MAANDAG 10 OCTOBER 1932.
375
Intcrpellatie-Kooistra in zake overstrooming Parkstraat.
(Schiiller c.a.)
eeniging geen andere oplossing zal weten te vinden dan om
tenminste den buitendorpel 35 c.M. op te voeren, omdat
anders bij groüten regenval het water uit de kolken de huizen
binnenstroomt, omdat de rioleering niet functionneert.
De heer Splinter zegt, dat dte rioleering wel functionneert.
De heer Schiiller zegt, dat die rioleering niet behoorlijk
functionneert.
De heer Splinter zegt, dat de heer Schiiller er niets van
af weet.
De heer Schiiller weet er niets van, maar zal dan toch maar
zeggen, wat hij er van weet. De Wethouder mag tegenover
een raadslid, dat dergelijke zaken naar voren brengt, een
dergelijke houding niet aannemen: je kan kletsen, maar ik
heb er maling aan. Deze zaak is niet in orde; spreker is bereid
dat te laten mede-onderzoeken door deskundigen op dit gebied,
in samenwerking met Gemeentewerken, of spreker gelijk heeft,
want de Wethouder weet er blijkbaar niets van. Wanneer de
voordorpels aldus opgehoogd worden, moet ook de vloer op
gehoogd worden en dan komt deze bouwvereeniging in strijd
met de gemeentelijke verordening in zake de hoogte der kamers.
Aangenomen, dat dit mogelijk zou zijn, dan voorkomt men
daarmede toch niet, dat het water nog 30 cm tegen den gevel
op staat. Het zit in het riool van de gemeente en nergens
anders, want de Wethouder geeft de schuld aan den lagen
stand der huizen, maar waarom krijgt men dan het water niet
in huis bij droog weer, indien de rioleering in de huizen niet
goed werkt tengevolge van de verzakking. Die huizen zijn
inderdaad verzakt, maar men moet niet vergeten, dat zij zijn
gezet onder leiding van een architect en onder toezicht van
Bouw- en Woningtoezicht. Van het begin af aan hebben zij
te laag gestaan.
Sedert de centrale rioleering is gemaakt, zijn de verschillende
uitmondingen der wijken er op aangesloten. De Wethouder
heeft verklaard, dat bij zwaren regenval het riool het water
niet kan verzwelgen. Men heelt in de Ringkade een over
stort gemaakt, maar als men een put maakt van 44 c.M.
breed en men moet overstorten in een slootje, waar het water nog
veel hooger staat dan aan den bovenkant van de overstort,
dan kan men zooveel storten als men wil, maar dan kan men
niet loozen, omdat het peil van het water veel te hoog ligt.
Als men in de Timorstraat een of twee nieuwe overstorten
maakt of de bestaande in de Ringkade vergroot, dan is men
tegen overstroomingen in de Parkstraat gevrij waard, ofschoon
de woningen te laag liggen. Spreker begrijpt, dat de Wet
houder daarvoor huiverig is, omdat het geld zou kosten, maar
het ligt toch op den weg van de gemeente in deze een voor
ziening te treffen.
Het bestuur der woningbouwvereeniging kan niet de vloeren
der woningen 35 of 40 c.M. laten rijzen, omdat dan de ver
trekken te laag worden.
Waar bij zwaren regenval het riool het water niet kan
verwerken, omdat de overstort te klein is en de centrale rioleering
en het pompstation het water niet snel genoeg kunnen weg-
krijgen, is het zuiver de schuld van de gemeente, dat deze
toestand bestaat, en dient zij zoo spoedig mogelijk er in te
voorzien.
De heer Groeneveld vraagt zich naar aanleiding van de
mededeeling van den Wethouder, dat deze woningen 90 c.M.
te laag staan, af wat daarvan de reden kan zijn. Die huizen
zijn 10 jaren geleden gezet. Heeft de gemeente daarbij geen
behoorlijk toezicht gehouden? Volgens den Wethouder zijn
zij verzakt, maar ook dat begrijpt spreker niet, want tijdens
den bouw wordt vanwege de gemeente toch ook toegezien,
dat die bouw zoo plaats heeft, dat geen of zoo weinig moge
lijk verzakking zal plaats hebben.
Nu is het mogelijk, dat deze woningen iets gezakt zijn,
maar spreker gelooft niet, dat zij 90 c.M. gezakt zijn; dat is
onmogelijk. De fout ligt evenwel waarschijnlijk hierin, dat
de gemeente, voor de later aan de overzijde gebouwde huizen,
een hooger bouwpeil heeft voorgeschreven, waardoor deze
woningen in de verdrukking zijn geraakt. Nu is de vraag,
welk peil goed is, dat aan den overkant der Parkstraat, dan
wel dat van deze woningen. Wanneer het eene goed is, is het
andere verkeerd en hoe komt het nu, dat nog zoo kort,
ongeveer 10 jaar, geleden men de woningen te laag bouwde?
De hoofdambtenaren, die dat hebben geadviseerd en voorge
schreven, hebben wel zeer erg hun plicht verzaakt en zijn
daarin wel zeer tekortgeschoten. Spreker gelooft dus niet,
dat ondanks al dit water dit de gemeente schoon kan was-
schen; wanneer deze woningen te laag gebouwd zijn, is dat
de schuld van de gemeente en van haar hoofdambtenaren,
die dit hebben toegestaan.
