446 MAANDAG 19 DECEMBER 1932. Verbetering Hooge Morschweg en Zoeterwoudschewege.a. (Splinter e.a.) hem weet de hoofdopzichter er niets van en heeft die het hier moeten leeren. In Heerlen heeft deze hoofdopzichter echter verscheidene dergelijke wegen aangelegd. De heer Schüller zegt nu: ssteenslagwegen". Hoe kan hij dit nu weer beweren? Hij weet altijd alles. De Wethouder onderzoekt nooit wat en weet niets. Den heer Schüller moet ieder gelooven en als men zegt, dat het anders is, dan ben je oud-roest of een hoop brandhout. Volgens den heer Schüller behooren deze werken in eigen beheer te worden uitgevoerd. De heer Schüller weet, hoe spreker daarover denkt. Spreker wil niet zeggen, of het mogelijk dan wel onmogelijk zou zijn in de bestekken te bepalen, dat uitsluitend Leidsche werkkrachten moeten worden gebruikt. Hij is echter van meening, dat, wanneer het ge beurde, men wellicht het dubbele zou moeten betalen van het tariefwerk op dit oogenblik. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. (De heer Manders was inmiddels ter vergadering gekomen.) XVa. Voorstel tot aankoop van het pakhuis aan de Para dijssteeg No. 2. (Zie Ing. St. No. 276.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Hierop stelt de Voorzitter, namens Burgemeester en Wet houders, spoedeischend voor om te besluiten a. tot den aankoop van het perceel »Zuiderhorst", gelegen aan den Endegeesterstraatweg No. 16, kadastraal bekend gemeente üegstgeest, sectie B, No. 1878, groot .24.56 H.A., voor den prijs van 18.000. b. het sub a bedoelde perceel in te brengen bij de ge stichten »Endegeest", »Voorgeest" en »Rhijngeest", voor de koopsom, vermeerderd met de kosten op den aankoop vallende; c. door vaststelling van den overgelegden staat, model D, tot wijziging van de gemeente-begrooting, dienst 1932, en van den mede overgelegden staat tot wijziging van de begrooting, dienst 1932, van de gestichten Endegeest", Voorgeest" en Rhijngeest", aan die gestichten ten behoeve van dezen aan koop een kapitaal te verstrekken, groot 18.675.—, af te lossen in 40 jaarlijksche termijnen, aanvangende met het jaar 1933. Spreker stelt namens Burgemeester en Wethouders voor, dit voorstel dadelijk te behandelen. De heer Wilbrink acht het toch ongerijmd een uitgave als hier wordt voorgesteld spoedeischend aan de orde te stellen. Wie van de raadsleden is, waar dit perceel buiten de ge meente gelegen is, zoodanig op de hoogte, dat hij gemoti veerd zijn stem aan dit voorstel kan geven, wetende wat er gekocht wordt? De grootste helft der raadsleden weet dit absoluut niet. De Voorzitter zegt, dat, wanneer de Raad besluit dit voorstel dadelijk in behandeling te nemen, de heer Splinter de noodige inlichtingen wel zal willen verstrekken. De heer Wilbrink vraagt of de Raad dan voldoende op de hoogte is. De Voorzitter zegt, dat de heer Wilbrink dan altijd nog kan voorstellen om de beslissing uit te stellen. Wordt zonder hoofdelijke stemming tot dadelijke behandeling van dit voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. De heer Splinter zegt, dat de gemeente in staat is te koopen aan den Rijksstraatweg, den Endegeesterweg, het plaatsje Zuiderhorst, dat onmiddellijk grenst aan de terreinen der gemeente Leiden, in gebruik bij de stichting »Rhijngeest". Op het terrein, groot 2.500 M2., staat een heerenhuis met centrale verwarming, huuropbrengst ƒ650,bovendien een bergplaats met 1 verdieping en 5 kweekkassen met centrale verwarming. Aangezien de prijs van 18.000.het College van Burge meester en Wethouders zeer aannemelijk voorkomt, heeft de betrokken Wethouder overleg gepleegd met de Commissie voor de Gestichten, welke commissie zich met het plan van aankoop zeer goed kan vereenigen. Aankoop „Zuiderhorst". (Wilbrink e.a.) De heer Wilbrink merkt op, dat het perceel, waarvan de koopsom met inbegrip van de kosten 18.b75.zal bedragen, thans 650.aan huur opbrengt. De heer Splinter zegt, dat de huur van het huis alleen f 650.is. De kweekerij, die op het oogenblik in eigen gebruik is, kan, indien de gestichten ze niet noodig hebben, af zonderlijk worden verhuurd. Zij vormt een afzonderlijk complex. De heer Wilbrink zegt, dat volgens de huurwaarde het huis niet meer dan 9000.mag kosten, zoodat men eigenlijk voor de kweekerij bijna 10.000.