17
I. de raadsbesluiten van 18 December 1922 en 26 Januari
1925 inzake het verhaal van pensioensbijdragen in dien zin
te wijzigen, dat met ingang van 1 April 1933 op alle ambte
naren, genoemd sub A van eerstgenoemd besluit, ter znke
van het ambtenaren-pensioen 3 en ter zake van het
weduwen- en weezenpensioen 5|% met de in de wet aange
geven beperking, zal worden verhaald.
II. bij aanneming van ons voorstel genoemd onder I de
raadsbesluiten van 6 December 1920 en 5 Augustus 1929
in zake de toekenning van een kindertoeslag aan de ambte
naren en werklieden der gemeente in dien zin te wijzigen,
dat, ingaande 1 April 1933, de toeslag ad 13.per drie
maanden voor ieder kind onder den leeftijd van 16 jaren
boven het tweede kind wordt uitgekeerd.
III. het verzoek van de afdeeling Leiden van den Alge-
meenen Bond van Politiepersoneel in Nederland om een
toelage van 5 te verstrekken aan het na 1 Mei 1924
aangestelde jongere politiepersoneel, als afgedaan te be
schouwen.
In verband met het bovenstaande heeft ons College den
post Onvoorziene Uitgaven der ontwerpbegrooting 1933
verhoogd met 3500.en voorts aan de ontwerp-begroo-
ting toegevoegd
als voorloopige uitgaafpost op hoofdstuk XV, volgn. 700a
„Kosten van de verruiming van de regeling inzake de toe
kenning van kindertoeslag aan gemeente-ambtenaren en
werklieden" 10500.
als voorloopige ontvangstpost op hetzelfde hoofdstuk,
volgn. 201a „Opbrengst van de verhooging der korting op
de bezoldiging van het onderwijzend personeel bij het gym
nasium, de hoogere burgerscholen en van personeel bij het
lager onderwijs 14000.
De definitieve administratieve regeling op de begrooting
zal t. z. t. worden aangeboden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.