424 MAANDAG 28 NOVEMBEE 1932. Verordening Winkelsluiting. (Voorzitter e.a.) XXXV. Voorstel: a. om niet aan te nemen het voorstel-Coster, om de Zondagssluiting voor slijterijen op te heffen en het sluitingsuur voor die zaken op 31 December te bepalen op 10 uur; b. tot vaststelling van de verordening op de Winkelsluiting c. om de desbetreffende adressen van de vergunninghouders- vereenigingen K. R. en S. en St. Jan en van de verceniging „Hocares" en de afd. Leiden der Ned. Banketbakkers- vereeniging, als afgedaan te beschouwen. (Zie Ing. St. Nis. 159 en 239.) De Voorzitter stelt hierbij tevens aan de orde de amen dementen van den heer Coster luidende: „Ondergeteekende stelt, ter vervanging van zijn voorstel sub A, voor in de ontwerp-verordening op de winkelsluiting na art. 2 in te voegen een artikel 2a, luidende: „Met afwijking van het bepaalde in artikel 2 onder a van de Winkelsluitingswet is het geoorloofd een winkel, waarvoor een slijtvergunning als bedoeld in artikel 1 der Drankwet (Staatsblad 1931, No. 476) geldt, des Zondags voor het publiek geopend te hebben van 10 uur des voor- middags tot 2 uur des namiddags"; en „Ondergeteekende stelt, ter vervanging van zijn voorstel sub B, voor in de ontwerp-verordening op de winkelsluiting na art. 4 in te voegen een artikel 4a, luidende: „Met afwijking van het bepaalde in artikel 2 onder b van de Winkelsluitingswet is het verboden een winkel, waarvoor een slijtvergunning als bedoeld in artikel 1 der Drankwet (Staatsblad 1931, No. 476) geldt, op 31 December voor het publiek geopend te hebben vóór 5 uur des voormiddags en na 10 uur des namiddags."" alsmede de verschillende adressen ter zake. De algemeene beschouwingen worden geopend. De heer Coster zegt, dat van de inwerkingtreding der Winkelsluitingswet alleen de slijters de dupe zijn geworden, doordat een slijterij beschouwd wordt als winkel en een zaak, die tegelijk tapperij en slijterij is, niet onder de Winkelsluitingswet valt. De volledige vergunningen gelden zoowel voor gebruik op de plaats van verkoop als voor gebruik elders. Indien tappers, die alleen per glas mogen verkoopen, een overtreding begaan door ook per maat te verkoopen, is die overtreding niet te controleeren. De Commissie voor de Strafverordeningen voert als argu ment aan: „Bovendien zij opgemerkt, dat de volledige vergunningen, waarvan adressanten in het bijzonder de concurrentie vreezen, geleidelijk uitsterven." De commissie had geen zwakker argument kunnen ge bruiken dan dit. Het is haar stellig niet door een specialist op het gebied van de drankwetgeving verschaft. Gedurende de eerstvolgende 50 jaren zullen de volledige vergunningen niet zijn vervallen. Moeten de 7 slijters nu op dat vervallen wachten Men vergete niet, dat volgens de thans geldende Drankwet de volledige vergunning en de slijtvergunning bij overlijden van den vergunninghouder op een van zijn kinderen kunnen worden overgeschreven. Is hier dan sprake van geleidelijk uitsterven Nu de slijterijen op Zondag zijn gesloten, wordt in andere zaken clandestien sterke drank verkocht. Wellicht zal men opmerken: „Dat is een praatje". Ten einde den Eaad van het tegendeel te overtuigen, heeft spreker als bewijs mede gebracht een flesch „advocaat", gekocht op Zondag 6 November des avonds om 7 uur bij de Lido en een flesch „Voorburg", dienzelfden dag gekocht des avonds om 6 u. 30 in „Het Chocoladehuis", Mare hoek Haarlemmerstraat. De Voorzitter vraagt, of zij dat mogen verkoopen. De heer Coster zegt, dat dat gebeurd is. De Voorzitter zegt, dat dat geen bewijs is, dat het mag. De heer Coster zegt, dat de slijters daarentegen moeten sluiten. Dit is een bewijs, dat er verkocht wordt en dat er oneerlijk geconcurreerd wordt. Indien de Eaad zich aan deze wet vasthoudt, veroorzaakt hij daardoor clandestienen drankverkoop en een grooter drankgebruik dan noorlig is. Indien de Eaad sprekers voorstel niet aanneemt, hecht hij daaraan zijn goedkeuring. De Commissie voor de Strafverordeningen ontraadt een parig sprekers voorstel, omdat zij geheel uit juristen bestaat, Verordening Winkelsluiting. (Coster.) die de letter der wet in theorie opvolgen. Voor spreker staat vast, dat anders het advies dier Commissie anders had geluid, evenals in Tilburg; daar is op 23 Maart met alge meene stemmen het voorstel-Donders aanvaard door de Commissie voor de Strafverordeningen; in Mei is dat door den Eaad aangenomen met algemeene stemmen; alleen de