Interpellatie-Kooistra in zake overstrooming Parkstraat.
(Groeneveld e.a.)
Spreker geeft toe, dat de taak van de brandweer inderdaad
is om water in huis, en niet uit huis, te pompen, maar in
een noodgeval moet toch door de gemeente voorzien worden
en spreker acht het absoluut niet onmogelijk, dat de brand
weer even goed een huis kan leegpompen als volpompen. De
brandweer had hier dus wel degelijk al het mogelijke moe
ten doen om de menschen uit de narigheid te helpen; alleen
moet men de spuit dan omkeeren; dat is het heele geheim.
De heer Huurman acht het onmogelijk, een dergelijke
technische quaestie hier nu zoo maar ineens in den Raad op
te lossen; spreker zou er wel iets van kunnen zeggen, maar
dat zou de zaak thans toch niet veel verder brengen. Wat
schiet men er nu mede op om menschen te beschuldigen, die
overleden zijn, of ontslagen, eervol zelfs, en die er toch niets
aan kunnen doen. Men moet niet uit het oog verliezen, dat
de laatste vijftien jaren de toestand in deze wijk geweldig
veranderd is.
Het is volstrekt niet onmogelijk, dat bij verderen straataanleg
aldaar wijziging van het peil is aangenomen moeten worden.
Dat kan men zonder nadere toelichting en motiveering hier
in deze vergadering toch zoo maar niet beoordeelen en daar
mede tegelijk vroegere en tegenwoordige ambtenaren ver-
oordeelen. Beter is aan de vereeniging een verzoek te richten
om te trachten de overigens goed bewoonbare huizen van
dit euvel te verlossen; spreker acht dit wel degelijk mogelijk.
Spreker acht, dat het niet op den weg van de gemeente ligt
de geleden schade te vergoeden. Spreker zou wel eens willen
weten, of de heer Kooistra zich ook zoo sterk voor het geval
interesseeren zou en de gemeente zou willen laten betalen
als het huurders van particuliere huiseigenaren waren. Heeft
de heer Kooistra, toen de Maresingel werd gerioleerd, het op
dezelfde wijze opgenomen voor de benadeelden, die toch ook
burgers der gemeente Leiden waren, als hij dat thans doet
voor de menschen, die in woningen van een vereeniging voor
Volkshuisvesting wonen?
Spreker zou gaarne een praead vies ontvangen over de vraag,
op welke wijze men het voornemen heeft verbetering aan te
brengen, ten einde de bewoners voor herhaling te vrijwaren.
Met een beetje goeden wil is dat wel mogelijk. Al staan de
huizen wat laag, is er technisch wel een oplossing voor te
vinden.
De heer Kuipers heeft met den heer Kooistra een kijkje
genomen in het tweede gedeelte van de Parkstraat. De men
schen vertelden hem daar, dat 's nachts de W.C.'s overliepen,
tijdens den hevigen regen. Hij vraagt, of dat niet aan de rioleering
ligt. Hij begrijpt niet, dat W.C.'s kunnen overloopen door
het hemelwater.
Spreker betreurt het, dat de brandweer niet eens is gaan
kijken, wat er aan te doen was, doch kortaf heeft gezegd, dat
zij er niets aan kon doen. De politie is er tenminste geweest
en heeft geholpen het water weg te hoozenz. i. had de
brandweer beter gedaan om zich naar de Parkstraat te begeven
tijdens deze overstrooming. Dat gebeurt toch ook in andere
plaatsen.
De heer Splinter zal op de technische punten, welke naar
voren zijn gebracht, niet ingaan, omdat dit tot een debat
zou leiden, waarvan de Raadsleden niets begrijpen. Terecht
zeide de heer Huurman, dat overleg moet worden gepleegd,
maar het gaat niet aan om, zooals hier weer geschiedt, te
zeggen, dat de gemeente dit zaakje maar in orde moet maken.
Zooals spreker zeide, heeft het College een brief gekregen
van de Vereeniging tot Bevordering van den Bouw van
Werkmanswoningen. Het Bestuur dier vereeniging begrijpt,
dat het op zijn weg ligt de zaak in orde te maken. Spreker
heeft verklaard, dat er overleg zal worden gepleegd, ten einde
te trachten een oplossing te vinden, waardoor dergelijke
overstroomingen niet meer voorkomen. Het is een moeilijk
vraagstuk, maar als de heer Schiiller zegt, dat het euvel
alleen kan worden verholpen door de dorpels en de vloeren
35 c.M. te doen rijzen, dan toont hij daarmede er geen ver
stand van te hebben. Er zal wel een oplossing gevonden
worden zonder dat de dorpels en vloeren 35 c.M. rijzen.
Spreker zal het rapport ter visie leggen, dan kunnen de
Raadsleden dat lezen. Dit acht spreker beter, dan dat spreker
den geheelen gang van zaken hier uiteenzet, want dit is een
technische kwestie, die moeilijk is te begrijpen, ook voor de
heeren Schiiller en Kooistra; hij waagt zich dan ook niet
aan die technische beschouwingen.
Verder is nogal afgegeven op de brandweer, maar die zegt
nu eenmaal, daarvoor geen materieel te hebben en met haar
zuigslangen dat werk niet te kunnen doen; haar materieel
is daarvoor niet geschikt; daarvoor zou zij een zuigpomp
moeten hebben. Nu zegt de heer Schiiller, dat men die bij