— moet betalen. Spreker kan niet beoordeelen, of de kweekerij dit bedrag waard is en evenmin wat het rendement van de kweekerij zal zijn. De kweekerij is niet zoo groot en zal wellicht niet voldoende opbrengen voor de dekking van een lage rente van 10.000. De heer Splinter merkt op, dat de kweekerij slechts een heel'klein rendement behoelt te hebben. Als het huis 650. huur opbrengt, heeft men nog dekking noodig voor 350. rente. De heer Wilbrink meent, dat de heer Splinter deze calcu latie stellig niet voor zijn eigen huis zou willen toepassen en voor het beleggen van zijn eigen geld wel betere gelegen heden zal weten te vinden. Volgens den Wethouder zou men er zijn, indien men 1000. rente gedekt heeft, maar spreker meent, dat men zeer aan den lagen kant is, wanneer men de rente op 5 stelt. Men heeft n.l. ook rekening te houden met de grondlasten en de onderhoudskosten, om niet te spreken van de afschrijvingen. De heer Splinter heeft ook niet gezegd, dat 5% rente aan den hoogen kant is, maar heelt alleen willen doen uitkomen, hoe weinig de kweekerij behoeft op te brengen, wil men voor het geheel een behoorlijke rente krijgen. De Commissie van Fabricage kan zich met dezen koop vereenigen. Het is er Burgemeester en Wethouders vooral om te doen de terreinen van de gestichten af te ronden. Die afronding wordt door dezen aankoop bereikt. Indien de opbrengst van het geheel 1.000.is, ontvangt de gemeente 5% van het kapitaal, dat zij er in gestoken heeft. De heer Huurman meent, dat de zaak door den Wethou der niet duidelijk is uiteengezet en dientengevolge door den heer Wilbrink minder juist beoordeeld wordt. De vraag, die men het eerst dient te stellen, is: hebben de gestichten belang bij dezen aankoop en bij het bezit van het huis, dat op dit terrein staat. De grootst mogelijke meerderheid van de commissie van beheer was na ampele bespreking van meening, dat het wenschelijk is het terrein met huis en kassen aan te koopen, niet speciaal om het bezit aldaar af te ronden. Zou men dat willen, dan kan men wel aan het afronden blijven. Op die wijze kan men wel afron den tot Rijnsburg toe. Dit object heeft voor Endegeest bijzondere beteekenis; de commissie zou het betreuren als de Raad de gelegenheid liet voorbijgaan, den eigendom te verkrijgen. Men moet in dit geval niet te veel letten op de rentabiliteit. Spreker is met den Wethouder niet geheel eens, als hij zegt, dat de huuropbrengst de kosten dekt. Er moet behalve rente ook grondbelasting en kosten van onderhoud worden betaald. De beschikking over dit terrein te hebben spreker acht het niet gewenscht verder uiteen te zetten, waarom het bezit van het huis voor Endegeest van belang kan zijn leidde de grootst mogelijke meerderheid der commissie tot het advies aan Burgemeester en Wethouders om tot aankoop te besluiten. De heer Wilbrink acht een belangrijk element in deze zaak, dat deze aankoop in het belang van Endegeest wordt geacht; wel is de exploitatiewaarde niet precies te berekenen, maar spreker zal zich niet tegen dit voorstel verzetten, waar deze aankoop wenschelijk zou kunnen zijn terwille van een voortdurende behoorlijke exploitatie van dit gesticht, al be treurt hij, dat, waar deze zaak in de commissiën voor de Gestichten en van Fabricage besproken is, de bedoeling van dezen aankoop den Raad niet duidelijker is gebleken, in het algemeen is spreker geen voorstander van voorstellen, die belangrijke uitgaven meebrengen, als hij niet overtuigd is, dat die nuttig zijn besteed en natuurlijk kan men, als zoo'n voorstel plotseling in den Raad wordt geworpen, daarvan niet overtuigd zijn. De Voorzitter zegt, dat dit helaas dikwijls het geval is bij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 10