MAANDAG 10
OCTOBER 1932.
367
Inlichtingenbureau Vreemdelingenverkeer; e.a.
(Wilbrink e.a.)
scholen zal liggen. Aan de bevordering van het ongetwijfeld
toe te juichen doel van de Vereeniging voor Vreemde
lingenverkeer zal dit niet ten goede komen. De vreemdelingen
zullen dit gebouwtje niet spoedig en niet gemakkelijk in het
oog krijgen.
En dat ten behoeve van de uitbreiding der rijwielloods.
Het is te begrijpen, dat het voor de commercieele exploitatie
van die loods, welke in handen van de Vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer is, wenschelijk wordt geacht een en
ander zoo kort mogelijk bij het station te combineeren, maar
spreker meent, dat het gemeentebestuur hier niet medewerkt
om het doel, dat de Vereeniging beoogt, te bevorderen. Bur
gemeester en Wethouders hadden moeten waarschuwen, waar
zij dezen grond ter beschikking van de vereeniging hebben
gesteld
De heer Splinter voegt spreker toe, dat de grond niet van
de gemeente is. Jn dat geval is het een kwestie van vergun
ning. Had het gemeentebestuur zeggenschap over den grond,
dan was de zaak anders.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XIII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de
verbouwing van het perceel Mare 15 en het voormalige
ijkkantoor, ten behoeve van de uitbreiding van de kantoor
ruimte van de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk
Hulpbetoon en voor de verbouwing van perceel Xieuwsteeg
46, ten behoeve van de verbetering van de huisvesting
van de Gemeentelijke Bank van Leening en de inrichting
van de bovenverdieping van dat perceel tot kantoor van
den Armenraad.
(Zie Ing. St. No. 208.)
Mevrouw Braggaarde Does zegt, dat ook in de vergadering
van de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulp
betoon eemge mededeelingen zijn gedaan omtrent het voorstel
tot het aanbrengen van veranderingen en verbeteringen aan het
gebouw van Maatschappelijk Hulpbetoon. Meer dan mede
deelingen waren het ook niet, omdat de leden van de
commissie te voren niet met de plannen in kennis waren
gesteld en niet konden nagaan of die verbeteringen doel
matig werden aangebracht en of het noodzakelijk was.
Spreekster heeft aan den Voorzitter gevraagd inzage van
de stukken te kunnen krijgen, maar de Wethouder heeft ge
antwoord, dat het geenszins in de bedoeling lag, dat de leden
van de commissie daarin zeggenschap zouden hebben, maar
wel de leden van de Commissie vari Fabricage.
Spreekster heeft gevraagd of het alleen een mededeeling
was, waarop de Wethouder in bevestigenden zin antwoordde.
Spreekster heeft vervolgens gevraagd, of zij eenige wenschen
naar voren mocht brengen, wenschen, welke zij voornemens
was tijdens de begrooting te doen. Daar het zich liet aan
zien, dat de begrooting nog eenigen tijd op zich zou laten
wachten en de verbeteringen, waarop zij het oog had, zeer
noodzakelijk waren en het veel economischer zou zijn die ver
beteringen thans reeds aan te brengen, wilde spreekster deze
thans reeds in overweging geven.
Die verbeteringen waren de volgende
In de eerste plaats een aparte wachtgelegenheid voor mannen
en vrouwen, in de tweede plaats het aanbrengen van ver
warming tijdens den winter in het wachtlokaal en in de
derde plaats het vervangen van den steenen vloer in het
wachtlokaal door een houten. Op de twee eerste verzoeken
werd geen aanmerking gemaakt. Tegen het derde verzoek
rees bezwaar, alleen van de secretaresse, dat het niet hygiënisch
was. Verder is er niet over gesproken. Maar toen spreekster
kennis nam van het ingekomen stuk, betreffende deze aan
gelegenheid, bleek het haar, dat er zeer terloops en twijfel
achtig werd gesproken over de eerste twee zaken, er zou
naar de minst kostbare wijze, om die wenschen te vervullen,
gezocht worden.
In de leeszaal lag omtrent de kwestie van de verwarming
niets, er lag alleen een stuk, betreffende een aparte wacht
gelegenheid voor mannen en vrouwen; over de verwarming
en den houten vloer vond men er niets.
Spreekster vraagt of Burgemeester en Wethouders niet met
haar van meening zijn, dat het in dezen drukken tijd, nu er
vele gesteunden zijn, noodzakelijk is het is altijd noodig
dat er een behoorlijk wachtlokaal is, dat tijdens den winter
verwarmd is? Spreekster hoopt eenige meerdere toezeggingen
te krijgen dan in de stukken werden gegeven.
Verder wil spreekster nog iets vragen omtrent het meubilair,
dat Burgemeester en Wethouders voorstellen aan te schaffen,
n.l. of het lijstje van de meubelen, dat zij heeft aangetroffen
in de leeskamer, Maatschappelijk Hulpbetoon betreft, dan
Verbouwing perceelen Mare 15 en Xieuwsteeg 46.
(Braggaarde Does e.a.)
wel de Gemeentelijke Bank van Leening of den Armenraad.
