MAANDAG 10 OCTOBER 1932.
369
Cokésverstrekking.
(Voorzitter e.a.)
De Voorzitter geeft nu het woord aan Wethouder Romijn
tot het aanhangig maken van een spoed voorstel bij den Raad
en hij geeft in overweging om daarbij te beslissen omtrent
de wijze van behandeling van het adres van de O. o. 1
De heer Romijn zegt, dat het adres van de O. S. P. beoogt
het verleenen van een extra uitkeenng van 50.— aan alle
werkloozen, die langer dan 3 maanden werkloos zijn geweest,
terwijl het verder betrekking heeft op de brandstoffenvei -
strekking. Omtrent dit laatste punt wenschen Burgemeester
en Wethouders aan den Raad een spoed voorstel te doen.
De laatste jaren was het gewoonte, dat gedurende het winter
seizoen van de zijde van de gemeente aan werklooze hoofden
van gezinnen en kostwinners, die naar het oordeel van de
Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbetoon en
van den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken daarvoor
in aanmerking kwamen, brandstoffen werden verstrekt. Sinds
1929 wordt gedurende een termijn van 22 weken 1 H.L. parel
cokes per week verstrekt. Aangezien de gasfabriek over een
voldoende hoeveelheid parelcokes beschikt, willen Burge
meester en Wethouders voorstellen, gedurende den aanstaanden
winter een zelfden maatregel te treffen, maar tevens willen zij
in overweging geven, daarvoor een soepele regeling te maken.
Zooals spreker zeide, werd totdusverre gedurende een periode
van 22 weken 1 H.L. parelcokes per week verstrekt. Nu zyn er
echter in den afgeloopen winter meermalen klachten inge
komen, dat in tijden van zacht weer handel plaats had in
cokesbons en er andere ongewenschte dingen voorkwamen,
terwijl in de perioden van streng winterweer aandrang werd
uitgeoefend om een grootere hoeveelheid dan 1 H.L. te ver
strekken. Daaraan is niet kunnen worden voldaan met het
oog op de bestaande bepalingen.
Het kwam Burgemeester en Wethouders gewenscht voor, de
regeling meer soepel te maken en vast te leggen, dat maximaal
22 H.L. wordt verstrekt en aan Burgemeester en Wethouders
wordt overgelaten in welke hoeveelheden de verstrekking
periodiek zal plaats hebben, in dien zin, dat bij zacht winter
weer 4 mud en bij streng winterweer H mud Per w®ek
kan worden gegeven. Op die manier zou meer kunnen worden
tegemoetgekomen aan de klachten, zoowel wat betreft den
verkoop van bons, als het tekort aan brandstoffen.
Er is verzocht aan den Minister van Binnenlandsche Zaken
om aan deze regeling goedkeuring te verleenen en het uitzicht
bestaat, dat die goedkeuring zal worden verkregen.
Wat de financieele regeling van de zaak betreft, is, terwijl
den vorigen winter door Maatschappelijk Hulpbetoon 17.739
bons en door den dienst voor Sociale Zaken 11.470 bons werden
verstrekt, te verwachten, dat door de grootere werkloosheid
de hoeveelheid te verstrekken parelcokes ook grooter zal zijn.
Burgemeester en Wethouders begrooten de benoodigde hoeveel
heid op 46.500 H.L., hetgeen tezamen 30.225.— kost.
Spreker doet daarom namens Burgemeester en W ethouders
het spoedeischend voorstel, dat dan tegelijkertijd behandeld zou
kunnen worden met de bespreking van de wijze van behande
ling van het verzoek van de O. S. P. om gedurende het aan
staand winterseizoen vanaf Zaterdag 29 October 1932 aan w ei -
looze hoofden van gezinnen en kostwinners, die naar het oordeel
van de Gemeentelijke Commissie voor Maatschappelijk Hulpbe
toon of den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken daarvoor
in aanmerking komen, van gemeentewege een hoeveelheid van
maximaal 22 H.L. parelcokes ter beschikking te stellen, welke
op wekelijks uit te reiken bonnen in een telkens door Burge
meester en Wethouders vast te stellen hoeveelheid zal worden
verstrekt.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming op
voorstel van den Voorzitter besloten tot dadelijke behandeling
van dit voorstel en daarbij tevens te beslissen omtrent de
wijze van behandeling van het verzoek van de O.S.P. inzake
het geven van een extra-uitkeering aan werkloozen voor
kleeding, dekking en schoeisel en het laten ingaan van de
brandstollen voorziening op 15 October.
Cokesverstr ekking
De heer Romijn stelt namens het College voor, niet in te
gaan op het verzoek, door de O.S.P. gedaan om een uit
keering ineens van ƒ50.- aan hen, die 3 maanden of langer
werkloos zijn geweest, maar om dit te renvoyeeren naar de
afdeeling B van het crisis-comite. Voor he't geheeJ° heeft
het Rijk voor deze extra hulp aan werkloozen 75Ü.UUU
ter beschikking gesteld, wat zal worden verdeeld in het
komende jaar naar rato van het aantal werkloozen in elke
gemeente over het tweede halfjaar 1932, en wel onder voor
waarde, dat door de gemeenten elk eenzelfde bedrag aan afdee
ling B van het crisis-comité gegeven wordt ter voorziening in
ext ra kleeding, dekking en schoeisel. Deze verstrek king geschiedt
dus niet via de gemeente, maar door de afdeeling B van het
(Romijn e.a.)
crisis-comité, die bestaat uit een vertegenwoordiger van het
College en voorts uit enkele werkgevers en uit de vertegen-
woordigers der verschillende vakvereenigingen; die afdeeling
B heeft die taak ook in het afgeloopen jaar vervuld.
