarscholen" te veranderen in «Plaatse
lijke Schoolcommissie".
en de amendementen van den heer de Reede, luidende:
«Aan den Raad der gemeente Leiden
wordt voorgesteld, in de Verordening, regelende de voor
waarden, waaronder ten behoeve van bijzondere bewaar
scholen subsidie uit de gemeentekas wordt verleend, de
volgende wijzigingen aan te brengen
Art. 8 te doen vervallen in de le alinea A de woorden:
«16 Maart, 16 Juni, 16 September en 16 December" en
daarvoor in de plaats te zetten «den zestienden van elk
der maanden";
Art. 14a in de eerste zin tusschen de woorden «van" en
»de" op te nemen de woorden «gemeentelijke bijdrage in";
Art. 15 te doen vervallen in de le alinea het woord «indien"
en daarvoor in de plaats te stellen het woord «zoolang".
Voordat met de voortzetting van dit agendapunt wordt
aangevangen, schorst de Voorzitter de vergadering tot des
avonds te 8 uur.
Voortzetting van de geschorste openbare vergadering
des avonds te 8 uur.
Afwezig zijn de heeren Wethouder Splinter en Bosman.
Voortgegaan wordt met de behandeling van de onder
punt. 18 der agenda vermelde verordeningen.
De algemeene beschouwingen worden voortgezet.
De heer Vos wenscht niet de algemeene beraadslagingen
over de verordeningen te heropenen, maar wil een vraag
stellen omtrent de wijze van behandeling van deze zaak.
Burgemeester en Wethouders hebben in beide verorde
ningen een paar artikelen voorgesteld, welke bedoelen de
opschorting van de werking van andere artikelen. Het zijn
de artikelen 18 en 19 (nieuw) van de eerste verordening en
de artikelen 21 en 22 (nieuw) van de tweede verordening.
Burgemeester en Wethouders zeggen in de toelichting, Ing.
Stuk No. 271, dat zij het «beter achten zulks niet bij afzon
derlijk besluit, doch in de verordeningen zelve vast te leggen",
maar zij geven daaromtrent geen redenen. Spreker is van
tegenovergesteld gevoelen en heeft daarvoor wel redenen,
waarvan hij er een drietal zal geven. Vooreerst is het toch
wel ietwat zonderling te noemen om in een verordening be
palingen op te nemen, welke de werking van andere, pas
vastgestelde bepalingen krachteloos maken, althans voor
eenigen tijd.
De tweede reden is dat, wanneer deze bepalingen buiten