11 Het behoeft o.i. toch geen betoog, dat het Rijkssubsidio thans minder dan ooit kan worden gemist. Op de Rijksvergoeding voor de gemeentelijke kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen zal de gewijzigde korting op de salarissen eveneens worden toegepast. Om deze reden en ook omdat de leeraren van de kweekschool volgens de Rijksregeling en ongeveer op gelijken voet be zoldigd worden als hunne collega's van het gymnasium en de hoogere burgerscholen, behoort de korting o. i. ook te worden toegepast op de leeraren van de kweekschool. Op grond van het bovenstaande en met verwijzing naar de ter zake ingewonnen adviezen, geven wij U mitsdien in overweging te besluiten, op de bezoldiging van het onder wijzend personeel aan het gymnasium, de hoogere burger school met vijfjarigen cursus, de hoogere burgerschool voor meisjes, de kweekschool voor onderwijzers en onderwijze ressen, waaronder ook te begrijpen de bezoldiging voor het geven van les aan de afzonderlijke cursussen dier kweek school, een gelijke korting over hetzelfde tijdvak toe te passen, als die, welke overeenkomstig het Koninklijk besluit van 29 December 1931, S. 556, zooals dit is gewijzigd bij Koninklijk besluit van 24 December 1932, 8. 635, van Rijks wege wordt toegepast op de bezoldiging van de leeraren aan de Rijks hoogere burgerscholen en de Rijks kweek scholen voor onderwijzers en onderwijzeressen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 28. Leiden, 21 Januari 1933. In den loop van het vorige jaar heeft op initiatief van Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Holland een be spreking plaats gehad met vertegenwoordigers van de besturen van verschillende krankzinnigen- en zwakzinnigengestichten, waaronder ook ons College, welke bespreking ten doel had tot een verlaging van de verpleeggelden te geraken; Gede puteerde Staten zagen zich tot dezen stap genoopt, omdat voor het sluitend maken van de provinciale begr ooting voor 1933 het uitgavenpeil de provincie vergoedt aan de gemeenten V3 gedeelte van de te haren laste komende kosten van verpleging van arme krankzinnigen en zwakzinnigen moest worden verlaagd. Na gehouden overleg met de Commissie van Beheer over de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest", en nadat ons gebleken was, dat de verschillende gestichtsbesturen tot een min of meer aanzienlijke verlaging van de verpleegprijzen zouden overgaan, heeft ook ons College na ampele overweging zich tegenover Gedeputeerde Staten bereid verklaard te bevorderen, dat, met ingang van 1 Januari 1933, de kosten van verpleging in „Endegeest" en „Voorgeest", welke thans 825.per jaar kleeding inbegrepen bedragen, zouden worden verlaagd tot ƒ795. per jaar en wel in dien zin, dat de eigenlijke verpleegprijs 765.en het kleedgeld 30.per jaar zou bedragen; Gedeputeerde Staten hebben voorloopig met de toegezegde verlaging genoegen genomen en daarvan bereids per circu laire aan de gemeentebesturen kennis gegeven. Weliswaar zal de gemeente door de bovenbedoelde ver laging van de verpleeggelden met 30.per jaar, gerekend naar de voor 1933 geraamde bezetting, rond 20.000. aan inkomsten derven, daartegenover staat, dat het Diet verlagen daarvan, nu de andere gestichten daartoe wèl over gaan, ongetwijfeld op de bezetting een zeer nadeeligen invloed zou uitoefenen, hetgeen de gemeente wel eens duurder zou kunnen komen te staan, dan een matige verlaging van de verpleegprijzen. Voorts beteekent de verlaging van de verpleeggelden voor de gemeente een besparing op de kosten van verpleging van de voor haar rekening in „Endegeest" en Voorgeest" verpleegd wordende krankzinnigen en zwakzinnigen, welke, na aftrek van de van de Provincie te ontvangen mindere subsidie, voor 1933 op 5.880.kan worden geraamd, zoodat ten slotte met de verlaging van de verpleeggelden niet meer dan rond 14.000.zal zijn gemoeid. De U hieronder ter vaststelling aangeboden concept-ver ordening nu strekt in de eerste plaats om onze bovenbe doelde toezegging tegenover Gedeputeerde Staten gestand te doen, doch bevat voorts nog