Het College stelt dus voor, het verzoek van de O. S. P., voor
zoover betreft het verstrekken van een extra-uitkeering aan
werkloozen, te stellen in handen van afdeeling B van het
crisis-comité ter afdoening.
De heer van Eek zegt, dat de voorgestelde soepeler brand-
stoffenvoorziening wat voor en wat tegen heeit; spreker kan
op het oogenblik nog niet inzien, welk standpunt hij te dien
aanzien zal moeten innemen. Deze nieuwe regeling wordt
gebaseerd op de veronderstelling, dat er handel gedreven
wordt in die brandstoffen, maar als dat gebeurt, dan zal dat
ook gebeuren onder deze regeling. Hierdoor wordt echter
uitgesloten, dat men bij zacht weer brandstof spaart voor
wanneer het weer strenger wordt. Sprekers grootste bezwaar
is echter, dat het eigenlijk al te laat is en dat het stoken
van een kachel op het oogenblik niet overbodig is; in vele
cezinnen wordt al gestookt; ook daar waar men behoorlijk
gevoed en gekleed is en behoorlijke huizen heeft, is die
warmte volstrekt niet overbodig. Men moet dus voor die
gezinnen, die hieraan nog meer behoefte hebben, dien termijn
niet te laat stellen.Natuurlijk kan men nietonmiddellijk daarmede
beginnen, maar spreker zou willen voorstellen 15 October,
den normalen tijd, waarop men in de meeste gezinnen met
stoken aanvangt, dit jaar in menig gezin zelfs nog eerder.
Spreker stelt dus voor, den datum van 29 October te ver
anderen in 15 October.
Ook geeft spreker het College in overweging om zijn
voorstel te wijzigen in dier voege, dat men niet meer komt
te staan voor dezelfde moeilijkheid als verleden jaar. Verleden
jaar was de officieele termijn der brandstoffenuitkeering reeds
verstreken, toen het zoo ontzaglijk koud werd, dat er in hooge
mate behoefte bestond aan cokes-verstrekking. De Raad komt
niet telkens bijeen en als de Raad een besluit neemt, duurt
het nog eenigen tijd, alvorens daaraan uitvoering wordt
g6|prekêr geeft aan Burgemeester en Wethouders in over
weging anders zal door zijn fractie in dit opzicht een
amendement worden ingediend hun voorstel in dier voege
te wijzigen, dat het College gemachtigd wordt om, indien de
weersgesteldheid daartoe aanleiding geeft, den termijn van
uitkeering te verlengen. Men kan wel officieel vaststellen
wanneer het winter is, maar net weer houdt geen rekening
met de opvattingen der Raadsleden.
Wat het tweede verzoek betreft, om een extra uitkeenng
te geven voor kleeding, voedsel enz., heeft de Wethouder
verwezen naar het crisis-comité. Spreker kan zich daarmede
niet vereenigen. Bestond de zekerheid, dat al degenen, die
een extra uitkeering dringend noodig hadden, die ook zouden
krijgen, dan was er iets voor te zeggen, maar die zekerheid
bestaat helaas niet. De uitkeeringen, welke de werkloozen
krijgen, zijn minimum-uitkeeringen, welke eigenlijk al ontoe
reikend zijn voor een korten tijd, maar zeker onvoldoende
zijn, wanneer de werkloosheid langer duurt; dan kan er
eenigszins mede voorzien worden in de woninghuur en in de
behoefte aan voedsel, maar voor de aanschaffing van kleeding
en schoeisel en voor het opknappen van het meubilair schiet er
niets over. De 10 cent, welke het Rijk geeft, met de 10 cent
van de gemeente zijn totaal onvoldoende; de gemeente kan
er niet mede volstaan. Men is helaas gebonden aan de Rijks-
uitkeering, waardoor de menschen eigenlijk veel te weinig
krijgen, en om de uitkeeringen verhoogd te krijgen, zoodat
zij aan de eischen van billijkheid en menschelijkheid vol
doen, daaraan kan men niets doen. Er zou forscher opgetreden
moeten worden om de Regeering tot het aannemen .van een
andere houding te dwingen. Maar al kan men er nu niets
aan doen, men kan wel zorgen, dat de zijdelingsche steun
niet geheel onvoldoende is. Het lijkt spreker een eisch, dat
de gezinnen, welke er behoefte aan hebben, behoorlijk van
kleeding en schoeisel worden voorzien. De gemeente is er
niet mede af, als zij zegt: »in die behoefte wordt op die
manier voorzien", als zij niet de zekerheid heeft, dat die
voorziening voldoende is. Indien zij zich, voor het geval de
voorziening onvoldoende was, bereid verklaarde bij te passen,
dan was er over te spreken. A i ui*
Spreker wil geen voorstel doen, omdat hij begrijpt, dat dit
bij zoo'n plotselinge indiening toch zou worden verworpen,
maar als Burgemeester en Wethouders niet met een voorstel
komen, is er van zijn fractie een te verwachten.
De heer Knuttel kan ten aanzien van de kolenvoorziening
niet met het voorstel van het College meegaan; mogelijk
hebben zich enkele knoeierijen voorgedaan; die zijn m de
i 1J» Ij 1 I