13 teur omtrent de perspectieven in de vrachtvaart wel deelt, meenen wij toch, dat dit het verleenen van onze mede werking aan dezen cursus niet behoeft te verhinderen. Want al zijn door de slechte" vooruitzichten in dit bedrijf de kansen op een herplaatsing gering, het kan niet worden ontkend, dat door het volgen van deze lessen de cursisten hun kennis uitbreiden en daardoor de mogelijkheid, om weder geplaatst te worden, vergrooten. Daar komt voorts nog bij, dat naar onze meening niet allereerst op de productiviteit van dergelijke cursussen moet worden gelet. De opzet toch is meer, om naast het bijbrengen van kennis, de betrokkenen eenige uren te halen uit die neerdrukkende sfeer van verveling en lediggang. Het is onze bedoeling, om in de kosten, aan dezen cursus verbonden, aan het Rijk een subsidie van 50 te vragen, zoodat slechts de helft van het gevraagde bedrag ten laste van deze gemeente zal komen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan het Leidsch Crisis-Comité (Sub-Commissie Ontwikkeling en Ontspanning) een subsidie te verleenen van ten hoogste f 397.ten behoeve van een aan werklooze schippers van de binnenvaart te geven cursus in explosie-motoren. De regeling op de begrooting 1933 zal U bij de Memorie van Antwoord worden aangeboden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 30. Leiden, 21 Januari 1933. Bij zijn verzoek van 8 December 1932 verzocht het plaat selijk Werkloozen Strijd-Comité (W. S. C.) Uwe Vergadering onder meer „Uitbreiding van den maatregel „éénmaal per dag stempelen" tot de door Maatschappelijk Hulpbetoon ondersteunden". Dit verzoek is waarschijnlijk een uitvloeisel van de om standigheid, dat sinds eenigen tijd door ons College voor den Dienst van Sociale Zaken, na ingewonnen advies van de betreffende Commissie, is bepaald, dat voor contröle genoegen kan worden genomen met eenmaal per dag stempelen bij de organisaties en een wekelijksche melding op de arbeidsbeurs. Ons voorstel in Uwe Vergadering van 19 December j.l., om dit onderdeel van het verzoekschrift te behandelen tegelijk met het rapport van de Commissie inzake reorgani satie Maatschappelijk Hulpbetoon, stuitte vooral bij Uw medelid Dr. J. A. N. Knuttel op verzet, waarin ons College toen aanleiding vond om ter bekorting van de discussies toe te zeggen spoedig een afzonderlijk praeadvies hierover uit te brengen. Hieraan gevolg gevende, deelen wij Uwe Vergadering mede, dat deze zaak ter beslissing staat van de Gemeente lijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Deze Com missie toch beoordeelt of, en zoo ja, tot welk bedrag steun zal worden verleend en welke controle-maatregelen gedurende de periode van steunverleening zullen worden toegepast. Wij hebben ons dan ook over deze aangelegenheid tot de voormelde Commissie gewend en van haar vernomen, dat zij het gevraagde niet kan inwilligen. Zij staat op het stand punt, dat tot dergelijke ingrijpende verandering niet dient te worden overgegaan, nu binnenkort het rapport van de reorganisatie-Commissie is te wachten. Eerst dan is er wel licht aanleiding, om deze kwestie nog eens opnieuw te bezien. Ons College kan zich bij deze meening geheel aansluiten. Intusschen willen wij tot goed begrip van deze zaak niet nalaten Uwe Vergadering er op te wijzen, dat nog niet de helft van de door de Gemeentelijke Commissie voor Maat schappelijk Hulpbetoon ondersteunden onder de categorie vallen van hen, die tweemaal per dag moeten stempelen. Hieruit moge blijken, dat de bedoelde controle-maatregel alleen daar wordt toegepast, waar zij op haar plaats kan worden geacht en het adres in dit opzicht veel te algemeen is gesteld. Voorts brengen wij nog onder Uw aandacht dat het hier in het algemeen betreft de categorie van werklooze arbeiders, die ondersteuning moeten ontvangen van de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon, doordat zij hebben nagelaten zich tijdig bij een werkloozenkas aan te sluiten, tengevolge waarvan zij niet voor steun uic een dergelijke kas en vanwege den Dienst voor Sociale Zaken in aanmerking komen. De ongemakken, die deze personen van de huidige situatie ondervinden, hebben zij dus in de eerste plaats aan zich zelf te wijten. Ook mogen wij niet onvermeld laten, dat de maatregel van éénmaal per dag stempelen voor den Dienst van Sociale Zaken genomen is, mede op grond van de overweging, dat het hier betreft georganiseerde arbeiders, wier bestuurderen gehouden zijn mede toe te zien