enkele andere wijzigingen, welke in het hieronder afgedrukt schrijven van de Commissie van Beheer zijn toegelicht en naar welke toelichting wij mogen verwijzen. Met verwijzing voor zooveel noodig naar de in de Lees kamer ter visie gelegde stukken en onder mededeeling, dat de vereischte begrootingsregelingen U zoo spoedig mogelijk zullen bereiken, geven wij Uwe Vergadering alsnu in over weging over te gaan tot vaststelling van de navolgende verordening VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 3 December 1896 (Gemeenteblad No. 15), houdende voorwaarden van opne ming en verpleging van lijders in het Krankzinnigen gesticht EndegeesV en de afdeeling voor jeugdige idioten „VoorgeesV te Oegstgeest, nabij Leiden, laatstelijk gewijzigd bij verordening van 22 November 1926 Gemeente blad No. 21). Artikel I. In het intitulé en in artikel I, tweede lid, van bovenge noemde verordening wordt telkens in plaats van „idioten" gelezen: „zwakzinnigen". Art. II. In artikel 4 worden de volgende wijzigingen gebracht: 1°. wordt het eerste lid sub a. gelezen als volgt: „a. indien opneming in het gesticht „Endegeest" wordt gevraagd, de rechterlijke machtiging tot plaatsing of in spoedeischende gevallen een door den Burgemeester afge geven bewijs van inbewaringstelling;" 2°. wordt in het laatste lid in plaats van „tot aan het einde van het ingetreden kwartaal" gelezen: „voor een kwartaal". Art. III. Artikel 7 wordt gelezen als volgt: „De kosten van verpleging bedragen zoowel voor het gesticht „Endegeest" als voor de afdeeling „Voorgeest" 191,25 per kwartaal. Voor tusschentijds inkomende patiënten, alsmede voor patiënten, die tusschentijds worden ontslagen of overlijden, worden de verpleegkosten tot aan het einde, resp. vanaf het begin, van het ingetreden kwartaal berekend op 2,10 per dag, de dag van opneming, vertrek of overlijden inbe grepen, met dien verstande evenwel, dat voor verpleging gedurende een gedeelte van eenig kwartaal nimmer meer is verschuldigd dan de kosten van verpleging per kwartaal. Indien echter de verpleging korter dan 30 dagen duurt, worden de verpleegkosten berekend op 3.per dag, de dag van opneming, vertrek of overlijden inbegrepen. De kosten van kleeding bedragen zoowel voor het gesticht „Endegeest" als voor de afdeeling „Voorgeest" 30.per jaar, bij vooruitbetaling telkens voor de helft op 1 Januari en 1 Juli te voldoen. Voor tusschentij.ds inkomende patiënten worden de kos ten van kleeding voor het alsdan loopende halfjaar bij de opneming voldaan; bij tusschentijdsch vertrek of overlijden vindt geen terugbetaling plaats." Art. IV. Artikel 8 wordt gelezen als volgt: „Onder de verpleging in beide inrichtingen zijn begrepen genees- en heelkundige behandeling, voor zoover die behan deling door de geneesheeren der inrichtingen kan plaats heb ben, geneesmiddelen, scheren en haarsnijden. Onder de verpleging in de afdeeling „Voorgeest" is in het bijzonder nog begrepen school- en vakonderwijs voor de zwakzinnigen, die daarvoor in aanmerking komen." Art. V. Artikel 9 wordt gelezen als volgt: „De kosten van kleeding, bedoeld in artikel 7, zijn, be houdens het bepaalde in het tweede lid, niet verschuldigd, indien in de verstrekking en het onderhoud van de kleeding der verpleegden behoorlijk en ten genoegen van den Genees heer-Directeur wordt voorzien vanwege en voor rekening van hen, te wier laste de verpleging geschiedt. Zijn, naar het oordeel van den Geneesheer-Directeur, ver strekking en (of) onderhoud van de eigen kleeding onvol doende, dan zal hij het dragen van eigen kleeding kunnen verbieden en zal alsdan daarin tegen betaling van de in artikel 7 bedoelde kosten vanwege de inrichtingen worden voorzien." Art. VI. Artikel 10 wordt gelezen als volgt: „Bij overlijden van een lijder tijdens de verpleging wordt op verzoek van de nagelaten betrekkingen of van dengene, voor wiens rekening de verpleging geschiedde, tegen bëtaling van den kostenden prijs, door de inrichtingen voor zijne teraardebestelling zorg gedragen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 11