sociaal-democraten hadden iets daartegen gezegd, doch heb ben geen aanteekening gevraagd, dat zij er tegen waren. Nu de bijzondere omstandigheden. In Tilburg was al een heele bijzonderheid, dat daar maar waren 20 slijterijen, 27 volledige vergunningen en 83 tap perijen, terwijl die cijfers hier zijn resp. 7, 39 en 61. Als dit een bijzonderheid voor Tilburg is, dan is het dat zeker ook voor Leiden, waar maar 7 slijterijen zijn. De Commissie voor de Strafverordeningen zegt in haar voorstel: „Een afwijking der wet, welke onze Commissie gemeend heeft Uwen Eaad te moeten voorstellen, heeft betrekking op de Zondagsluiting voor de slijterijen, waaronder in dit verband zijn te verstaan die winkels, waarin krachtens ver gunning ingevolge de Drankwet dranken worden verkocht, uitsluitend voor gebruik elders dan ter plaatse van verkoop. De invoering toch der algeheele Zondagsluiting beteekent voor deze groepen van winkels een beduidende vermindering van debiet. Volgens verklaring der slijters bedragen de ont vangsten op Zondag 2025 van de geheele weekont- vangsten en brengt de plaatselijke gewoonte met betrekking tot het inkoopen van dranken mede van een groote cate gorie van matige drankgebruikers om des Zondags bij kleine hoeveelheden zich te voorzien van den drank, welken zij voor onmiddellijk gebruik thuis noodig hebben. Wordt hun de gelegenheid daartoe ontnomen, dan zullen ongetwijfeld sommigen hun dranken daags tevoren inkoopen, maar anderen zullen zeer zeker hunne behoefte aan drank gaan bevredigen in vergunningslocaliteiten en zal daardoor het cafébezoek worden bevorderd met de daaraan verbonden gevaren van drankmisbruik. Het wil onze Commissie voorkomen, dat de toepassing der Winkelsluitingswet er niet toe mag leiden, dat een be paalde groep winkeliers in de uitoefening van hun bedrijf wordt bevoordeeld, noch dat het voortbestaan van een alles zins toelaatbaar plaatselijk gebruik wordt onmogelijk gemaakt. Wij zouden daarom des Zondags gedurende enkele uren gelegenheid willen geven de slijterijen geopend te houden. Hierdoor wordt bereikt dat de benadeeling van de betrokken winkeliers wordt opgeheven, terwijl zooals U na het boven staande duidelijk zal zijn, toeneming van het drankmisbruik, voorzoover deze van de invoering der Zondagsluiting het gevolg zou zijn, wordt voorkomen." Wat door deze commissie ten aanzien van Tilburg is gezegd, geldt ook voor Leiden. Als de Wethouder van Financiën aan het woord is, hoort men steeds, dat op alle mogelijke manieren bezuinigd moet worden, dat men niet alleen onnoodige uitgaven moet ver mijden, maar ook de inkomsten moet trachten te vergrooten. Men moet trachten de crisis te boven te komen en dit geldt niet alleen voor het Eijk en de gemeenten, maar ook en vooral voor de particuliere bedrijven. Wat doet echter het Eijk en wat staat thans de gemeenteraad op het punt te doen Men vermindert de inkomsten van de particuliere bedrijven door middel van de winkelsluiting. De gemeente zal daardoor minder vergunningsrecht en minder aan andere belastingen ontvangen, terwijl zij niets kan missen, doch ook de particulieren kunnen niets missen, willen zij aan de hun opgelegde verplichtingen blijven voldoen. Spreker komt thans tot den verkoop op Oudejaarsavond. Indien er sprake is van een abnormaal drukken verkoop op Oudejaarsdag, geldt het zeker voor de slijterijen. Spreker begrijpt daarom niet, waarom de Commissie voor de Straf verordeningen afwijzend staat tegenover het verzoek van de slijters, om, zonder dat personeel in hun zaak aanwezig is, dien dag hun zaak tot des avonds 10 uur te mogen open houden. Als de koekbakker het abnormaal druk heeft, heeft de slijter het ook, want beiden zorgen voor de voorziening in de plotseling opgekomen behoefte aan consumptei- artikelen. De a.s. Nieuwjaarsdag valt op Zondag en aangezien art. 9, lid 3, van de Winkelsluitingswet den gemeenteraad de bevoegdheid geeft 21 dagen op grond van bijzondere om standigheden het sluitingsuur te wijzigen, stelt spreker voor den slijters verlof te verleenen tot het open hebben van hun zaak op 1 Januari 1933. Bij de opening van de Leidsche winkelweek heeft de Burgemeester in zijn openingsrede gezegd, dat hij als Bur gemeester blijft vasthouden aan de steeds door hem ver kondigde stelling, dat de „negotie" voor Leiden een van de levensvoorwaarden is en moet blijven en zijn waardeering

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1932 | | pagina 18