438
MAANDAG 28 NOVEMBER 1932.
Verordeningen Bewaarschoolonderwijs.
(Romijn e.a.)
nieuwe subsidies te verleenen. Volgens bet voorstel van
bet College zullen geen verdere nieuwbouw en geen verdere
subsidieverleening plaats bebben.
De beer Groeneveld zegt, dat de beer Tepe gesproken
beeft over de tegenstelling tusscben openbaar en bijzonder
onderwijs en dat de bijzondere scbolen vele jaren gebeel of
gedeeltelijk op eigen kracbt bebben gedreven. De sociaal
democraten staan op bet standpunt van bet openbaar
onderwijs en dat bet onderwijs uit de overheidskas moet
worden bekostigd. Zij zijn ook geen voorstanders van
bijzondere neutrale scbolen. De beer Goslinga zegt nu: in
Limburg wel; dat is een valscbe voorstelling van zaken;
de beer Goslinga weet beter; de sociaal-democraten zijn ook
geen voorstanders van bijzondere neutrale scbolen en als
de beer Goslinga zegt van wel, dan stelt bij bet tegen
beter weten in valscb voor.
De S. D. A. P. neemt nu eenmaal dat standpunt in en
wenseht dat niet te verlaten. Dit dient een Wethouder van
Onderwijs in Leiden wel te weten.
Wanneer de Wethouder zou voorstellen den bouw van
nieuwe bewaarscholen te staken en zou trachten dat voorstel
in een Raadsbesluit vast te leggen, zou spreker dat geen
correcte uitvoering van bet compromis vinden.
De sociaal-democraten bebben voor bet compromis ge
stemd, o. a. omdat zij verwachten, dat, wanneer er een
voldoend aantal openbare bewaarscholen is, er voor de
bijzondere bewaarscholen geen voldoend aantal kinderen
zal wezen.
De heer Goslinga: En de bijzondere bewaarscholen moeten
dan zeker leegloopen!
De heer Groeneveld vindt bet voor de band liggend, dat
de bijzondere scbolen dan leerlingen zullen verliezen, terwijl
op den duur een kleinere behoefte aan bijzondere bewaar
scholen zal blijken te bestaan.
Spreker zou bet den Wethouder zeer kwalijk nemen, indien
deze de bestaande onevenredigheid zou willen laten bevriezen.
Spreker zou dit geen eerlijke houding vinden tegenover de
medewerking, welke de sociaal-democraten aan de totstand
koming van bet compromis bebben verleend.
De beer Vos beeft opgemerkt, dat het debat in deze
vergadering veel meer dan over de voorgestelde verordening,
heeft geloopen over bet voorstel, dat Burgemeester en Wet-
houders naar aanleiding van de amendementen van den
heer Romijn bebben ingediend. Dit is een gevolg van de
omstandigheid, dat een belangrijk voorstel is ingediend
zonder eenige schriftelijke toelichting, waardoor de raads
leden het niet van te voren bebben kunnen bestudeeren.
Spreker acht bet daarom gewenscht thans de beraadslaging
te verdagen, opdat Burgemeester en Wethouders in de ge
legenheid zijn bet voorstel gedrukt en voorzien van een
toelichting aan de Raadsleden toe te zenden, alvorens de
zaak in een volgende vergadering verder wordt behandeld.
De heer Tepe beeft er geen bezwaar tegen, indien gehan
deld wordt overeenkomstig het denkbeeld van den beer Vos.
De Voorzitter stelt voor de behandeling van de agenda-
Verordeningen Bewaarschoolonderwijs.
(Voorzitter e.a.)
punten 37, 38, 39 en 40 tot een volgende vergadering aan
te houden.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
overeenkomstig bet voorstel van den Voorzitter besloten.
(Ook de beer Meijnen had inmiddels de vergadering ver
laten).
De Voorzitter vraagt, of een der leden thans nog iets in
bet belang van de gemeente in bet midden beeft te brengen.
De heer Koole zegt, dat in de commissie voör den
geneeskundigen dienst met de kleinst mogelijke minderheid
een voorstel van den beer Van Es is aangenomen om de
schoolbaden, welke thans eenmaal per week worden ver
strekt, eenmaal in de veertien dagen te doen verstrekken.
Spreker beeft vernomen, dat Dr. Horst van de afdeeling
Financiën een circulaire beeft ontvangen, houdende verzoek
met de beperking van de verstrekking der schoolbaden
spoed te betrachten. Spreker zou nu gaarne vernemen, of
voor de invoering van den maatregel geen Raadsbesluit
noodig is. Hij wilde er in bet openbaar iets over zeggen.
De beer Romijn deelt mede, dat deze zaak een punt van
bespfeking heeft uitgemaakt in bet College van Burgemees
ter en Wethouders, dat bet verlangen van den beer Koole,
om er in bet openbaar iets over te zeggen, zeer goed
begrijpt. De beer Koole zal daartoe in de gelegenheid zijn
bij de begrooting en dan kan bij ook een besluit van den
Raad uitlokken.
Het College beeft echter gemeend dezen bezuinigingsmaat
regel met ingang van 1 Januari 1933 te moeten toepassen,
aangezien de uitgaven voorkomen op de begrooting voor
1933 en, waar deze begrooting zoo laat wordt behandeld,
bet niet aangaat de eerste maanden van bet jaar wekelijks
een bad te verstrekken en daarna dit eenmaal in de veer
tien dagen te doen, als uit den aard der zaak de Raad een
beslissing heeft genomen.
Burgemeester en Wethouders zijn tot bun besluit gekomen
op grond van de verhouding der stemmen in de Commissie
voor den Geneeskundigen Dienst, waarvan de grootst moge
lijke meerderheid voor het invoeren van dezen maatregel
was, terwijl bun bleek, dat de oppositie alleen kwam van
de zijde der sociaal-democraten en wellicht enkele andere
leden van den Raad.
De beer Kooistra: Het is bij de beesten af!
De heer Groeneveld vraagt, boe het gesteld is met de
afdeeling „Reclame".
De Voorzitter zegt, dat het daarmede goed gaat.
De heer Groeneveld heeft er nog niet veel van gezien.
Spreker vraagt vervolgens, of het niet gewenscht is de
reclamekastjes, die in het Gangetje zijn geplaatst en langen
tijd ongebruikt zijn geweest, schoon te laten maken.
De Voorzitter zegt onderzoek toe.
Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter
de vergadering.
Buiten de agenda om werden nog behandeld een voorstel
van Burgemeester en Wethouders in zake de vaststelling
van het bedrag der kosten van verpleging van zieke stads
armen in het Ziekenhuis der Rijksuniversiteit (blz. 422),
een voorstel van Burgemeester en Wethouders om een be
drag van ƒ2500.ter beschikking te stellen van het Crisis-
Comité Leiden, Afdeeling B voor het verleenen van aanvul
lenden steun aan ondersteunde werkloozen in 1932 (blz. 423),
een voorstel van de Commissie voor de Strafverordeningen
in zake de bepaling van een sluitingsuur op Zondag 4 Decem
ber 1932 (blz. 431) en een voorstel van den heer Coster in
zake openstelling van slijterijen op Zondag 1 Januari 1933
(blz. 426 en 432).
Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.