De bedoeling is blijkbaar om ten behoeve van Maatschappelijk
Hulpbetoon het meubilair van den Armenraad over te nemen,
maar spreekster trof in de leeskamer nog het volgende lijstje
aan voor Maatschappelijk Hulpbetoon:
2 telefoonlijnen, rolgordijnen, gaskachel, afsluitgordijnen,
overgordijnen, vitragegordijnen, 3 bureaux, 1 klok, 1 schrijf
machinetafel, 2 talels, 1 kleine tafel, 4 gaskachels, 1 trap-
looper, vloerbedekking, lampen, lift en spreekbuis.
Waar er buitengewoon versoberd en bezuinigd wordt, en
er in de stukken wordt gezegd, dat zal worden gezocht naar
de minst kostbare oplossing voor het verwarmingsvraagstuk
en voor het maken van een behoorlijke, aparte wachtgelegenheid
voor mannen en voor vrouwen, zou spreekster gaarne weten,
welke van deze genoemde meubelen voor Maatschappelijk
Hulpbetoon bestemd zijn.
De heer Komijn geeft toe, dat, toen deze zaak in de Ge
meentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon werd
ingeleid, door hem is gezegd, dat het uitsluitend een mede
deeling was en niet meer. Het is een feit, dat de commissie
omtrent de outillage van den dienst en den inwendigen dienst
zelf geen zeggenschap heeft, maar spreker achtte het onjuist,
dat ten opzichte van het gebouw van Maatschappelijk Hulp
betoon allerlei veranderingen zouden worden getroffen zonder
dat de commissie er iets van wist. De beleefdheid bracht
mede, dat de commissie met de plannen in kennis werd
gesteld. Spreker had de verwachting en de hoop, dat van
die zijde enkele opmerkingen zouden worden gemaakt, waar
mede de gemeente haar voordeel kon doen bij het uit
voeren der plannen.
Mevrouw Braggaar heeft van die gelegenheid gebruik
gemaakt op de wijze als spreker dat gaarne wilde. Zij heeft
in overweging gegeven aan te brengen: vooreerst een ver
warming in het wachtlokaal, in de tweede plaats een afschei
ding tusschen de plaats, waar de mannen en de vrouwen
het geld afhalen, en in de derde plaats een houten vloer in
het wachtlokaal. Wat den derden wensch betreft, werd het
uit hygiënisch oogpunt bezwaarlijk geacht daaraan te voldoen,
niet alleen door Gemeentewerken, maar ook van andere zijde.
Daarom is over deze kwestie in de stukken niet gesproken.
De beide andere wenschen heeft spreker genoteerd en die zijn
in het praeadvies vastgelegd en besproken. Nu is daarop nog
geen antwoord te geven, omdat deze quaestie vooral een
technische is en hierover met Gemeentewerken nader over
legd moet worden. Al heeft het eenigen tijd geduurd, voordat
dit voorstel hier kwam, er is toch zeer spoedig een aanvang
mee gemaakt; gelegenheid voor nader overleg was er niet.
Bovendien was het een zeer gecompliceerd voorstel; er waren bij
betrokken belangen van de Bank van Leening, den Armenraad
en Maatschappelijk Hulpbetoon, drie diensten, elk met eigen
wenschen en opmerkingen, die in één voorstel samengevoegd
moesten worden. Dit overleg bracht allerlei oponthoud
teweeg. Om vooral vast te leggen, dat het College voor die
verwarming en voor die gescheiden ruimtes ook wel gevoelt,
heeft spreker dit in dit stuk neergelegd; het is de bedoeling
nader met Gemeentewerken te overleggen, in hoeverre dat
mogelijk is; spreker is hier natuurlijk afhankelijk van de
technische adviezen van Gemeentewerken, die belast zijn met
de uitvoering van dit werk.
Verder sprak mevr. Braggaar over een lijstje van het
meubilair, dat in de Leeskamer neergelegd is, maar waarover
in het praeadvies niet gesproken wordt. Deze zaak staat
aldus. De lokaliteiten boven worden bij Maatschappelijk Hulp
betoon getrokken, waarbij uiteraard uitgegaan is van de
veronderstelling, dat deze geheel leeg zullen zijn; inhoeverre
dit zoo zal zijn, is nog niet bekend, daar dit weer verband
houdt met wat de Armenraad daarin achterlaat; de Armen
raad verhuist nu van Maatschappelijk Hulpbetoon naar loka
liteiten boven de Bank van Leening; misschien is ander
meubilair of andere stofïeering wenschelijk; misschien kan
de Armenraad wat gebruiken, misschien niet; men weetniet
wat ten slotte zal achterblijven; het is de bedoeling om eerst
nadat het overleg met den Armenraad over de meubileering
boven de Bank van Leening tot een resultaat zal hebben
geleid, vast te stellen wat zal gebeuren met het meubilair
van de lokaliteiten boven Maatschappelijk Hulpbetoon. Spreker
kan dus nu nog niet zeggen, hoeveel uitgegeven zal moeten
worden voor meubileering van de bij Maatschappelijk Hulp
betoon te trekken lokaliteiten.
Mevrouw Braggaarde Does zegt, dat het waar is, dat
over den houten vloer alleen door de Secretaresse een aan
merking is gemaakt, dat dit onhygiënisch was, maar daarin
is toch verandering te brengen door hem met zeil te be
dekken in de kantoorlokalen, waar men direct met de men-