op een goede naleving en handhaving van de voorschriften betreffende de steunver- verleening en voor eventueele fraude aansprakelijk kunnen worden gesteld, welke waarborgen ten opzichte van de door de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbe toon ondersteunden niet bestaan. Tenslotte komt hier nog bij, dat bedoelde maatregel slechts genomen is tijdelijk en bij wijze van proef, mede met het oog op bijzondere dienstbelangen, zoodat hieruit geen algemeene conclusies mogen worden getrokken. Wij vertrouwen dat Uwe Vergadering op grond van het vorenstaande alsnog bereid zal worden gevonden het bedoelde verzoekschrift, voor wat dit deel aangaat, voor kennisgeving aan te nemen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 31. Leiden, 21 Januari 1933. In de raadsvergadering van 30 Maart 3 931 werd bij de behandeling van ons voorstel inzake conversie van een drietal in 1925 en 1926 gesloten 43/4% geldleeningen, welke gedeeltelijk voor woningbouw werden gebezigd, de moge lijkheid in uitzicht gesteld, dat nog een bedrag van 11.000.voor verdere nivellëering van de huren van ver- eenigingswoningen zou kunnen worden aangewend. Het juiste hiervoor beschikbare bedrag kan volgens nadere be rekening worden gesteld op 12.000. Tevens bestond toen de verwachting, dat ook de 5 rijksvoorschotten met voordeel zouden kunnen worden af gelost en mitsdien nog grootere bedragen voor huurnivel- leering en eventueel ook nog middelen voor andere doel einden op het gebied der volkshuisvesting zouden vrij komen. De voorbereidende stappen werden daartoe gedaan en met den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid was ter zake reeds algeheele overeenstemming bereikt, toen plotseling, tengevolge van het loslaten door Engeland van den gouden standaard, de toestand op de geldmarkt zoodanig veranderde, dat aan het plan tot conversie van de rijksvoorschotten geen uitvoering meer kon worden gegeven. Onder deze omstandigheden besloot ons College het be perkter plan van een huurverlaging, door aanwending alleen van het bedrag van 12.000.niet langer aan te houden, doch dit nu afzonderlijk verder te behandelen. Den Directeur van het Bouw- en Woningtoezicht werd opgedragen een verdeelingsplan in te dienen; nadat ons College dit had ontvangen en bestudeerd, hebben wij ons definitief besluit in zake het bij U in te dienen voorstel kunnen nemen. In afwachting daarvan werd, gelijk U inmid dels zal zijn gebleken, in de ontwerp-begrooting voor 1933 het bedrag van f 12 000.als uitgaafpost opgenomen. Deze tweede huurnivelleering, die wij als resultaat van onze overwegingen thans bij U kunnen aanhangig maken, heeft dezelfde strekking, als de nivelleering, waartoe overeenkomstig ons voorstel (Ingek. Stukken No. 23) in de raadsvergadering- van 16 Februari 1931 werd besloten, n.l. allereerst een ver laging van de relatief hoogste huren, en daarna nog een verdere verlaging van de huurprijzen, die in absoluten zin het hoogst zijn. Yoor de verdeeling naar de relatieve verhouding heeft weer tot grondslag gediend de indertijd plaats gehad hebbende taxatie van de huurwaarde der vereenigingswoningen. Konden bij de vorige nivelleering de huurprijzen voor het le plan van Ons Doel en het le plan van de Tuinstad- wijk tot resp. 102 en 105 en die van de andere in aanmerking komende vereenigingswoningen tot 108 van de geschatte huurwaarde worden teruggebracht, thans zullen geen huren meer voorkomen boven 103 terwijl de top- huren (de Tuinstadwijk I, de Goede Woning II en Eens gezindheid II) zelfs nog meer verlaagd kunnen worden. Teneinde U een volledig overzicht van den toestand te geven, hebben wij hierachter doen afdrukken een staat, vermeldende voor alle plannen de huurwaarde, den werke- lijken huurprijs, de voorgenomen verlagingen, enz. Deze staat vestigt weer eens de aandacht op het feit, dat de in den goedkoopen tijd gebouwde woningen meest alle nog beneden de huurwaarde worden verhuurd; na hetgeen wij hieromtrent schreven in ons vroegere voorstel tot huur nivelleering, zullen wij op deze kwestie niet opnieuw ingaan. Wij volstaan daarom met de opmerking, dat de desbetreffende bouwvereenigingen met huurverhooging te gelegener tijd voor deze bouwplannen dienen rekening te houden en dat dus de uitkeering van de conversiewinst een tijdelijk karakter draagt, tot tijd en wijle een nivelleering door de vereeni- gingen op eigen terrein plaats heeft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 13